Gisteren stond er een interessant artikel in de wetenschapsbijlage van NRC-handelsblad over de snaartheorie. Niet eens over de natuurwetenschappelijke kant van deze theorie, maar meer over het geruzie tussen wetenschappers die momenteel het debat beheerst. In het artikel komen theoretisch natuurkundigen aan het woord, die in woord en geschrift elkaar te vuur en te zwaard bestrijden: aan de ene kant het ‘voor-kamp’, degenen die de snaartheorie zien als het fundament voor de uiteindelijke ’theory of everything’ (TOE), en aan de andere kant het ’tegen-kamp’, degenen die de snaartheorie zelfs niet als het begin van een theorie of model erkennen. Naast de theoretici zijn er ook de experimentalisten. Hun kritiek is vooral dat de theoretici teveel in de boeken gedoken zitten en te weinig kijken of de gegevens hun ideeën verifiëren. Voordat we dieper ingaan op de verschillende kampen eerst een stukje info over de snaartheorie. Wat is nou precies de snaartheorie (‘stringtheory’ volgens goed Amerikaans gebruik)? De oertheorie stamt uit 1968 toen de Italiaan Gabriele Veneziano begon te speculeren over het bestaan van trillende snaren. Dit zouden onmetelijk kleine ééndimensionale snaren zijn. Diverse keren is het snaarmodel sindsdien aangepast, verguist en als een feniks uit de as herrezen. In 1984 bleek dat de snaren het beste in een tiendimensionale wereld kunnen bestaan. Uit de trillingen van de snaren in die tiendimensionale wereld zouden vervolgens de elementaire bouwstenen voortkomen van á lle materie in onze vierdimensionale wereld. Die bestaat zoals we weten uit drie ruimtedimensies en één tijdsdimensie. Naast die materie zouden ook de krachten tussen de bouwstenen een gevolg zijn van de trillende snaren. In 1995 werd de snaartheorie weer aangepast en kwam de wiskundige Edward Witten met de stelling dat de snaren in 11 dimensies zouden functioneren. Hij sprak van de M-theorie, waarvoor je volgens Witten M mocht opvatten als magie, mysterie of matrix. En nu, 11 jaar nadien, is er ten aanzien van de snaartheorie een hopeloos verdeelde natuurwetenschappelijke wereld. Aanleiding voor het artikel in NRC-Handelsblad is een debat op 2 oktober j.l. in het Maagdenhuis in Amsterdam over de snaartheorie. En dat debat was weer een gevolg van de publicatie van twee boeken over de snaartheorie (Not even wrong van Peter Woit en The trouble with Physics van Lee Smolin; hé, over die Smolin heb ik hier vaker geschreven, zoals op die gedenkwaardige 29e januari 2006). In het NRC-artikel komt onder andere Gerard ’t Hooft aan het woord, nobelprijswinnaar voor de natuurkunde voor zijn aandeel in het standaardmodel van de elementaire deeltjes. ’t Hooft is vanaf het begin scpetisch geweest over de snaartheorie. In het begin accepteerde hij de snaartheoriezelfs niet als theorie of als model. Inmiddels is hij iets genuanceerder. Dat wil zeggen dat hij zegt ‘dat er inmiddels veel is verbeterd’, maar voegt er aan toe (in een e-mail aan NRC’s verslaggever Margriet van der Heijden) ‘dat we ook de tekortkomingen beter zijn gaan zien’. Robbert Dijkgraaf, één van de deelnemers aan het Maagdenhuisdebat, is te vinden in het pro-snarenkamp. Hij is het niet eens met de twee genoemde auteurs van de kritische boeken, van wie hij Peter Woit maar een ‘mislukt fysicus’ noemt, ‘die bij Columbia University vooral de computersystemen onderhoudt’. Goh, leuk die wetenschappers onder elkaar 😉 En dan zijn er die experimentalisten zoals Jos Engelen van CERN, die vinden dat te weinig naar de echte data wordt gekeken. Hij wijst daarbij op de Large Hadron Collider (LHC), die in 2007 bij CERN in gebruik wordt genomen. Niet dat deze in staat zal zijn om het bestaan van de snaren te bewijzen (daar zijn de geproduceerde energieën te klein voor), maar er is toch veel meer experimenteel bewijs te vinden voor diverse ideeën. Ook hij klaagt dus over gebrek aan belangstelling bij de theoretisch natuurkundigen. Kortom, een artikel waar je op zondagmorgen met een kopje koffie heerlijk een uurtje voor op de bank blijft zitten. Over de snaartheorie is het laatste nog niet gezegd. Wordt vervolgd! Bron: NRC-handelsblad. (hieronder: nog een leuke strip die ik hier tegenkwam over de snaartheorie).