29 maart 2024

Verhouding lichte-zware sterren verschilt per sterrenstelsel

Een groep sterren ontstaat uit een gas- en stofwolk

Een groep sterren ontstaat uit een gas- en stofwolk. Credit: ESA/NASA

Er was een tijd dat alles nog eenvoudig was. In de jaren vijftig bijvoorbeeld was de gedachte van veel sterrenkundigen dat als sterren ontstaan door het samentrekken van gas- en stofwolken de verhouding tussen de lichte en zware sterren in zo’n groep altijd hetzelfde zou zijn. Het was met name de sterrenkundige Edwin Salpeter die dit betoogde en die stelde dat voor iedere ontstane ster die 20 keer zo zwaar als de zon is er ongeveer 500 sterren zouden ontstaan ter grootte van de Zon of iets lichter. Sinds die tijd spreekt men van de zogenaamde Initiële Massa Functie (IMF), waarmee wordt uitgedrukt hoeveel sterren ergens ontstaan van verschillende gewichtsklassen. Onderzoek van een groep sterrenkundigen onder leiding van Dr Gerhardt Meurer (Johns Hopkins University in Baltimore, VS) aan diverse sterrenstelsels heeft echter laten zien dat die IMF per sterrenstelsel verschilt. Meurer’s team gebruikte gegevens van sterrenstelsels uit de zogenaamde HIPASS Survey (HI Parkes All Sky Survey), die verkregen waren met de Parkes radiotelescoop in Australië. Het resultaat was dat er niet één overal geldende IMF is, maar dat in het ene stelsel meer zware sterren ontstaan en in het andere meer lichte sterren. Dwergsterrenstelsels bijvoorbeeld blijken veel meer lichte sterren te hebben dan volgens Salpeter’s IMF-norm het geval zou moeten zijn. Men denkt dat lokale invloeden, zoals de fysieke omgeving van de gas- en stofwolken, en dan met name de gasdruk daarin, van groot belang zijn voor het onstaan van lichte en zware sterren. Kortom, wat je op je tenen al voelde aankomen, namelijk dat de wereld iets complexer in elkaar zit dan men voorheen dacht, blijkt dus waar te zijn. 🙂 Bron: Eurekalert.

Share

Speak Your Mind

*