29 maart 2024

Vier extreem verre clusters van sterrenstelsels ontdekt

Credit: Dave Clements/ESA/NASA

Met behulp van twee Europese ruimtetelescopen, namelijk Planck en Herschel, hebben astronomen vier nieuwe, extreem verre, clusters van sterrenstelsels gevonden. Ieder van deze clusters bevat duizenden sterrenstelsels, die op een afstand van gemiddeld tien miljard lichtjaar vanaf de aarde staan. Dat betekent dat we de stelsels zien zoals ze eruit zagen toen het heelal slechts drie miljard jaar oud was.

Clusters van sterrenstelsels zijn de zwaarste en grootste objecten die door de zwaartekracht bijeen gehouden worden (hoewel er aanwijzingen zijn voor structuren die nog groter zijn dan clusters, namelijk Muren van Sterrenstelsels). Hoewel astronomen vele nabije clusters kennen, moeten ze verder terug in de tijd gaan, om te achterhalen hoe deze clusters precies ontstaan zijn.

Maar hoe is het mogelijk dat deze clusters vanaf zo’n enorme afstand zichtbaar zijn? Dat komt doordat de clusters zijn opgebouwd uit sterrenstelsels die in een enorm tempo nieuwe sterren produceren. Bij dit proces komt licht vrij dat opgepikt kan worden door satellieten. Overigens worden sterrenstelsels in twee hoofdgroepen verdeeld: elliptische sterrenstelsels, die veel sterren bevatten maar vrijwel geen gas en stof; en spiraalstelsels, die minder sterren bevatten, maar heel veel gas en stof.

De meeste clusters worden vandaag de dag gedomineerd door enorme elliptische sterrenstelsels, waarvan de grootste (IC 1101) maar liefst zes miljoen lichtjaar lang is (!). De astronomen vermoeden dat hetgeen we zien in deze verre clusters feitelijk de geboorte van dit soort reusachtige stelsels moet zijn.

Bron: Royal Astronomical Society

Overigens staan de verre clusters van sterrenstelsels in werkelijkheid veel verder weg dan 10 miljard lichtjaar. In werkelijkheid is tien miljard lichtjaar de afstand tot de Melkweg op het moment dat het licht z’n reis naar onze ogen begonnen was. Door het uitdijen van het universum staan de clusters inmiddels op een veel grotere afstand.

Nog een opmerkelijk feit is het volgende: stel dat je je zou bevinden in een sterrenstelsel binnen één van deze verre clusters. Als je dan richting de Melkweg zou kijken, zou je haar zien zoals ze er tien miljard jaar geleden uitzag. Bizar toch?

Oh en nog één ding: het feit dat het heelal 13,8 miljard jaar oud is, wil niet zeggen dat de straal (halve diameter) van het universum eveneens 13,8 miljard lichtjaar moet zijn (zie deze AstroBlog). Sterker nog, er bestaat geen enkele bovengrens voor de diameter van het universum: het zou heel goed oneindig groot kunnen zijn en toch slechts 13,8 miljard jaar oud zijn!

Maar hoe groot is het heelal dan? Wel, het waarneembare universum heeft een straal van 46 miljard lichtjaar (zie bovenstaande video), terwijl het gehele universum een diameter moet hebben van minstens 14 biljoen lichtjaar. Hoe we dat allemaal weten wordt hier uitgebreid verteld.

Share

Comments

  1. Tinslee J. zegt

    Ik vind dit ongelooflijk, als je bedenkt dat er miljoenen beschavingen kunnen zijn opgestaan en weer verdwenen nog voordat het licht ons heeft bereikt.

  2. WikkieWokkie zegt

    Hey Olaf,
    Interessant stukje wat je geschreven hebt, maar naar aanleiding van: “Door het uitdijen van het universum staan de clusters inmiddels op een veel grotere afstand” rijst bij mij de volgende vraag; Wat is dan de acceleratie van het heelal?

    -Ik weet dat de uitdijing van het heelal steeds sneller verloopt, maar wat is dan de op dit moment de werkelijke afstand tot die “cluster van sterrenstelsels”?

