18 april 2024

Maankrater Copernicus bevat sporen van vóór het ontstaan

Rotslichaam Copernicus

Het slangachtige rotslichaam is rijk aan magnesiumpyroxeen, terwijl de rest van de Copernicus-krater uit ijzer en calciumpyroxeen bestaat. Credit: NASA and Deepak Dhingra

Grote inslagen op de maan vormen brede kraters en transformeren het oppervlaktegesteente in een vloeistof. Geofysici zijn er altijd vanuit gegaan dat het afkoelende gesteente homogeen zou zijn (waarbij de verschillende rotstypen onherkenbaar door elkaar gehusseld zijn). Nu hebben onderzoekers bewijs gevonden dat het afkoelende gesteente helemaal niet homogeen is, maar dat de mineralogie van vóór de inslag deels bewaard wordt gebleven. De onderzoekers hebben een slangachtig rotslichaam met een kenmerkende mineralogie gevonden in de Copernicus-krater, een 100 kilometer breed “gat” in de maan. Het rotslichaam is zo’n 30 kilometer lang en draagt de mineralogische handtekening van de rotsen die aanwezig waren voor de inslag. Dat betekent dat de smeltafzettingen van de inslag helemaal niet onherkenbaar getransformeerd zijn. Blijkbaar begrijpen we de processen die optreden bij het ontstaan van een krater minder goed dan we dachten. De mineralogische samenstelling van de Copernicus-krater is in kaart gebracht door de Moon Mineralogy Mapper aan boord van de Indiase Chandrayaan-1 maansonde. Bron: Brown University.

Share

Speak Your Mind

*