Site pictogram Astroblogs

Militair zag pulsars eerder dan wetenschappers

De Krabnevel, een voorbeeld van het restant van een supernova, de Krabnevel (M1) in het sterrenbeeld Stier, die op 4 juli 1054 explodeerde. In het midden staat de Krabpulsar. Credit: NASA, ESA, J. Hester, A. Loll (ASU)

Het verhaal over de ontdekking van pulsars is al duizend keer verteld, maar het blijft boeiend: begin augustus 1967 merkt Miss Jocelyn Bell [1]Later getrouwd door het leven gaand als Jocelyn Bell Burnell., een pas afgestudeerde jongedame die de taak had om registraties van radiosignalen uit te pluizen op zoek naar quasars, dat er in de signalen iets vreemds zat: scherpe, periodieke radiopulsen met een nooit geziene regelmaat van 1 puls per 1,337 seconden. De eerste week na haar ontdekking ging de gedachte uit naar buitenaards leven en sprak men van Little Green Man, oftewel kleine groene mannen. Maar toen er een maand later al zes van dit soort radiobronnen waren ontdekt, allemaal met kortperiodieke pulsen, was het duidelijk dat het om een natuurverschijnsel ging. Uiteindelijk bleek het om snel ronddraaiende neutronensterren te gaan, die als een soort kosmische vuurtoren bundels radiostralen uitzenden. Bell’s begeleider, de Britse astronoom Anthony Hewish kreeg voor de ontdekking van de pulsars in 1974 de Nobelprijs. Bell kreeg niets.
Maar wat blijkt deze week: Brown heeft helemaal niet de pulsars als eerste gezien. Begin deze maand heeft de 81-jarige ex-militair Charles Schisler z’n logboeken uit 1967 bekendgemaakt. Daarin staan de aantekeningen van hem uit z’n tijd dat hij voor de Air Force nog werkte op een militaire basis in Alaska. Met de radar van het Clear Air Force Station moest hij officieel de lucht boven Siberië in de gaten houden (of er geen nucleaire raketten op de VS afkwamen), maar wat hem in de zomer van 1967 vooral opviel was een signaal op de radar met een frequentie van 1 puls per 1,3 seconden. Toen hij vervolgens zag dat het signaal op opeenvolgende dagen telkens vier minuten opschoof kon Schisler de afstand tot de bron bepalen. Met die berekening reed hij vervolgens naar de Universiteit van Alaska in Fairbanks en daar werd hem verteld dat de bron zich in de Krabnevel moest bevinden, 6.300 lichtjaren van de Aarde verwijderd. Schisler begon vervolgens een logboek bij te houden van zijn ontdekkingen en binnen een half jaar had hij acht pulsars gevonden. “Niemand op de basis begreep wat ik in vredesnaam aan het doen was”, aldus Schisler.Een paar maanden later publiceerden Bell en Hewish een artikel in Nature over de vondst van de pulsar (genaamd CP 1919). Schisler raakte in de vergetelheid. Totdat hij begin augustus op een symposium in Montreal een presentatie hield van tien minuten. Het symposium ging over pulsars, want het is per slot van rekening veertig jaar geleden dat deze objecten werden ontdekt. Raad trouwens eens wie andere sprekers waren op dat symposium? Juist, Anthony Hewish ????n Jocelyn Bell Burnell. Zouden die blij zijn geweest met Schisler”s komst op dat symposium? Ik betwijfel het. Bron: NRC-Handelsblad, 28 augustus 2007.

Voetnoten

Voetnoten
1 Later getrouwd door het leven gaand als Jocelyn Bell Burnell.
FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten