29 maart 2024

Nog even over die planeten Janssen en Lippershey

Credit: Ricnun uit en.wikipedia.org

Enkele weken geleden werd bekendgemaakt dat de Internationale Astronomische Unie (IAU) 32 exoplaneten en 15 sterren officiële namen heeft gegeven. Dit alles na een wereldwijde oproep van de IAU om suggesties hiervoor te doen. Als je de lijst in Olaf z’n blog leest zie je ook twee Nederlandse namen staan: de planeten Janssen en Lippershey. Jazeker, er is een planeet die Janssen heet en die 40 lichtjaar van ons vandaan ligt en een andere die Lippershey heet, net zo ver verwijderd. Beide planeten zijn genoemd naar de Zeeuwse brillenmakers Zacharias Janssen en Hans Lippershey, degenen die ongeveer tegelijk in 1608 de telescoop hebben uitgevonden. De namen waren voorgesteld door de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde (KNVWS). De exoplaneet 55 Cancri d in het sterrenbeeld Kreeft heet voortaan planeet Janssen en de exoplaneet 55 Cancri e, in het zelfde planetenstelsel bij dezelfde ster, heet nu planeet Lippershey. Ze draaien om een dubbelster, waarvan de ene, 55 Cancri A, een op de zon lijkende ster is, spectraaltype G, de andere, 55 cancri B, een rode dwerg – hierboven zie je ze in de paarse cirkel.  De hoofdster heeft van de IAU ook een naam gekregen, 55 Cancri A heet voortaan Copernicus. Volgens de huidige waarnemingen draaien daar vijf planeten om heen, 55 Cancri b, c, d, e en f, die nu Galileo, Brahe, Lippershey, Janssen respectievelijk Harriot heten.

Hé kijk nou, Jansen met één ‘s’.

Die uitvinding van de ‘Hollandse Kijker’ is weer een apart verhaal. Op 25 september 1608 vraagt de in Middelburg woonachtige brillenmaker Hans Lipperhey bij het dagelijks bestuur van de Staten van Zeeland een introductiebrief voor de Staten Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Met deze aanbevelingsbrief op zak demonstreerde hij aan Prins Maurits van Oranje een ‘buyse waarmee men verre kan sien’ en vroeg hij patent aan voor zijn vinding. Met deze eenvoudige ‘Hollandse kijker’, een buis met twee lenzen, kon Prins Maurits vanuit Den Haag op de kerktoren van Delft aflezen hoe laat het was. Prins Maurits en enkele hoge diplomaten, die bij elkaar waren voor onderhandelingen voor het Twaalfjarig bestand in de Tachtigjarige oorlog, zagen meteen het militaire belang van deze uitvinding.

Brillenmaker Hans Lippershey.

Ondanks de grote belangstelling voor zijn uitvinding kreeg Lipperhey geen patent, omdat de vinding te makkelijk na te maken was en het instrument al bij anderen bekend zou zijn. Zo maakte bijvoorbeeld ook Zacharias Jansen, een andere Middelburger en bijna buurman van Lipperhey, aanspraak op de uitvinding. Hoewel het patent werd afgewezen, was het de start van de wereldwijde verspreiding van wat wij later de telescoop zullen noemen. Nou, de rest van het verhaal kennen we inmiddels wel. In 1609 hoorde Galileo Galilei van Lippershey’s uitvinding en hij bouwde zijn eigen telescoop. Galilei richtte voor het eerst een telescoop op de hemel en voila… ging er met de eer vandoor.

Share

Comments

  1. a.van balen zegt

    vraagje hoe ziet een teleskoop van papier eruit
    ik heb er een van percamentpapier en met leer als huid tevens zijn er ringen van hoorn
    tussen elk schuifdeel

Speak Your Mind

*