28 maart 2024

Astrale wetenschappen in het antieke nabije oosten

Van Gent tijdens z'n lezingGisteravond heeft Robert H. van Gent, universiteitsdocent aan de Universiteit van Utrecht in de Vakgroep Sterrenkunde en Geowetenschappen, een publiekslezing gegeven bij sterrenkundevereniging Christiaan Huygens. Het onderwerp van de lezing was ‘De astrale wetenschappen in het antieke Nabije oosten’. Niet zoals ik een week geleden schreef over de astronomie, maar ook over de astrologie, want in die tijd (van zo’n 2.000 v. Chr. tot 0) waren die twee zo’n beetje hetzelfde.
Ik heb Robert van Gent opgehaald van het station in Dordrecht, want hij kwam per trein vanuit Utrecht aan. We gingen eerst nog eventjes langs Albert Heijn in het centrum, want van Gent vertelde dat hij het nogal druk had gehad en geen tijd had om kattevoer voor z’n katten te kopen. Toen de voedselvoorraad van z’n katten gered was reden we naar het gebouw van de NVWA in Papendrecht. Een stuk of dertig leden en ook wat publiek waren daar in afwachting van de lezing. En die was interessant. Het ging vooral om de sterrenkunde (en astrologie, vooruit dan maar) in Mesopotamië, het gebied tussen de Eufraat en de Tigris. Daar waar de beschaving zo’n beetje begonnen is dreigt nu de beschaving te eindigen, want daar ligt Irak, letterlijk en figuurlijk brandhaard van conflicten. Die mix van astronomie en astrologie was trouwens niet enkel voorbehouden aan de oudheid, want tot aan de 17e eeuw bedreven gerenommeerde sterrenkundigen ook astrologie. Bekende geleerden zoals Copernicus, Tycho Brahe en Galileo Galileï trokken regelmatig een horoscoop. Een zucht van verlichting ging door de zaal toen van Gent vertelde dat Christiaan Huygens zo’n beetje de eerste was die sterrenkundige pur sang was en niets van astrologie moest hebben.

17e eeuwse afbeelding van de geitvis

Credit: Public Domain

Met een boeiende serie sheets liet van Gent zien tot welke sterrenkundige staaltjes de Mesotamiërs (waaronder een hele serie volkeren wordt verstaan, zoals Babyloniërs, Soemeriërs en Assyriërs) in staat waren. Zo is de waarde van de zogenaamde synodische maand (de tijd tussen twee nieuwe manen in) volgens recente metingen 29 dagen, 12 uren, 44 minuten en 2,88 seconden. Verkregen met behulp van hypermoderne instrumenten. De waarde die de Mesopotamiërs gebruikten week slechts een halve seconde ( 😯 !) af van de hedendaagse waarde! De Mesopotamiërs waren ook de eersten die sterrenbeelden aan de hemel zagen. Van Gent liet voorbeelden zien van reliëfs waarop al bekende sterrenbeelden te zien waren zoals de Leeuw en Waterslang. Ook kwam regelmatig het sterrenbeeld Geitvis op afbeeldingen voor (zie de afbeelding hiernaast van de 17e eeuwse cartograaf Hevelius). Nu staat dat sterrenbeeld bekend als Steenbok (Capricornus). Hé, da’s mijn eigen sterrenbeeld! Tenslotte had van Gent nog aandacht voor sterrenkunde in het Egyptische rijk van de farao’s. Maar dat was van een beduidend lager niveau dan hetgeen de Mesopotamiërs presteerden. En zo was het een boeiend avondje historische sterrenkunde. Weer eventjes back to the roots dus. Morgen weer sterrenkunde anno 2006, dat beloof ik. O ja, voor degenen die het allemaal maar moeilijk kunnen bevatten: de foto’s van de lezing zijn hier terug te vinden.p.s. Van Gent had het ook nog over 2009: het jaar dat we herdenken dat 400 jaar geleden Galileo voor het eerst de Hollandse kijker op de sterren richtte! Zie m’n astroblog van 2 november hierover. Wie heeft er ideeën hoe we dat kunnen vieren?

Share

Speak Your Mind

*