28 maart 2024

Toekomst van de Melkweg zou heel anders kunnen verlopen dan verwacht

Verdeling van moleculair gas bij botsende sterrenstelsels klein. Credit:
ALMA (ESO/NAOJ/NRAO)/SMA/CARMA/IRAM/J. Ueda et al.

Er heeft een revolutie plaatsgevonden in ons begrip van de evolutie van sterrenstelsels. Vrijwel alle astronomen waren van mening dat bij de botsing van twee even grote sterrenstelsels het resultaat een elliptisch sterrenstelsel zou zijn. Dat lijkt ook logisch: door zwaartekrachtinteracties worden sterren en gas alle kanten op geslingerd, waarbij het eindresultaat een onregelmatige bol zal zijn. Computersimulaties hebben dit beeld altijd bevestigd. Maar er blijkt geen hout van te kloppen!

Waarnemingen hebben namelijk uitgewezen dat botsingen tussen gelijkwaardige sterrenstelsels regelmatig resulteren in een schijfstelsel, oftewel een spiraalstelsel of een lensvormig stelsel. Hiertoe is gebruik gemaakt van ALMA (Atacama Large Millimeter/sub-millimeter Array), waarmee men gekeken heeft naar de distributie van koolmonoxide – een indicator van moleculair (stervormend) gas – bij botsende sterrenstelsels. Wat blijkt nou? Binnen de warboel van botsende stelsels blijkt een flink deel van het koolmonoxide (en dus het stervormende gas) een schijfvorm aan te nemen!

Hiermee komt ook de toekomst van ons melkwegstelsel in een ander daglicht te staan. Het is namelijk een feit dat de Melkweg en haar naaste grote buur Andromeda binnen een paar miljard jaar met elkaar in botsing zullen komen. Iedereen ging er vanuit dat het resultaat van die botsing een saai elliptisch sterrenstelsel zou zijn. Maar dat hoeft dus helemaal niet! Het resultaat zou ook een gigantisch spiraal- of lensvormig stelsel kunnen zijn! Zo zie je maar weer, dat sterrenkundige dogma’s plotsklaps omver geworpen kunnen worden.

Het volledige onderzoek kun je hier teruglezen.

Share

Comments

  1. de tuinman zegt

    heb je net de kattestaarten en de brandnetels het hoofd kunnen bieden,
    steeekt het zevenblad de kop weer op.

    blijf lachen hoor olaf.

  2. Vrijwel alle astronomen waren van mening dat bij de botsing van twee even grote sterrenstelsels het resultaat een elliptisch sterrenstelsel zou zijn. Dat lijkt ook logisch: door zwaartekrachtinteracties worden sterren en gas alle kanten op geslingerd, waarbij het eindresultaat een onregelmatige bol zal zijn. Computersimulaties hebben dit beeld altijd bevestigd. Maar er blijkt geen hout van te kloppen!

    Ik ben benieuwd of ze kunnen ontdekken waar de fout in hun aannames zit en dit kunnen verbeteren in de simulatie. Ook ben ik benieuwd of de fout ook van invloed is op andere simulaties.

    Zo zie je maar, als het model verkeerd is zal de simulatie ook verkeerd uit pakken. Blijft natuurlijk wel open hoe groot de impact van zo’n fout is, maar theorie-bevestigende simulaties hoeven niet altijd met de werkelijkheid overeen te komen. Alleen observaties kunnen de theorie en simulatie bevestigen of ontkrachten.
    (Ik vroeg me al eens eerder af hoe accuraat simulaties zijn http://www.astroblogs.nl/2014/09/03/sterrenkundigen-identificeren-supercluster-waar-melkweg-bij-hoort-laniakea/ )

    • De vraag blijft dan natuurlijk wel waar al die (…Hmmm… hoeveel elliptische stelsels zijn er eigenlijk) elliptische stelsels dan WEL vandaan komen, als ze niet afkomstig zijn van botsingen / samensmeltingen van gewone spiraalstelsels. 😕

