28 maart 2024

Speuren naar supernova die zonnestelsel veroorzaakte

Voorbeeld van een nabije supernova, N 63A in de Grote Magelhaense Wolk

Credit: NASA, ESA, HEIC, and The Hubble Heritage Team (STScI/AURA);

Al jaren hebben sterrenkundigen het vermoeden dat de interstellaire gas- en stofwolk, waaruit het zonnestelsel is ontstaan, begon met inkrimpen door invloed van de schokgolven van een nabije supernova. Andere mogelijke oorzaken van zo’n ’trigger’ zijn sterrenwinden van nabije massieve sterren of dichtheidsgolven in de spiraalarmen van de Melkweg. Van deze factoren is die van een nabije supernova wel favoriet. De grote vraag is uiteraard of we over de supernova die meer dan 5 miljard jaar geleden de vorming van het zonnestelsel initieerde meer te weten kunnen komen. Kunnen we daar nog restanten van zien? Met die vraag heeft een team onder leiding van de Japanner Junya Miki, Universiteit van Tokio, zich beziggehouden en het team kwam met enkele opmerkelijke resultaten. Eerst keek Miki’s team naar de samenstelling van de moleculaire ‘oerwolk’, waaruit het zonnestelsel is ontstaan. In sommige meteorieten zijn ‘inclusies’ gevonden, stukjes van die oerwolk, die ingevangen in de meteoriet als een soort tijdmachine de reis naar nu hebben overleefd. In die inclusief zijn radio-actieve kernen gevonden zoals aluminum-26, calcium-41 en ijzer-60, die ontstaan moeten zijn in een supernova. Het team denkt dat een ster met een massa van zo’n 20 zonsmassa’s die atoomkernen heeft gevormd. Vervolgens onderzocht men twee scenario’s:

  1. in scenario 1 is sprake van een schokgolf veroorzaakt door de supernova die de nabije oerwolk doet inkrimpen. In dit scenario zou de supernova tussen 6 en 16 lichtjaar ver weg moeten zijn geweest. Ongeveer 1 miljoen jaar na de start van het ineenkrimpen worden de inclusies in de meteorieten gevormd met daarin de radio-actieve atoomkernen die uitgestoten zijn door de supernova.
  2. In scenario 2 straalt de massieve ster die de supernova veroorzaakt eerst nog ultraviolette straling uit, waardoor de oerwolk al gaat krimpen. Daarna volgt de supernova en wordt het krimpen versneld. In dit scenario moet de afstand van de supernova tot de oerwolk tussen 1 en 2,5 lichtjaar zijn geweest. Da’s dus een stuk dichterbij dan in het eerste scenario. De meteoriet-inclusief moeten enkele miljoenen jaren na de start van het inkrimpen gevormd zijn.

Miki’s team heeft de resultaten van haar onderzoek vorige week gepubliceerd op de 38e Lunar and Planetary Science  Conference, die van 12 tot 16 maart 2007 werd gehouden in Houston, Texas. Miki zelf denkt dat het eerste scenario het meest waarschijnlijk is. Mmmm, jammer want dat maakt de zoektocht naar restanten van die supernova, waar wij allemaal ons bestaan aan te danken hebben, iets lastiger. Miki, succes met je verdere speurtocht! Bron: Astronomy.com.

Share

Speak Your Mind

*