“Jonge aarde heeft op de Jupitermaan Io geleken”

Credit: Nature

Twee planetaire wetenschappers hebben in een gezamenlijk onderzoek gesuggereerd dat de jonge aarde veel op de Jupitermaan Io moet hebben geleken. In deze periode heeft de aarde een deel van z’n warmte afgestaan aan de ruimte door middel van zogenaamde hittepijpen. Deze theorie gaat tegen de algemene mening in dat de aarde rechtstreeks veranderd is van een gesmolten magmawereld naar een planeet bedekt met tektonische platen.

Hittepijpen zijn “gaten” in het oppervlak van planeet, waaruit magma naar het oppervlak wordt geduwd. Ongeveer zoals vulkanen dus, maar in plaats van uitbarstingen stroomt het magma bij hittepijpen gewoon langzaam naar boven. Hetzelfde gebeurd bij de Jupitermaan Io, dat wel vulkanen bevat, maar daarnaast helemaal bedekt wordt met hittepijpen. Hierdoor wordt voortdurend oppervlaktemateriaal gemengd met materiaal uit het inwendige.

De twee planetaire wetenschappers suggereren dat op aarde een soortgelijke situatie heeft bestaan. Deze situatie moet zich hebben voortgedaan tussen de periode van de magma-oceaan en het begin van de ontwikkeling van tektonische platen in. Het voortdurende opwellen van materiaal door de hittepijpen heeft geleid tot een dikke afzettingslaag aan het oppervlak van de aarde. Nadat de planeet is gaan afkoelen, zijn vanuit deze afzettingslagen de tektonische platen ontstaan.

Natuurlijks is het lastig om bewijs te vinden voor dit model. Mogelijk kan gekeken worden naar zirkonen in diamanten met een leeftijd van 3 tot 4 miljard jaar. Deze zouden bewijs voor verwering moeten vertonen dat veroorzaakt kan zijn door het voortdurende verhitten tijdens het hittepijp-transport.

Bron: Phys.org

Gerelateerde Astroblogs:

Alternatieve zwaartekrachtstheorieën kunnen getest worden met de seismische activiteit van de aarde Studie waarschuwt voor het einde van het leven op aarde als gevolg van abrupt zuurstofgebrek. Waarom en wanneer zal dit gebeuren? Team onafhankelijk onderzoekers presenteert analyse vliegbewegingen UAP’s van de Amerikaanse marine op luchtvaartconferenties AIAA