      Groet, Paul

      NB. ik kan me voorstellen dat het nogal wat uitmaakt hoe hoog de snelheid van de ‘botsende’ sterrenstelsels bij aanvang is.
      – bij lage snelheden : elliptisch
      – bij matige snelheid : mooie bloemen, zoals in de simulaties
      – bij hoge snelheid : nauwelijks botsing of versmelting verschijnselen.
      Ook zal de hoek waaronder de samensmelting plaatsvindt veel verschil uitmaken. Als twee spiraal stelsels evenwijdig aan elkaar lopen en elkaar raken zoals borden op een plank, of als een frisbee die een ander inhaalt, is het resultaat vast heel anders dan als ze elkaar ‘klieven’ .
      (De kans dat ze elkaar ‘evenwijdig’ raken zal wel klein zijn…)

  3. “dat er geen hout van klopt”
    De vraag die ik heb is, of die computersimulatie alleen met de zwaartekrachtswerking volgens Newton of Einstein is.
    Er zijn minstens twee andere benaderingen.
    1. Behalve de zwaartekracht ook de elektrische en magnetische wisselwerking meenemen zoals in de plasmakosmologie.
    2. De zwaartekracht is nog onvoldoende begrepen en we wachten op Erik Verlinde zijn nieuwe theorie. Dan schijnt hij ook te komen met een idee betreffende de oplossing van het probleem van de zwarte-energie en zwarte-massa, als ik het goed begrepen heb.
    Ik vind het wel leuk, dat Erik niet spreekt over aether maar over “een emergent effect van microscopische kwantum realiteit”. Om daarna te stellen dat die aether hard of taai kan zijn afhankelijk van de “kneding” door eventueel aanwezige massa’s. Ik heb ervan begrepen dat in de buitenste delen van spiraalstelsels alles “aan elkaar vast zit” en dat daarom het draait zoals een wagenwiel en niet alles “losse” massa’s volgens Newton/Einstein.

  4. Bij de uitdijing van het heelal gaat het om de lege ruimte zélf die uitdijt. De sterrenstelsels gaan vanzelf mee. Het wordt vaak uitgelegd met het voorbeeld van de ballon met stippen die opgeblazen wordt.
    http://www.astroblogs.nl/2014/06/02/het-uitdijende-heelal-gaat-sneller-dan-lichtsnelheid/

    Hier komt mijn vraag 😀 Hoe is het dan mogelijk dat, ondanks die uitdijing, ons Melkwegstelsel met naaste buur Andromedastelsel gaat botsen!? Dat komt ergens tegenstrijdig over. Uiteindelijk zullen toch alle stelsels zo ver van elkaar verwijderd zijn dat er weer een ‘niks’ in ‘alles’ ontstaat? (Maar dat is een ander verhaal, doet niet ter zake)

    Dan vraag B 😀 Ik kan het zou gauw nergens vinden, maar is zo’n botsing tussen 2 melkwegstelsels al niet eerder gebeurd? (Waarschijnlijk niet want anders hadden we al een voorbeeld)

  5. Om op vraag A in te gaan, waarom de Melkweg en het Andromedastelsel zullen botsen ondanks de uitdijing van het heelal en het uit elkaar gaan van de sterrenstelsels: de Melkweg en het Andromedastelsel staan té dichtbij om iets te merken van de expansie van het heelal, de onderlinge zwaartekracht is groter dan de kracht van de expansie tussen hen.

    En over vraag B: ja, botsende sterrenstelsels zijn eerder gebeurd en aangezien het licht daarvan vaak miljoenen of miljarden jaren heeft gedaan ons te bereiken zie we dat nu gebeuren. Alleen gaat het tempo waarin ze botsen zo traag, dat het slechts momentopnames zijn.

    • Arie, als het antwoord op vraag B echt een bewezen waarheid is, dan is vraag A ook beantwoord. De bekende metafoor van de ballon met stippen is dus niet goed? Dat zal toch niet waar zijn?

      Citaat:de Melkweg en het Andromedastelsel staan té dichtbij om iets te merken van de expansie van het heelal, de onderlinge zwaartekracht is groter dan de kracht van de expansie tussen hen’

      Oké dan, de uitdijing van het heelal, de snelheid waarmee sterrenstelsels van elkaar verwijderen als gevolg van de uitdijing, de roodverschuiving…dat klopt toch niet helemaal meer als er al eerder (antwoord B) botsende sterrenstelsels zijn geweest.
      De nieuwe metafoor: als een ballon met stippen wordt opgeblazen, worden de onderlinge afstanden van de stippen steeds groter, behalve als de stippen té dicht bij elkaar staan (zucht) Waarschijnlijk door een derde factor die wij nog niet weten?