    Hierop voortbordurend….
    -Waar in de weergave van de CMB die de planck-sateliet van de CMB heeft gemaakt is de melkmeg gesitueerd?
    Waar bevindt de melkweg zich tov het middelpunt van het heelal? Als we aan de rand van het heelal zitten bewegen de objecten aan de andere kant van het heelal zich steeds sneller bij ons vandaan tov het middenpunt van het heelal.

    • Enceladus zegt

      Ik vrees dat er geen middelpunt van het heelal bestaat.

      groet,
      Gert (Enceladus)

      • Jôghûm zegt

        ik vrees met vreze dat jouw vrees is gestoeld op een vreselijk dun steeltje van andermans veronderstellingen.

        • En ik vrees met grote vreze dat Enceladus toch gelijk heeft. Het uitdijende heelal heeft geen centrum. In deze Astroblog van Olaf van Kooten wordt de bekende analogie van een opgeblazen ballon opgevoerd. Het gaat dan niet zozeer om de gehele ballon, inclusief de lucht in het midden, maar alleen om het uitdijende oppervlak van de ballon. Dat tweedimensionale oppervlak moet je vergelijken met de driedimensionale ruimte in het heelal. Staan er stippen op de ballon dan zullen die allemaal door het uitdijen de indruk hebben dat de andere stippen van hun vandaan bewegen en dat zij het centrum van het heelal zijn. Maar dat is natuurlijk niet zo. En geen enkele van die stippen kan zeggen dat het ’t echte centrum van het heelal vormt, dat is er ook niet.

          • Jôghûm zegt

            dat heb ik gisteren óók gelezen Arie,

            het zou enceladus dan ook gesierd hebben daar naar te verwijzen en niet net te doen alsof hij het zelf heeft verinnerlijkt en doorzien.

          • Enceladus zegt

            Jôghûm,

            Dat doe ik helemaal niet. Die hele connotatie is volledig voor jouw rekening.
            Alles wat ik schreef is “Ik vrees dat er geen middelpunt van het heelal bestaat.”

            Dat die mening gestoeld is op kennis mag voor jou toch geen reden zijn om zo’n sneer te plaatsen?

            groet,
            Gert (Enceladus)

          • WikkieWokkie zegt

            @Arie,

            In mijn vraag over de locatie van de Melkweg in het heelal ging ik ook eigenlijk uit van map die gemaakt is door Planck van de CMB.

  3. Wybren de Jong zegt

    Het artikel lijkt uit te gaan van de veronderstelling dat een vlak heelal noodzakelijkerwijs oneindig groot moet zijn.
    Wiskundig gezien hoeft dat helemaal niet. In twee dimensies kan je bijvoorbeeld een ronde schijf definiëren, waarbij een mier die over de rand gaat aan de andere kant van de schijf uitkomt. Daar zou die mier verder niks van merken, tenzij hij de hele schijf zou kunnen overzien. Maar als zijn waarneming beperkt is door een horizon, dan merkt hij er niks van en ziet alleen maar een vlakke ruimte om zich heen, tot aan de horizon.
    Zo zou het dus ook met ons universum kunnen zijn: we zien alleen maar vlakke ruimte om ons heen, omdat onze waarneming beperkt is tot 46 miljard lichtjaar ver. Toch zijn er voor het universum op grotere schaal nog allerlei topologische varianten mogelijk (wiskundig consistent), waarbij het vlak en eindig is.

    • Olaf van Kooten zegt

      Ik heb niet geschreven dat een vlak universum persee oneindig groot moet zijn hoor. Ik heb alleen gezegd dat het oneindig groot ZOU KUNNEN zijn.

  4. WikkieWokkie zegt

    Beste Gert,

    Jij zegt, “Ik vrees dat er geen middelpunt van het heelal bestaat”

    Kun je mij dan mischien uitleggen waarom er dan geen vaststaand middenpunt van het heelal is? Wanneer ik uitga van vier dimesies (LxBxHxt) kan iets wat vanuit een één punt ontstaat (big bang) eigenlijk alleen maar een bolvormig object ontstaan.. Maar nu zeg jij dat het heelal niet symmetrisch is, hierdoor ben ik het verhaal even kwijt… Mede veroorzaakt door de bolvormige weergave van de CMB 🙂

    Frank

Speak Your Mind

*