29 maart 2024

Kosmische botsing geeft aanwijzing voor bestaan van mysterieuze donkere kracht

musket-ball-cluster

Credit: X-ray: NASA/CXC/UCDavis/W.Dawson et al; Optical: NASA/STScI/UCDavis/W.Dawson et al.)

Tot nu toe dacht men altijd dat donkere materie – dat 86% [1]als we de energie in het heelal niet meerekenen, want dan moeten we ook donkere energie erbij nemen. van alle materie in het heelal vormt, de overige 14% is gewone materie – alleen via zwaartekracht met gewone materie reageert. En aangezien de zwaartekracht de allerzwakste natuurkracht is was de gedachte altijd dat donkere materie niet op elkaar reageert. Maar waarnemingen aan het gigantische cluster van sterrenstelsels genaamd de Musket Ball cluster – het ‘oudere neefje’ van de bekende Bullet cluster – laten zien dat dat beeld wel eens onjuist zou kunnen zijn en dat donkere materie wel degelijk op elkaar kan reageren en wel via een mysterieuze ‘donkere kracht’. In zowel die Bullet cluster als de  Musket Ball cluster vindt een enorme botsing plaats van kleinere clusters, elke bestaande uit honderden sterrenstelsels. In het geval van de Bullet cluster ontdekte men jaren terug al dat de sterrenstelsels zelf weinig van de botsing merken en dat ze gewoon door elkaar heenvliegen. Maar het gas tussen de sterrenstelsels merkt wel iets van de botsing en wordt er sterk door verhit, waardoor het gas röntgenstraling uitzendt, hetgeen door satellieten zoals Chandra is waargenomen. De onzichtbare donkere materie in de Bullet cluster – welke zich verraad door allerlei effecten zoals zwaartekrachtslenzen – heeft zich net als de sterrenstelsels niets aangetrokken van de botsing en dat versterkte het beeld dat donkere materie niet met zichzelf reageert. Maar dat is dus niet het geval bij de oudere Musket Ball cluster – waarvan hieronder een video te zien is.

Die cluster is onlangs onderzocht door een team sterrenkundigen onder leiding van William Dawson (University of California) en die ontdekten dat de sterrenstelsels in de cluster en de donkere materie door de botsing uiteen zijn gegaan en dat ze nu zo’n 19.000 lichtjaar uit elkaar liggen. Dat wijst erop dat donkere materie via een onbekende kracht wel degelijk met zichzelf kan reageren en dat het zichzelf ook ‘op kan blazen’ – in de zin dat het zich niet allemaal in de kernen van sterrenstelsels verzameld, maar dat het zich egaal kan verspreiden over een groot gebied. De vraag is natuurlijk wat dat precies voor een ‘donkere kracht’ is en of dit gezien moet worden als een vijfde natuurkracht, naast de bekende vier krachten: de sterke en zwakke wisselwerking, de electromagnetische kracht en de zwaartekracht. Zo ja dan moeten de dames en heren theoretici flink aan de slag en het Standaard Model herzien. Vraag is natuurlijk ook waarom bij de Bullet cluster de sterrenstelsels en de donkere materie niet gescheiden zijn en bij de Musket Ball cluster wel. Daar heeft Dawson wel een antwoord op: de Bullet cluster is de jongste van de twee en heeft gewoon nog geen tijd gehad om te komen tot een scheiding van gewone en donkere materie. Bron: New Scientist.

Voetnoten

Voetnoten
1 als we de energie in het heelal niet meerekenen, want dan moeten we ook donkere energie erbij nemen.
Share

Comments

  1. Als filosofisch uitstapje, los van allerlei fysische modelvorming en bijstellen van het standaardmodel, zie ik in bovenstaande een overeenkomst met mythische kosmogonieën.

    Uitgaande van het filosofisch idealisme http://nl.wikipedia.org/wiki/Idealisme en het begrip emanatie http://nl.wikipedia.org/wiki/Emanatie_(filosofie) kent men bijvoorbeeld in Gnostische en Boeddhistische stelsels een groot aantal materieële werelden. Deze doordringen elkaar en zijn van zeer fijn-stoffelijk in stappen steeds grover van structuur.