      Het is vaag om ‘botsende’ sterrenstelsels in dit geval te wijten aan de onderlinge ‘zwaartekracht’ Eigenlijk komt het averechts over (‘achteruit’ vooruit lopen) Twee sterrenstelsels die in de toekomst terug in de tijd gaan. Wie weet is ons Melkwegstelsel al een samenvoegsel.

      Weet je, ik ga er nog eens een nachtje over slapen 😉

  6. En uitgeslapen? 😀

    • Ja, maar wel met een vreselijke koppijn wakker geworden. Ik denk dat er geen goed antwoord op mijn vraag gaat komen. Jij hebt het over zwaartekracht :-S dan zou je eerder aan aantrekkingskracht kunnen denken. Maar dan nog…

      Een simpel ander metafoor: een glas Cola en een glas water giet je bij elkaar, het wordt lichtbruin want de vloeistoffen mengen. Zo is het, zo werkt het met vloeistoffen, denken wij. Maar nu heb je een glas zonnebloemolie en een glas water, giet het bij elkaar, de twee vloeistoffen mengen niet! De olie drijft door een andere/onbekende factor.
      (in dit simpele voorbeeld weten we de onbekende factor wel natuurlijk)

      Wat ik probeer te begrijpen is waardoor een botsing tussen 2 sterrenstelsels zou kunnen gebeuren, of al gebeurd is, terwijl de uitdijing alle (?) sterrenstelsels mee op sleeptouw neemt. Wat is de onbekende factor?

      • Oeps, balen van die hoofdpijn. 🙁 Is zwaartekracht iets anders dan aantrekkingskracht? Zwaartekracht trekt aan, dus in mijn beleving is dat gewoon hetzelfde. Bij sterrenstelsels binnen de Lokale Groep is hun onderlinge afstand zodanig klein dat de zwaartekracht er sterker is dan de expansie van het heelal, vandaar dat door dit soort lokale invloeden de sterrenstelsels naar elkaar toe kunnen bewegen. Ga je buiten de Lokale Groep kijken dán zijn de effecten van de expansie zichtbaar, maar ook daar zijn nog steeds zwaartekrachtsinvloeden werkzaam, onder andere van de ‘grote aantrekker’

        • Zonder aantrekking beweegt een object met constante snelheid (volgens Newton/Einstein). Aantrekking versneld de beweging.

          Als er een blauwverschuiving is, en je daaruit (zoals gebruikelijk met de huidige inzichten) de conclusie mag trekken dat Andromeda naar ons toekomt, is de enige conclusie die snelheid tussen de andromeda en ons zoals die 2.500.000 jaar geleden was. (vanwege de tijdsduur van het licht) Een versnelling of vertraging lijkt me moeilijk te meten. Na enige tijd opnieuw de blauwverschuiving meten en het verschil met nu vaststellen?

          Het lijkt me dat andere conclusie’s op indirecte filosofieën en aanname’s steunen. Mocht de ruimte zelf uitdijen (wat ik me zelf niet kan voorstellen) dan stel ik me voor dat de ballon met stippen opgeblazen wordt zodat de stippen van elkaar af bewegen, echter die stipjes zitten niet in de ruimte vast maar bewegen zelf ook. Dus op de ballon zijn twee stipjes (andromeda en wij) vlak bij elkaar en komen toch naar elkaar toe omdat onze lokale snelheid op het oppervlak groter is dan de snelheid van de uitrekking van de ballon tussen ons is. Dat de ruimte sneller uitdijt dan de lichtsnelheid zal dan voor veel verder gelegen stipjes gelden, of voor de snelheid op een bepaalde afstand van een virtueel middelpunt van de ballon. Als we ons in het middelpunt stellen, dan is er dus een zeer bepaalde afstand van een bol om ons heen waar de roodverschuiving overeenkomt met de lichtsnelheid.

