19 april 2024

Eerst exoplaneten, toen exomanen en nu weer exoringen

Credit: Andy McLatchie

Op het moment dat ik dit schrijf zijn er 704 bekende en bevestigde exoplaneten. Al jaren wordt er gesproken over de detectie van manen bij die exoplaneten, logischerwijs exomanen genoemd. Zes van de acht planeten van het zonnestelsel hebben manen, dus waarom zouden exoplaneten geen manen hebben? Maar je kan de vergelijking met het zonnestelsel doortrekken: Saturnus, Jupiter, Uranus en Neptunus hebben manen, waarvan de eerste de meest uitgesproken ringen, dus waarom zouden exoplaneten geen ringen kunnen hebben? En als exoplaneten ringen hebben, zouden die dan niet vanaf de aarde zichtbaar zijn? Met die gedachte toog het duo Schlichting & Chang aan de slag en zij komen nu met de gedurfde stelling dat het inderdaad mogelijk moet zijn om ringen bij exoplaneten te detecteren. Hoe? Door dezelfde methodiek te hanteren als voor de planeten zelf, namelijk de transitiemethode. Schuift een planeet vanaf de aarde gezien voor het steroppervlak langs, dan zal die overgang of transitie een dipje in de lichtsterkte van de ster veroorzaken, een verschijnsel dat tegenwoordig ook al door amateurs zoals André v.d. Hoeven wordt waargenomen. Een forse ring om een exoplaneet zou ook een soort van dip veroorzaken, al zal die minder zijn dan die van een exoplaneet en zal het ook afhangen van de hoek waaronder de ringen te zien zijn. Schlichting en Chang denken dat – afhankelijk van die hoek – de wijze waarop de dip start en eindigt minder hoekig zal zijn. Met ruimtetelescopen als Kepler denkt het tweetal dat het mogelijk moet zijn het bestaan van een ringenstelsel bij een exoplaneet in zo’n lichtcurve te herkennen. Hieronder zie je een gesimuleerde lichtcurve, met zo’n ‘softe’ hoek bij de start van de dip.

Credit: Tusnski & Valio

Bron: Universe Today.

Share

Speak Your Mind

*