28 maart 2024

Is het heelal ellipsvormig?

Credit: NASA/WMAP

De laatste tijd is er door diverse wetenschappers kritiek geleverd op de waarnemingen van de kosmische microgolfachtergrondstraling (cosmic microwave background, CMB), zoals waargenomen door de NASA-satelliet Wilkinson Microwave Anisotropy Probe (WMAP). Op 18 maart j.l. schreef ik over de WMAP-resultaten een Astroblog. Eén van de bezwaren is eergisteren (29 september) in een artikel in Physical Review Letters geuit door de Italiaanse sterrenkundigen L. Campanelli, P. Cea en L.Tedesco van de Universiteiten van Ferrara en Bari (liefhebbers kunnen ‘m hier lezen). De CMB-straling dateert van 380.000 jaar na de oerknal, toen door het uitdijende en afkoelende heelal er een ontkoppeling van straling en materie plaatsvond. De golflengte van de straling van dat ontkoppelingsmoment is sindsdien groter geworden door de uitdijing van het heelal en daarom wordt deze nu waargenomen in het microgolfgebied van het spectrum. De grootste schaal van de kaart van de achtergrondstraling wordt gedefinieerd door de langste afstand die de straling uit de nagloeiende oerknal heeft kunnen afleggen, vanaf het moment van de ontkoppeling. In een bolvormig heelal zou de verste straling vanuit alle richtingen gelijkelijk de Aarde moeten bereiken en dat zou een bolvormig heelal moeten opleveren met een straal van 13,7 miljard jaar. Dat is de door WMAP waargenomen ouderdom van het heelal (en de afstand van de CMB in lichtjaren). En wat blijkt nu: de gemeten stralingsintensiteit is lager dan de voorspelling, dus die gelijke hoeveelheid straling uit alle richtingen is er niet. De sterrenkundigen spreken van een zogenaamde quadrupool-anomalie. Het team van Leonardo Campanelli komt nu met de verklaring van het waargenomen effect dat een ellipsoïdaal heelal de intensiteitsverschillen kan veroorzaken. Een heelal dat een procent langgerekter is dan een bol zou al voldoende zijn. Over de oorzaak van de ellipvormigheid van het heelal kan alleen gespeculeerd worden. De Italianen denken dat een magnetisch veld in de kosmos oorzaak zou kunnen zijn. Maar misschien is een fout in het weefsel van de ruimtetijd wel de veroorzaker. Andere kritiek op de WMAP-waarnemingen van de CMB gaat over het zogenaamde Sunyaev-Zeldovich effect (zie m’n Astroblog van 11 augustus hierover). Door dit effect reageren fotonen van de CMB met electronen in het hete gas in clusters van sterrenstelsels. Door de interactie tussen fotonen en electronen wordt de CMB in de richting van de sterrenstelsels met het hete gas verstoort en dat zou in de vorm van ‘schaduwen’ van de CMB te zien moeten zijn. De astronomen Richard Lieu en John Quenby (Universiteit van Alabama, VS) hebben geconstateerd dat bij 31 van die clusters de schaduwen soms wel te zien zijn en soms niet. Als niet alle clusters op dezelfde wijze het Sunyaev-Zeldovich effect laten zien kan dat betekenen dat de CMB niet uit de oertijd dateert.

Model van de Planck satelliet. Credit: ESA.

Lieu en Quenby hebben er op 1 september j.l. een artikel over geschreven in de Astrophysical Review (en hier te lezen). Lieu en Quenby denken dat de CMB wel degelijk uit de oertijd dateert, maar dat de WMAP-waarnemingen niet nauwkeurig genoeg zijn. De conclusies van de WMAP-waarnemingen, zoals ik die 18 maart j.l. beschreef, zoals dat het heelal voor driekwart uit donkere energie zou bestaan, moeten daarom weer op de losse helling worden gezet. Afijn, het wachten is nu op de opvolger van de WMAP-satelliet, de Europese Planck-satelliet. Die staat voor 2007 op de lanceerkalender (al is het waarschijnlijker dat dat 2008 wordt). Bron: NRC-Handelsblad, zaterdag 30 september 2006.

Share

Speak Your Mind

*