Site pictogram Astroblogs

Een gevoelige snaar

Snaren en branenGisteren stond er een uitgebreid interview in NRC’s wetenschapskatern met Erik Verlinde, mathematisch fysicus aan de Universiteit van Amsterdam. Erik Verlinde is samen met z’n tweelingbroer Herman, die nu in Princeton (VS) werkzaam is, een welbekend duo in de natuurwetenschappelijke wereld. Ze houden zich al jaren bezig met de snarentheorie, één van de kandidaten voor de allesomvattende theorie die het grote én het kleine moet verklaren, en daarmee zowel de relativiteitstheorie als de quantummechanica incorporeren. Het interview met Verlinde, twee pagina’s groot, draait vooral om de weerstand die het laatste jaar ontstaan is tegen de snaartheorie [1]die kort gezegd stelt dat trillende snaartjes (als elastiekjes) en branen (als trommelvellen) ten grondslag liggen aan het heelal. Het is hier wel voor nodig dat er zes extra dimensies worden … Lees verder. Die weerstand komt met name van de bekende natuurkundige Lee Smolin, die in 2006 een boek publiceerde, The Trouble With Physics [2]ondertitel: The Rise of String Theory, the Fall of a Science, and What Comes Next waarin hij stevige kritiek uit op de snaartheorie. Smolin’s voornaamste verwijt is dat de snaartheorie te theoretisch, te wiskundig, te studeerkamerachtig is geworden [3]neem als voorbeeld eens het artikel On Verlinde-Like Formulas in c_{p,1} Logarithmic Conformal Field Theories Daar valt voor een gewone sterveling niet meer doorheen te komen. Het is ‘losgezongen van het experiment’ en daardoor is het niet meer mogelijk de theorie te verifiëren.

Erik Verlinde

Credit: UvA

Dat Smolin kritiek heeft op de snaartheorie is wel logisch overigens, want hij is medebedenker van de Loop Quantumgravitatie (LQG), de grote concurrent van de snaartheorie [4]en die kortgeleden nog gebruikt is om het vroege heelal te beschrijven tot aan het magische moment T=0. Verlinde is het in het interview duidelijk niet eens met Smolin. De snaartheorie is volgens hem nog springlevend en heeft onder andere meer inzicht opgeleverd in de microscopische beschrijving van zwarte gaten. Verlinde zelf werkt momenteel aan de quantumbeschrijving van zwarte gaten en het vroege heelal en de snaartheorie is daar een goede manier voor. Het is een theoretisch bouwwerk dat nog in de steigers staat (al meer dan twintig jaar overigens) en daardoor nog niet toe is aan de fase van verificatie via experimenten.  Het toeval wil dat ik vrijdag bij Bruna op Rotterdam CS even zat te neuzen in wat tijdschriften en eentje daarvan was de New Scientists. En laat die nou in het voorlaatste nummer een artikel hebben over de vier manieren om de snaartheorie te verifiëren! 😯 Misschien moet ik dat artikel maar eens opsturen naar Verlinde. Ik kan overigens nog veel meer vertellen over het interview met Verlinde, het bevat interessante zaken over bijvoorbeeld de afwezigheid van de zwaartekracht op microscopisch niveau, maar daar heb ik even geen tijd voor c.q. zin in. Straks komt er hier weer visite en ik ben nog aan het nashaken van de geweldige strijd die Heidi en ik gisteravond geleverd hebben op klaverjasgebied tegen het fameuze duo Elca-Jan. Eindstand: 1-1! Bron: NRC-Handelsblad, 21 juli 2007.

Voetnoten

Voetnoten
1 die kort gezegd stelt dat trillende snaartjes (als elastiekjes) en branen (als trommelvellen) ten grondslag liggen aan het heelal. Het is hier wel voor nodig dat er zes extra dimensies worden toegevoegd, bovenop de ‘gewone’ vier ruimtetijd-dimensies.
2 ondertitel: The Rise of String Theory, the Fall of a Science, and What Comes Next
3 neem als voorbeeld eens het artikel On Verlinde-Like Formulas in c_{p,1} Logarithmic Conformal Field Theories Daar valt voor een gewone sterveling niet meer doorheen te komen
4 en die kortgeleden nog gebruikt is om het vroege heelal te beschrijven tot aan het magische moment T=0
FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten