Nr. | Kleur | Beschrijving |
---|---|---|
L=0 | Zeer donker | De Maan is bijna onzichtbaar, vooral bij het centrale deel van de kernschaduw |
L=1 | Grijze of bruinachtige kleur | Details op het maanoppervlak zijn nauwelijks zichtbaar |
L=2 | Donkerrood of roestkleurig | Het centrale deel van de kernschaduw is zeer donker, de rand is vrij helder |
L=3 | Steenrood | De rand is lichter rood gekleurd of geelachtig |
L=4 | Koperachtig rood of oranje | De rand is zeer helder blauwachtig |
De eclips van 21 februari j.l. werd in deze schaal als een 3 gekenmerkt, dus een steenrode eclips met een lichter rood gekleurde of geelachtige rand. De laatste jaren zijn er weinig grote vulkaanuitbarstingen geweest en dat verklaard de helderheid. Volgens sommige wetenschappers zou de opwarming van de Aarde daardoor wel eens een zetje hebben gekregen, want de stofdeeltjes in de atmosfeer weerkaatsen voor een deel het zonlicht. Minder vulkanische stofdeeltjes betekent simpelweg minder reflectie en dus meer warmte op het aardoppervlak. De afgelopen heldere eclips zou daarmee wel eens een gevolg kunnen zijn van die opwarming als gevolg van de verminderde hoeveelheid vulkanische stofdeeltjes in de atmosfeer, aldus een groep wetenschappers onder leiding van Richard Keen (Universiteit van Colorado, VS). Hij heeft samen met z’n maatjes de effecten van vulkaanuitbarstingen op de ‘opaciteit’ van de atmosfeer gemeten sinds de uitbarsting van de Krakatau in 1883.
In het grafiekje hiernaast zie je het resultaat daarvan, waarin ?=1 staat voor 100% ondoorzichtig en?=0 voor volkomen doorzichtig. Niet alle geleerden zijn het overigens met Keen et al eens wat betreft de invloed van de vulkaanuitbarstingen op de temperatuur op Aarde. Sterker nog, er zijn zelfs geleerden die beweren dat de verminderde hoeveelheid vulkanische stofdeeltjes een verkoelende werking hebben. Zucht, zijn ze ’t dan nooit met elkaar eens? 😉 Bron: Space.NewScientist.com.Voetnoten
↑1 | Waarin de L de ‘luminosité’ voorstelt. |
---|
Speak Your Mind