          Ik geloof het allemaal niet zo erg, maar dat doet er niet toe: ik ben altijd al tegendraads geweest. 😉 Ik houd nu eenmaal van een plat heelal.

        • In mijn beleving is zwaartekracht buiten een dampkring aantrekkingskracht. Het is maar hoe je het bekijkt.
          Een voorbeeld is trekken en duwen. Volgens mij zijn hier verschillende meningen over.
          http://www.answers.com/Q/Does_gravity_push_or_pull

          • In mijn belevenis is zwaartekracht binnen onze atmosfeer ook aantrekkingskracht:
            Als je valt of springt, wordt je altijd door de aarde naar de grond getrokken.

            IK heb tenminste daarover geen andere ervaring. 🙂

            ————-

            Het voorbeeld van een ballon die wordt opgeblazen, zegt iets over de groei van de ruimte, niet automatisch iets over alle afstanden binnen die ruimte.
            Jij en ik bevinden ons bijvoorbeeld ook in die nog steeds groeiende ruimte. Toch is er best een kans dat wij elkaar ooit ontmoeten. Volgens jouw antwoord op vraag B is dat eigenlijk uitgesloten… 🙂

            Dat maakt de ruimtegroei (met het versimpelde voorbeeld met de ballon ) niet onjuist.

  7. Heeft de Andromeda een blauwverschuiving?

  8. Paul, mijn vraag B was of zo’n botsing tussen 2 melkwegstelsels al niet eerder was gebeurd?

    Jouw citaat: Het voorbeeld van een ballon die wordt opgeblazen, zegt iets over de groei van de ruimte, niet automatisch iets over alle afstanden binnen die ruimte.

    -Als de ballon met stippen (sterrenstelsels) wordt opgeblazen, geeft dat juist aan dat de onderlinge afstanden van de stippen (sterrenstelsels) steeds groter worden.

    Of bedoel je iets anders? De sterrenstelsels zelf dijen niet uit, maar daar gaat mijn vraag niet over.

    Jij schrijft: In mijn belevenis is zwaartekracht binnen onze atmosfeer ook aantrekkingskracht. Paul, ik heb daar geen probleem mee hoor 😉 Het is een mysterie 🙂

    Vincent Icke – Zwaartekracht bestaat niet – Een vraagstuk voor de 21ste eeuw

    http://www.youtube.com/watch?v=BMilxNjMXB4

    • Die stippen zijn geen stelsels maar rasterpunten. De sterrenstelsels hebben geen vaste punten op dat raster maar kunnen ook zelfstandig bewegen binnen dat raster welke nog steeds verder wordt opgeblazen.

      Neem anders een fles cola met daarin nog iets ‘pure cola’ . Die bruine vloeistof staat voor het begin van ons heelal. Een geconcentreerde massa. Langzaam wordt er water bij in gegeten. de concentratie bruine stof neemt af, evenredig met de volume toename.
      Maar 2 ‘bruingekleurde cola-moleculen’ kunnen zich toch nog wel gaan treffen, want de vloeistof is in beweging.
      –In vloeistoffen zal die kans op een ontmoeting steeds kleiner worden, tenzij er Vanderwaalskrachten actief zijn.
      –In het al hangen de materie klompen via zwaartekracht aan elkaar, die vinden elkaar net als moleculen met cohesie(!)

      Groet, Paul

      • Paul, je uitleg is duidelijk, maar ik heb niet de indruk dat ze dat op die manier bedoelen (rasterpunten). Dan had men wel de lavalamp met zwevende glitters als voorbeeld genomen. Stel dat het glas uitrekbaar is, gooi er meer vloeistof bij en voilà.

        Een andere populaire vergelijking is die van het rijzende rozijnenbrood (Govert Schilling Handboek Sterrenkunde) De rozijnen stellen de sterrenstelsels voor en het deeg de uitdijende ruimte.
        Citaat:’Net als in het echte heelal is er in zo’n rijzend rozijnenbrood sprake van een evenredig verband tussen afstand en verwijderingssnelheid.

        😀 Elke week bak ik rozijnenbroodjes (met amandelspijs) voor mijn man. Ik zie dan 9 kleine porties ‘ruimte’deeg met ‘sterrenstelsels’ flink uitdijen op mijn bakplaat.