    Al deze materieële werelden kunnen gestructureerd zijn, zoals de ons bekende stoffelijke wereld in hiërarchieën: atoom, molecuul, cellen, organen, planten, dieren enz enz. die elkaar doordringen en beinvloeden. De diverse elkaar doordringende werelden emaneren vanuit een monade http://nl.wikipedia.org/wiki/Monade .

    De zogenaamde zwarte materie behoort in mijn fantasie tot al die andere niet direct waarneembare werelden die elkaar doordringen.

    Conform het idealistisch uitgangspunt, kan je alles zien als “leven”: uitingen van bewustzijn in de eeuwige cyclus van leven en dood. Dan is het leven van een organisme vergelijkbaar met het leven van sterren en sterrenstelsels. Ik ben daarom dan ook niet verbaasd met de uitspraak: “de Bullet cluster is de jongste van de twee en heeft gewoon nog geen tijd gehad om te komen tot een scheiding van gewone en donkere materie”. Ik zou zeggen: “de Bullet cluster leeft nog”. Met andere woorden: zijn innerlijke fijnstoffelijke structuur is nog intact.

  2. Kees de Vos zegt

    Volgens mij zit er een cruciale fout in onze elektriciteitsleer waardoor uiteindelijk ook de “zwaartekracht” op zijn grondvesten hoort te schudden. Bij een negatieve ladingsopbouw blijven elektronen aangetrokken door bijv. de bol waar de lading op is aangebracht. Ook, of beter gezegd, juist in vacuüm. Bij een televisiebuis moet de kathode verhit worden om elektronen eruit te krijgen voordat ze verder wrijvingsloos een spanningsverschil van bijv. 5000 volt kunnen doorlopen. In plaats van het vacuüm diëlektrische eigenschappen toe te kennnen is het zinvoller stil te staan bij de eigenschap van aardse materie dat het altijd energie kost om elektronen uit materie vrij te maken (foto elektrisch effekt Einstein).
    Verder beseffend dat in een cruciale proef van het geladen vlierpitbolletje gëinfluenceerde deeltjes in de omgeving net zulke aantrekkende elektrische krachten uitoefenen op het vlierpitbolletje als vice versa zou je geen “afstotende ” elektrische krachten nodig hebben, c.q. mogen veronderstellen, om een eventueel uiteen raken van dat vlierpitbolletje te verklaren (mocht het uit een of meerdere opsplitsbare delen hebben bestaan).
    Zo kun je “afstotende” verschijnselen dus verklaren uit alleen de aantrekkende elektrische krachten.
    Er is een heel eenvoudige proefopstelling te maken met vele geladen blaadjes waarbij met een voortijdige c.q. continue ontlading plaatselijk ladingsuitwisseling plaatsvindt en waarbij het overgrote deel van de geladen blaadjes in de andere richtingen elkaar niet “afstoten”. Een andere proef die je op het idee brengt is ook eenvoudig door grote ronde platen (1 m2) dicht bij elkaar te plaatsen en ze evenals de proeflading tussen die platen gelijknamig te laden. De proeflading zal geen voorkeurspositie innemen wat je wel zou mogen verwachten als er “afstotende” krachten zouden bestaan.
    Denk verder aan de aanname van een 0-potentiaal voor onze aarde terwijl er een onverklaard voltageverschil is van 100 volt per meter positief dat er vervolgens voor zorgt dat negatieve lading continue naar boven verhuist (en vervolgens met de bliksem weer terugkomt).
    Verdere hints: negatieve ionen zijn\blijven stabieler in ijle en koudere omstandigheden. En natuurlijk het opvallende feit dat moleculen (de bulk van onze materie) elektronen delen van hun samenstellende elementen!
    De elektrometer is ook eenvoudig te bekritiseren; als een geladen blaadje door geaarde materie wordt aangetrokken zullen evenzo twee of meerdere geladen blaadjes aangetrokken worden door geaarde materie.
    De elektrometwer is rondom omgeven door geaarde materie en het volstaat aantrekkende elektrische krachten daarvoor verantwoordelijk te achten (i.p.v. “afstotende”)
    Bij de definitie van het elektrische veld moet je een “aparte” benadering volgen om alsnog de “afstotende” elektrische krachten te incorporeren.
    Alles bij elkaar mijn overwegingen om er vanuit te gaan dat afstotende elektrische krachten niet bestaan en waarmee de “gewone” aantrekkingskracht weer overwogen moet worden als een resultante van (afgeschermde) elektrische krachten.

Speak Your Mind

*