28 maart 2024

Over TNO’s, plutino’s, ijsdwergen en late bombardementen

Credit: Wikipedia

Gisteravond hield zoals aangekondigd Alex Scholten een lezing bij Huygens over TNO’s en ijsdwergen. Nee, geen verhandeling over het Delftse lab en de ijskonijnen die daar werken – Kees, da’s niet persoonlijk bedoeld – maar over de Trans-Neptunische Objecten, de planetoïden of dwergplaneten, die zich buiten de baan van Neptunus bevinden en die vanaf 1992 met regelmaat zijn ontdekt. Scholten is een begaafd spreker, die op boeiende en heldere wijze wist uit te leggen wat er daar rondom en buiten de baan van de laatste echte planeet – Neptunus dus – allemaal rondspookt en welke soorten van objecten er allemaal zijn. En dan blijkt het opeens knap ingewikkeld te zijn, met objecten als Centaurs, Plutino’s (ooit Plutoïden genoemd, maar die term is weer achterhaald, begreep ik van Scholten), Kuiper Belt Objects – oeps, sorry, de Edgeworth-Kuiper Objecten – en Scattered Disk Objects. Hierboven zie je het hele zooitje in een overzicht bij elkaar. Ik ga Scholten’s lezing hier niet herhalen, geen zin in, geen puf voor, maar wat ik wel wil zeggen is dat het – voor mij – verrassende in de staart van z’n lezing zat. Toen had hij het over de zogenaamde Morbidelli-Simulatie, waarvan hij ook nog eens een video liet zien. Ik ben even gaan googelen vandaag en kwam tot de ontdekking dat die simulatie te maken heeft met het zogenaamde Nice Model, genoemd naar die mondaine Zuidfranse badplaats, alwaar zich het  Observatoire de la Cá´te d’Azur bevindt, de plek waar o.a. Allessandro Morbidelli het model ontwikkelden, dat verklaard hoe het komt dat er eigenlijk zo weinig TNO’s zijn, veel minder dan je zou verwachten. In de volgende drie artikelen uit 2005 schetsten hij en enkele collega’s dat model, dat zich afspeelde in de vroege periode van het zonnestelsel:

  1. R. Gomes, H. F. Levison, K. Tsiganis, A. Morbidelli (2005). “Origin of the cataclysmic Late Heavy Bombardment period of the terrestrial planets“. Nature 435 (7041): 466-9.
  2. Tsiganis, K.; R. Gomes, A. Morbidelli & H. F. Levison (2005). “Origin of the orbital architecture of the giant planets of the Solar System“. Nature 435 (7041): 459-461.
  3. Morbidelli, A.; Levison, H.F.; Tsiganis, K.; Gomes, R. (2005). “Chaotic capture of Jupiter’s Trojan asteroids in the early Solar SystemNature 435 (7041): 462-465.

Credit: AstroMark/Wikipedia

Kort gezegd komt het Nice Model er op neer dat op een gegeven moment – ergens 4,1 tot 3,8 miljard jaar geleden – de grote gasreuzen Jupiter en Saturnus in een zogenaamde 1:2 baanresonantie terechtkwamen. Hierboven zie je links de situatie in het zonnestelsel vóór dat moment: de gele centrale stip is de zon, de gekleurde cirkels zijn Jupiter, Saturnus, Neptunus en Uranus – yep, in die volgorde, de laatste twee dus omgekeerd van wat nu het geval is. Om de gasreuzen bevindt zich een dikke schijf van TNO’s. Dan treedt dat moment van de baanresonantie op en wordt door de enorme gravitationele inwerking daarvan eigenlijk het hele zonnestelsel door elkaar geschud: de meeste TNO’s worden weggeblazen, veel planetoïden worden naar de binnenste regionen van het zonnestelsel geblazen, alwaar ze zorgen voor het zogenaamde Late Heavy Bombardment, welke gezorgd heeft voor de inslagregen op de maan en Mercurius. Ook worden Uranus en Neptunus naar buiten verplaatst en wisselen ze van plek. Er is ook nog een zogenaamde Nice II-model. Zowel de eerste als de tweede versie zijn in de volgende video te zien:

Een fascinerende theorie m.i., die niet alleen een plausibele verklaring geeft voor enkele waargenomen verschijnselen in ons zonnestelsel, maar die ook een ietwat verontrustende gedachte met zich meebrengt: stel dat Jupiter en Saturnus opnieuw in zo’n resonantie belanden? Oeps!

Share

Comments

  1. Olaf van Kooten zegt

    Shit, daar had ik wel bij willen zijn. Ik had de aankondiging gemist 🙁

  2. Olaf, om herhaling te voorkomen: kijk even op deze pagina van Huygens, waar je het programma van de komende tijd kan vinden. Dan kan je van tevoren de leuke lezingen er uit vissen. Ze gaan er trouwens bij Huygens wel van uit dat als je vaker komt je ook lid wordt of dat je entree betaald (al heb ik geen idee wat dat laatste kost). Lidmaatschap kost € 45 per jaar, dat weet ik wel.

Speak Your Mind

*