        Mijn ruimtebollen met sterrenstelsels 😛

        http://i.imgur.com/0WXzm0C.jpg

        • de tuinman zegt

          Monique zegt:

          20 september 2014 op 19:28

          Bij de uitdijing van het heelal gaat het om de lege ruimte zélf die uitdijt. De sterrenstelsels gaan vanzelf mee. Het wordt vaak uitgelegd met het voorbeeld van de ballon met stippen die opgeblazen wordt.
          ——————————————————————-

          als iets Niet uit kan dijen is het wel lege ruimte.

          voorts doet het een beetje als Dijen-Kletsers aan.

          een opgeblazen ballon is toch wel het proto-voorbeeld van On-leeg
          zelfs een dichtgeknoopte ballon die in het “luchtledige wordt gebracht kan alleen maar opzwellen omdat de omringende ruimte een lagere luchtdruk heeft.
          maw als het “heelal” uitdijt is dat wegens een het heelal omvattende nog “legere”ruimte.

          • de+tuinman zegt

            o ja en dan komt er natuurlijk nog iemand met trillingen en warmte en toegevoegde materie etc.
            doet allemaal niet ter zake.

          • Tja, ik verzin dat niet zelf hoor, Tuinman. Het zijn voorbeelden die Govert Schilling aangeeft.
            Bovendien kan ik mij daar ook iets bij voorstellen. En uhm …Govert geloof ik meteen op z’n blauwe ogen 😛

          • En waarom kan de lege ruimte niet uitdijen?

          • ” … nog ‘legere’ ruimte. ”

            Buiten ons heelal is niks, dus ook geen (lege) ruimte.
            Ruimte (!) en tijd zijn tijdens de oerknal gevormd/ontstaan en buiten ‘het al’ zijn geen invloeden merkbaar van de Big Bang. Er is dus geen ruimte buiten ons heelal. Q.E.D.

      • Lieve Ruud, dat zei Arie meteen al in zijn eerste reactie. Toch bedankt voor de links. Dat we over zeer lange tijd samen met buur Andromeda aan de zwier gaan heb ik al genoteerd (haha)
        Maar mijn rechter hersenhelft hè…die vindt het voorbeeld nog steeds tegenstrijdig met wat er in de realiteit is gebeurd of gaat gebeuren 😀

        • Geen dank haha
          Maar je rechter hersenhelft, over welk voorbeeld heb je het wat die tegenstrijdig vindt met wat er in de realiteit is gebeurd of gaat gebeuren?

        • … maar Monique,

          jij kunt toch ook een dagje naar zee gaan of naar een winkel?
          Als alle afstanden alleen maar zouden groeien, (zoals krenten in een rijzend brood/ stippen op een rijzende ballon), dan kon je toch ook niet naar zee. Je zou er nooit aankomen, omdat de zee sneller zou verdwijnen dan jij er heen kon reizen.
          Het is namelijk niet alleen de vacuüm-ruimte die groeit, maar ook de ruimten die door massa worden ‘bezet’ . En die groei doet zich niet allen op macroschaal voor, maar ook op microschaal.

          Groet, Paul

          Uiteraard is op kleine schaal de ‘ruimtegroei’ slechts beperkt, en kan met een kleine kracht de expansie overwonnen worden. De afstand van hier naar Andromeda is relatief klein, en de zwaartekracht is groot genoeg om die (extra) ‘hobbel’ te nemen.

          • Maar Paul, hoe kom je erbij dat alle afstanden alleen maar zouden groeien!? Krenten in rozijnenbrood? Als je zo gaat beginnen ben ik er gauw klaar mee vriend.

            http://www.astroblogs.nl/2014/07/06/reizen-door-ruimte-en-tijd-ruimtetijd/

            http://www.astroblogs.nl/2014/06/02/het-uitdijende-heelal-gaat-sneller-dan-lichtsnelheid/

          • Quote” …ben ik er gauw klaar mee vriend.”

