28 maart 2024

De Donkere Vloed tot dieper in het heelal gevolgd

De richting van de Donkere Vloed. Credit: NASA/Goddard/A. Kashlinsky, et al.

In 2008 ontdekten sterrenkundigen op basis van de 3-jaarsdata van de satelliet WMAP dat complete clusters van sterrenstelsels in een groot gedeelte van het heelal allemaal één kant uit bewegen. Men sprak van de Dark Flow, vrij vertaald de Donkere Vloed. Helemaal bizar aan deze mysterieuze vloed is dat de bron ervan, dus datgene wat die materie aantrekt, gelegen moet zijn BUITEN het zichtbare heelal, gelegen ergens tussen de sterrenbeelden Centaurus en Zeilen. Inmiddels heeft diezelfde WMAP z’n zevenjaarsdata uitgebraakt, maar op de een of andere manier gaat het verwerken nogal traag en heeft men zich tot de vijfjaarsdata beperkt. En wat blijkt: dat die Donkere Vloed ook volgens die data reeël aanwezig is. Sterker nog, men heeft de vloed tot afstanden van wel 2,5 miljard lichtjaar kunnen volgen, veel verder dan in 2008. Men kwam de Donkere Vloed op het spoor door naar de beweging van superclusters van sterrenstelsels te kijken. Die beweging kan je afzetten tegen de kosmische microgolfachtergrondstraling (CMB), het restant van de hete oerknal die het gehele heelal vult.

Een team van sterrenkundigen onder leiding van Alexander Kashlinsky (Goddard Space Flight Center in Greenbelt, VS) bekeek het zogenaamde kinematische Sunyaev-Zeldovich effect. Door dit effect reageren fotonen van de CMB met electronen in het hete gas in die clusters. Door de interactie tussen fotonen en electronen wordt de CMB in de richting van de sterrenstelsels met het hete gas verstoort en dat zou in de vorm van ‘schaduwen’ van de CMB te zien moeten zijn. Aangezien de CMB als een soort absoluut referentiekader kan worden beschouwd kunnen die schaduwen gebruikt worden om te meten welke relatieve snelheid die clusters hebben ten opzichte van dat referentiekader en zodoende kwam men in 2008 die Donkere Vloed op het spoor. In 2008 keek men naar 700 sterrenstelsels, nu naar het dubbele aantal. En zoals gezegd was het resultaat een bevestiging dat die sterrenstelsels allemaal naar één kant uit bewegen. In de grafiek hierboven zie je vier gekleurde gebieden waar de stelsels naar toe bewegen, waarbij de rode cirkel de verst verwijderde is. Welke richting de clusters van sterrenstelsels precies bewegen is nog niet met helderheid te stellen. Maar wachten op de zevenjaarsdata van de WMAP? Bron: Eurekalert.

Share

Comments

  1. Hoe kan dit aantrekkende object zich BUITEN het het zichtbare heelal bevinden, als we het effect van zijn aantrekking kunnen zien op de clusters van sterrenstelsels. Ik neem aan dat zwaartekracht zich even snel voortbeweegt als het licht, dus dan zou het object ook zichtbaar voor ons moeten zijn.

    Ik maak hier vast een redeneringfout en ik ben benieuwd welke 😉

    • De clusters van sterrenstelsels staan zelf ver weg van de Aarde, dus vanuit hun positie bezien zal de 'grote aantrekker' wel zichtbaar zijn. Zoiets dus:

      Aarde <———————-> bewegende clusters <———————-> aantrekker

  2. Vanaf hun positie is de tijd tot de oerknal ook korter, dus vanaf die positie is er minder tjd beschikbaar geweest om een effect van de aantrekkers te kunnen voelen.

    Als de pijlen de snelheid van het licht hebben, dan zijn deze 2 situaties toch gelijk aan elkaar?

    Aarde bewegende clusters aantrekker

    =

    Aarde aantrekker

    Ik beredeneer nu ook dat het zichtbare heelal dus theoretisch even groot is -en vise versa- als het gebied waarbinnen objecten gravitatie-invloed op elkaar kunnen hebben. Dit KAN niet kloppen anders zou het heelal geen invloed op zichzelf kunnen hebben. Zou het te maken hebben met de inflatie van ons heelal?

    Als objecten in het begin des tijds dichter bij elkaar hebben gestaan en gravitatie invloed op elkaar hadden, en vervolgens daarna de inflatie er voor zorgt dat objecten voor ons te ver verwijderd raken om nog waargenomen te kunnen worden (binnen de tijd van de leeftijd van het heelal), dat zou een verklaring kunnen zijn lijkt me.

    • De Aarde en de waargenomen clusters bevinden zich in dezelfde lichtkegel. Maar clusters en aantrekkingsbron bevinden zich in een andere lichtkegel, dat staat helemaal los van de vraag welke afstand (=tijd) er tot de oerknal is.

Laat een antwoord achter aan Adrianus V Reactie annuleren

*