28 maart 2024

Mogelijk nieuw type supernova ontdekt

DEM L238 (l) en DEM L249 (r) in röntgenlicht

Credit: X-ray: NASA/CXC/NCSU/K.Borkowski; Optical: NOAO/CTIO/MCELS

Gisteren kwam ik met het nieuws dat in een gezamelijke studie met de Chandra ruimtetelescoop van de NASA ?de XMM-Newton ruimtetelescoop van de ESA, die beiden in röntgenlicht waarnemen, een zwart gat in een bolvormige sterrenhoop is ontdekt. Kennelijk hebben NASA en ESA de smaak te pakken, want gisteren werd ook bekend gemaakt dat sterrenkundigen met behulp van beide instrumenten ook mogelijk een nieuw type supernova hebben ontdekt. Aanwijzingen daarvoor hebben ze gekregen door röntgenwaarnemingen van twee supernova-restanten in de Grote Magelhaense Wolk, genaamd DEM L238 en DEM L249 (zie afbeelding, boven in röntgenlicht en onder optisch). De waargenomen grote hoeveelheid ijzer in de restanten wijst erop dat er sprake is geweest van supernovae type Ia, d.w.z. supernovae die ontstaan als in een dubbelstersysteem één van de twee componenten een witte dwerg is. Als er massa van de gewone ster naar de witte dwerg stroomt kan deze op een gegeven moment een kritische massa overschrijden en dan in één keer exploderen. Maar het vreemde van DEM L238 en DEM L249 is dat het hete gas in de restanten en de hoeveelheid röntgenstraling veel groter is dan gewoonlijk bij type Ia supernovae. Men vermoedt daarom dat er dit keer geen sprake is van witte dwergen, die normaal vele miljarden jaren oud zijn voordat ze exploderen, maar dat het zware sterren zijn die deel uitmaken van een dubbelstersysteem en die al na 100 miljoen jaar genoeg massa hebben aangetrokken om te exploderen.

DEM L238 (l) en DEM L249 (r) in optisch licht

Credit: X-ray: NASA/CXC/NCSU/K.Borkowski; Optical: NOAO/CTIO/MCELS

Men spreekt in dit verband van ‘prompt type Ia supernovae’. Eh.. het Engelse prompt, is dat niet plotseling? Afijn, sterrenkundigen maken serieus werk van verdere studie aan deze mogelijke nieuwe soort van supernova. Het zou een variant van type Ia supernovae kunnen zijn. Dit type wordt veel gebruikt als standaard in het bepalen van de afstanden in het heelal, omdat de lichtkromme en uitgestraalde hoeveelheden licht vrij constant zijn. Een variant met jonge sterren als oorzaak van de supernova en geen oude witte dwergen zou betekenen dat dit type al eerder in de geschiedenis van het heelal moet zijn opgetreden. Die zouden waargenomen kunnen worden en dan zou men afstanden tot ver terug in de tijd beter kunnen bepalen. Maar dan moet de uitgestraalde hoeveelheid licht wel hetzelfde zijn als bij de gewone type Ia en da’s uiteraard de vraag. Sterrenkundigen gaan nu ook dichter bij huis kijken of men daar restanten van prompt Ia supernova kan ontdekken. Het vermoeden bestaat dat de supernova die Johannes Kepler in 1604 zag (dat was nog net in het telescooploze tijdperk) ook zo’n type was. Kortom, zelfde conclusie als gisteren: werk aan de winkel voor de dames en heren theoretici. O ja, en voor de waarnemers. Waar ik overigens zelf benieuwd naar ben en waar ik in het persbericht (hieronder te vinden) niets over zag was de vraag of het niet toevallig is dat de twee supernovarestanten zo vlak bij elkaar staan. Moeten die twee ook niet een verband hebben? Misschien heb ik er helemaal overheen gelezen. Ik moet maar gauw even een bakkie koffie zetten. Lekker nog even genieten van de laatste dag van m’n vakantie 🙁 . Bron: Chandra.

Share

Speak Your Mind

*