Veroorzaakt de Melkweg de variaties in de Kosmische achtergrondstraling?

Met behulp van satellieten zoals COBE en WMAP én talloze ballonnen die vanaf de zuidpool omhoog zijn gelaten zijn minieme variaties in de temperatuur van de kosmische achtergrondstraling (ofwel de CMB, de Cosmic Background Radiation) gemeten. Die CMB zou het restant zijn van de hete oerknal en de variaties zouden wijzen op dichtheidsverschillen in het vroege heelal. Maar nu is er één (zeg maar moedige) sterrenkundige opgestaan die durft te zeggen dat die variaties helemaal niet kosmisch van oorsprong zijn, maar dat het onze eigen Melkweg is die ze veroorzaakt. Die moed is nodig, want zo’n beetje de gehele gevestigde orde, inclusief diverse nobelprijswinnaars, is toch echt de mening toegedaan dat de variaties in de CMB kosmisch zijn. Die ene durfal is Gerrit L.Verschuur, een radiosterrenkundige van de Universiteit van Memphis, die vast en zeker Nederlandse voorouders heeft. Verschuur heeft de kaarten van de variaties nauwkeurig bestudeerd en zegt dat er overeenkomsten zijn met kaarten van radiostraling uitgezonden door wolken van neutraal waterstofgas in de Melkweg. Die kaarten zijn resultaat van de zogenaamde Leiden-Argentina-Bonn (LAB) survey, die in 2005 is afgerond. In totaal ziet Verschuur 200 gebieden waar de CMB-kaarten en de LAB-kaarten overeenkomen. Het vreemde is wel dat door Kate Land (Universiteit van Oxford) en Anze Slosar (Universiteit van Ljubljana, Slovenië) ook die CMB- en LAB-kaarten statistisch hebben geanalyseerd en dat zij géén correlaties (zeg maar overeenkomsten) hebben gezien. Kortom, hier is het laatste nog niet over gezegd. Bron: Physicsworld.