29 maart 2024

De galactische hoofdreeks

Credit: ESO

Het Hertzsprung-Russell-diagram van sterren kennen we allemaal, tenminste als je een keertje een beetje beginnersboek voor sterrenkunde hebt doorgebladerd. In dat in 1910 door Ejnar Hertzsprung en Henry Norris Russell bedachte HR-diagram worden absolute helderheid (y-as) en temperatuur (x-as) van sterren aan elkaar gelinkt en dat levert een diagram met diverse clusters of groepen van sterren – zie hierboven een voorbeeld. De meeste sterren blijken op een langgerekt lint voor te komen, dat van linksboven (de lichtsterke, hete, zware sterren) naar rechtsonder (de lichtzwakke, koele, lichte sterren) loopt en waartoe ook de zon behoort. Dat lint wordt de hoofdreeks (Engels: main sequence) genoemd.

Credit: ESO

Zo’n diagram van verschillende variabelen kan je opstellen voor sterren, maar je kunt ‘m ook voor sterrenstelsels opstellen. Enkele jaren terug kwamen de sterrenkundigen verbonden aan de Cosmic Assembly Near-infrared Deep Extragalactic Legacy Survey (CANDELS) met een eerste poging daartoe en het resultaat ervan zie je hierboven, eentje waarin het aantal gevormde sterren per tijdseenheid (y-as) gelinkt is aan het totale aantal sterren in het sterrenstelsel (x-as). Wat blijkt: ook in dit diagram blijken de meeste sterrenstelsels op een hoofdreeks te liggen, eentje die in dit geval de galactische hoofdreeks wordt genoemd – Kai Noeske was de eerste die de term hanteerde. En ook hier zien we diverse clusters die buiten de hoofdreeks liggen, zoals de ‘read and dead galaxies‘, waar bijna geen nieuwe sterren worden gevormd, en de ‘starburst galaxies‘, waar de snelheid van stervorming heel hoog is, vermoedelijk door botsingen van sterrenstelsels. Het is door dit soort diagrammen dat sterrenkundigen meer te weten willen komen over het ontstaan en de verdere evolutie van sterrenstelsels. Bron: Koberlein + CANDELS.

Share

Speak Your Mind

*