            Ja meid, dat had je dan meteen kunnen bedenken. 🙁

            Het uitdijende van het heelal is begonnen met de oerknal. Dat effect is dus (1)overal en (2)uniform. Ook in zwaartekrachtsvelden !!!!!
            Maar het verschil is dat in (alle) krachtvelden er een tegengesteld kracht is.

            In de lokale groep is er zo’n krachtveld: Zwaartekracht.
            Om terug te komen op je krentenbrood: heel (het rasterpunt van) de lokale groep is een dikke vette krent. 🙂
            Die krent in je broodje is min of meer vormvast, maar de lokale groep bestaat uit diverse sterrenstelsels met daarin talloze sterren en planeten. En ALLES draai , niks heeft een vaste plek.

            Je andere mooie voorbeeld: die ballon! Hoe groot zijn de stippen die je er op hebt gezet?
            Het Heelal is zo’n 93 miljard (!) lichtjaar. De afstand van hier naar Andromeda is maar 2,5 miljoen lichtjaar. een factor 40.000 keer kleiner…
            Dat stipje op je ballon…. is niet de Melkweg, maar de lokale groep. 😛

            Ik ga jouw hersenhelften geen van beiden overtuigen, je moet het er maar mee doen.

            Groet, Paul

          • Jij bent in ieder geval overtuigd van je eigen gelijk 😉
            Ik laat mij liever overtuigen door het boek van Govert Schilling. Case Closed

          • Ik zie niet precies wat jullie geschil is. 🙂

            Ja het universum dijt uit. Dit is gebaseerd op de roodverschuiving die bij bijna elk sterrenstelsel wordt waargenomen.
            Het uitdijen vindt in principe overal plaats, behalve op plaatsen waar de zwaartekracht dit effect opheft. Dat kan binnen een sterrenstelsel zijn, maar ook binnen clusters, want zo is de uitdijing binnen de lokale groep niet merkbaar en meetbaar.

            En ja de stipjes op de ballon, of de rozijnen in het rozijnenbrood, stellen sterrenstelsels voor. Maar dezelfde stipjes of rozijnen kunnen dan dus ook clusters van sterrenstelsels voorstellen, zoals dus de lokale groep waar de uitdijing niet merkbaar en meetbaar is.

            http://www.astroblogs.nl/2014/09/06/afstanden-meten-het-heelal/

            Binnen de Lokale Groep van sterrenstelsels, waar de Melkweg toe behoort, is de expansie van het heelal niet merkbaar en meetbaar.

            Edit: en nou geen gedonder meer anders gaan jullie allebei vroeg naar bed vanavond! 😀

          • @ Rudie V.
            “allebei vroeg naar bed”

            Dat zal niet gaan: sommige mensen hebben nachtdienst. Centjes verdienen! 🙂

            Jullie alvast een goede NACHTrust, Paul

  9. de tuinman zegt

    het wordt aanbevolen termen als leegte en vacuüm nog eens nader te beschouwen.
    gebral in een lege ruimte slaat alle planken mis.

    • Bij de beschouwing van ruimte, vergeet men vaak dat men het heeft over een abstractie in het voorstellingsvermogen van de mens. Niet over een concreet iets. Het is filosofisch gezien eerder een afwezigheid van objecten die men WEL kan voorstellen: er blijft dan niets over waar het subjectieve bewustzijn zich WEL iets bij kan voorstellen: een niets.
      Dan rijst de vraag of een “niets” wel wezenlijk , ontologisch bestaat.
      Daar is de westerse wereld mijns inziens al de fout ingegaan met als eerste Parmenides. Die stelde dat het niets niet bestaat. En na duizenden jaren filosoferen ervaren de meeste mensen het als een onwankelbare waarheid.
      https://nl.wikipedia.org/wiki/Parmenides
      Die stelde dus dat het niet-zijn niet bestaat. En daaruit is de modale logica ontstaan: iets is waar of niet waar en er is geen derde mogelijkheid.
      Dan komt men op mijns inziens dwaze uitspraken als: Voor de oerknal was er geen tijd en ruimte. Dus was er niets.
      Op het moment dat je het daar over hebt, dat is je bewustzijn er al.
      En het ruimte-tijdloze heeft wel de potentie van ons tijdruimtelijke universum.

