16 april 2024

Leidse astronomen ontdekken hyperactief sterrenstelsel in het vroege heelal

Hyperactief compact sterrenstelsel in verhouding tot de Melkweg

Hyperactief compact sterrenstelsel in verhouding tot de Melkweg. Credit: Princeton University/Universiteit Leiden

Een internationaal team van astronomen uit de VS en Leiden [1]Pieter G. van Dokkum, Mariska Kriek & Marijn Franx. heeft voor de eerste keer de snelheid kunnen meten van sterren in een sterrenstelsel op een afstand van 11 miljard lichtjaar. De sterren blijken met ongeveer 1,5 miljoen km per uur bijna tweemaal zo snel door de ruimte te bewegen als de zon in ons melkwegstelsel. De metingen zijn nodig om te begrijpen hoe compacte sterrenstelsels in het vroege heelal zich kunnen ontwikkelen tot de melkwegstelsels zoals we die tegenwoordig kennen. De resultaten zijn vandaag in Nature gepubliceerd. Een gecombineerde zoektocht met de Hubble Ruimtetelescoop en de 8-meter Gemini-telescoop in Chili leverde een opmerkelijk resultaat. Sterrenkundigen van de Sterrewacht Leiden en de Universiteit van Yale ontdekten een klein, maar zwaar sterrenstelsel, met de naam 1255-0, aan de rand van het heelal. Het licht van dit sterrenstelsel heeft er 11 miljard jaar over gedaan om de aarde te bereiken en dus kunnen de astronomen terugkijken naar de tijd dat het heelal net een paar miljard jaar oud was. De wetenschappers gebruikten de Hubbletelescoop om te bewijzen dat het inderdaad een compact sterrenstelsel betreft. Met de 8-meterspiegel van de Gemini-telescoop was het vervolgens mogelijk om de snelheid te bepalen waarmee sterren in 1255-0 bewegen. Het is onduidelijk hoe dergelijke compacte sterrenstelsels ontstaan en ook hoe ze op een gegeven moment uit het zicht verdwijnen. “Wellicht dat deze compacte stelsels het uitgangspunt vormen voor de kern van grotere sterrenstelsels en dat ze door een soort kosmisch kannibalisme uitgroeien tot de sterrenstelsels zoals we die tegenwoordig kennen”, aldus prof. Marijn Franx (Leiden). Om dit te onderzoeken willen de sterrenkundigen nog verder in de tijd gaan terugkijken met de recentelijk op de Hubble geïnstalleerde Wide Field Camera 3. Wordt vervolgd! Bron: Nova.

Voetnoten

Voetnoten
1 Pieter G. van Dokkum, Mariska Kriek & Marijn Franx.
Share

Comments

  1. "Kosmisch kannibalisme" bij een versneld uitdijend heelal,

    hoe is dat dan precies te onderbouwen?

    Lijkt dat nou zo, of is men hier echt verlegen om een andere verklaring?

    • Dat verorberen van het ene stelsel door het andere is een lokale aangelegenheid, die het gevolg is van gravitationele interactie. De versnelde uitdijing van het heelal, die overigens pas van 'recente datum' is (zo'n 7 miljard jaar ná de oerknal begon die versnelling), zal daar weinig invloed op hebben gehad.

  2. Adrianus V, mooie reactie.

    Evenwel, als er op lokale schaal al overal in het vroege heelal sprake is van een gravitationele clustering, zou het latere heelal niet isotroop verdeeld zijn (zichtbare materie).

    Dan heb je dus een grotere clustering van materie in het latere heelal. Dat is niet in overeenstemming met de feiten.

    • Maar is de zichtbare materie in ons heelal dan isotroop verdeeld? Ik dacht het niet: er zijn gebieden waar veel materie is (de clusters en superclusters) en er zijn gebieden waar veel minder materie is (de leegtes of 'voids').

  3. Ja het heelal is volkomen homogeen. Er zijn wel clusters en voids maar over het geheel genomen is het isotroop (gelijkelijke verdeling van de materie) van karakter.

    Zover ik weet is er geen verschil in verdeling in "gewone" materie in het oude heelal vergeleken met het huidige heelal.

  4. Het punt blijft dat er lokaal 'perturbaties' mogelijk zijn, gravitationele interacties met dat kannibalisme als gevolg. En dan nog kan het heelal op kosmische schaal zo homogeen zijn als maar wezen kan.

  5. ..alleen als kannibalisme een uitzondering op de regel is 😉

Laat een antwoord achter aan Adrianus V Reactie annuleren

*