      Ik zou ook wel zo’n wijze tuinman willen hebben, die de planken niet misslaat.

    • In dat opzicht is het zeggen dat lege ruimte niet kan uitdijen ook niet slim, zoals je zelf zei.

      de tuinman zei:

      als iets Niet uit kan dijen is het wel lege ruimte.

      voorts doet het een beetje als Dijen-Kletsers aan.

      Inderdaad, een dijenkletser 😛

      Want de lege ruimte is helemaal niet zo leeg, er is alleen geen materie aanwezig. Maar er is onder andere nog vacuumsenergie en het higgsveld is ook overal aanwezig.
      En theoretisch is er dan de donkere energie.

  10. De Schrijvende Poes zegt

    Hoi Monique,

    Het gaat over twee zaken:
    1) de ruimte die groter wordt, waardoor de afstanden tussen sterrenstelsels toenemen;
    2) de zwaartekracht tussen die stelsels, waardoor de afstanden tussen sterrenstelsels juist afnemen.

    Alles hangt nu samen met de snelheid waarmee dit gebeurt. Als twee stelsels ver genoeg uit elkaar staan, dan is de zwaartekracht niet zo sterk (snel). En dan kan de ruimte ertussen gaan toenemen.
    Als twee stelsels dicht genoeg bij elkaar staan, dan is de zwaartekracht ertussen sterker, sterk genoeg (“snel” genoeg) om ze ondanks de uitdijing van de ruimte toch nader tot elkaar te brengen.

    In de analogie van de ballon:
    -Stel je voor dat de stippen niet op de ballon getekend zijn, maar magneetjes zijn die over de ballon kunnen glijden.
    -Stel je voor deze magneetjes elkaar aantrekken met 1 cm per uur (dat is met echte magneetjes natuurlijk veel sneller).
    -Stel je ook voor dat de kortste afstand tussen 2 magneetjes op het moment dat je gaat blazen, 1 cm is.
    -En tot slot, stel je voor dat je de ballon zo opblaast, dat die kortste afstand in een uur tijd van 1 cm naar 1,5 cm gaat. Oftewel: wat nu 1 cm afstand is, is na een uur 1,5 cm afstand.

    Twee magneetjes met de korst mogelijke onderlinge afstand staan dus (als je gaat blazen) op 1 cm afstand van elkaar. Na een uur blazen is die afstand gegroeid naar 1,5 cm. Maar vanwege dat ze elkaar tegelijkertijd aantrekken, is de afstand ook afgenomen: met 1 cm (in dat uur blazen).
    Ze staan dan na dat uur dus uiteindelijk op 1,5-1= 0,5 cm van elkaar: ze zijn dichterbij elkaar gekomen in vergelijking met de beginsituatie, ook al heb je de ballon opgeblazen (ook al is de ruimte ertussen uitgedijd).

    Kijk nu naar 2 andere magneetjes, die op 5 cm van elkaar staan op het moment dat je gaat blazen. Na een uur blazen is elke cm 1,5 cm geworden, dus zijn die 2 magneetjes 5×1,5=7,5 cm van elkaar gaan staan. In dat uur hebben ze elkaar echter ook aangetrokken, met 1 cm per uur. Dus de afstand ertussen na een uur blazen is 7,5-1= 6,5 cm.
    Ze zijn dus uit elkaar bewogen in vergelijking met de beginsituatie, in tegenstelling tot de magneetjes uit het eerste voorbeeld.

    Dit voorbeeld houdt geen rekening met het feit dat de zwaartekracht zwakker wordt met toenemende afstand. Dat betekent dat als twee magneetjes verder van elkaar staan, ze elkaar steeds zwakker zullen aantrekken. Twee magneetjes op 1 cm afstand trekken elkaar dus sneller aan dan twee magneetjes op 5 cm afstand. Maar dat maakt niet uit om het effect te beschrijven.

    NB: “aantrekkingskracht” is gewoon een ander woord voor zwaartekracht. Maar ‘aantrekkingskracht’ wordt vaak gebruikt voor wat twee mensen voor elkaar kunnen voelen, dus ‘zwaartekracht’ is meestal beter.

    • Hoi Schrijvende Poes, je hebt er echt over na zitten denken hè 😉 Super dat je het op die manier uitlegt. Ik kan me er een voorstelling bij maken. Een stuk eenvoudiger dan wat ik zelf kan bedenken.

      Ik begon namelijk al te twijfelen of het niet om 2 verschillende situaties gaat. Sterker nog, ik probeerde mij een soort van meerdere aparte statische heelallen rondom de dicht bij elkaar liggende sterrenstelsels voor te stellen. Zodat daar andere invloeden zijn dan buiten het ‘forcefield’

      Tja Poes, zwaartekracht :-S Of het nou te maken heeft met een gevoelswaarde van het woord an sich…? Ik vind zwaartekracht iets anders dan aantrekkingskracht.
      Je kunt iemand door het gat duwen of je kunt aan de andere kant staan en iemand door het gat trekken.
      Het resultaat is hetzelfde, dat dan weer wel. Ik zal ermee moeten leren leven 😉 (zucht)

      • De Schrijvende Poes zegt

        Ja, in de natuurkunde is het zo dat als het effect van twee verschillende beschrijvingen eigenlijk precies gelijk is, je die twee beschrijvingen ‘equivalent’ kunt noemen. Daarmee zijn ze niet hetzelfde hoor, maar je kunt dan een bepaald fenomeen op twee aparte manieren verklaren die beide dezelfde uitkomst geven. Beide beschrijvingen zijn dan ‘juist’ (of ze ‘waar’ zijn, is iets anders).

        Een bekend voorbeeld is de equivalentie van energie en materie.

        Vanuit echter de relativiteitstheorie volgt dat zwaartekracht altijd een aantrekkend effect heeft. Het duwt dus nooit. Of dat echt altijd zo is, daarover is men nog niet zeker, maar het is een twijfel die niet speelt rond het begrip ‘aantrekkingskracht’. Maar omdat natuurkundigen wel graag zo duidelijk mogelijk zijn, vermijden ze meestal woorden die dubbel uitgelegd kunnen worden. Zie bij jou de verwarring die kan komen door ‘aantrekking’.

        Zwaartekracht is in dat geval een beter woord, omdat het beter laat zien wat er gebeurt. Er wordt bij zwaartekracht/aantrekkingskracht niet echt aan een ander voorwerp getrokken, namelijk. Net zo min als er geduwd wordt.
        Het gewicht van een voorwerp vervormt de ruimte. En die vervorming werkt een beetje zoals bij een gespannen rubber vel: als je daar een gewicht op zet, en er een knikker bij gooit, zal die knikker naar het gewicht rollen. Maar niet omdat het gewicht aan de knikker trekt of duwt. Het is de zwaarte van het gewicht waardoor het trommelvel indeukt, vervormt dus, en daardoor valt die knikker naar het gewicht toe.
        Daarom is ‘zwaartekracht’ wellicht de voorkeursterm: het vermijdt de associatie met ‘aantrekken’ en ‘duwen’.

        Maar de ware aard van zwaartekracht is nog niet doorgrond, en wellicht dat we ‘het vervormt de ruimte’ ooit ook moeten bijstellen.

    • Volgens mij waren er toch ook nog sterrenstelsels waarvan de onderlinge afstand gelijk bleef en ze synchroon met elkaar bewegen? Of ben ik nu in de war met wat anders?

      • De Schrijvende Poes zegt

        Die zijn er wel: de Magelhaanse Wolken bijvoorbeeld, satellietstelsels van de Melkweg. Net zoals de aarde om de zon draait, draaien die om de Melkweg.

        Zo’n situatie is op de lange duur echter evenmin stabiel, zoals niets dat is. Ooit zullen ze verzwolgen worden door de Melkweg of een ander passerend stelsel, of de ruimte ingeslingerd worden.

  11. de tuinman zegt

    volgens mij verdienen we een compliment omdat wij tot het inzicht zijn gekomen dat de ruimte Niet leeg is,
    een primaire voorwaarde om tot uitdijing te kunnen komen.
    of die ruimte dan uiteindelijk haar (want baarmoederlijk) elasticiteit verliest en scheurt is ook wel een aardige.

Laat een antwoord achter aan Jan Reactie annuleren

*