Site pictogram Astroblogs

Is de Pioneer-anomalie verklaard?

Credit; NASA

De Pioneer 10, die een vreemde versnelling onderging

Credit; NASA

In de jaren tachtig ontdekte men dat er met de Amerikaanse ruimteverkenners Pioneer 10 en 11 iets vreemds aan de hand is. Deze vaartuigen, die op dat moment richting buitenste delen van het zonnestelsel vlogen, bleken door onbekende oorzaak een versnelling mee te maken. Voor beide vaartuigen bleek de versnelling 8.74 ± 1.33 x 10-10 m/s² te bedragen, in de richting van de Zon. Men had geen idee wat de versnelling precies veroorzaakte. Het lekken van brandstof, stralingsdruk, magnetische instabiliteiten, verkeerde snelheidsmetingen, geen van deze voorgestelde oorzaken bleek de juiste. Op 8 december 1990 vond er weer iets vreemds plaats. De Galileosatelliet maakte toen een gravitationele zwieper om de Aarde, om ‘m richting Jupiter te slingeren. Bovenop de voorspelde versnelling door de fly-by werd namelijk nog een extra versnelling waargenomen van 3,9 mm/s. ’t Is niet veel, maar het Deep Space Network van de NASA wist het exact na te meten. Latere fly-by’s van de satellieten NEAR, Cassini-Huygens en Rosetta langs de Aarde lieten ook onverwachtte versnellingen zien van respectievelijk 13 mm/s, 0,11 mm/s en 2 mm/s. Sinsdien spreekt men van de Pioneer-anomalie. Omdat de waarnemingen kloppen en de ruimtevaartuigen geen aanleiding geven tot de waargenomen versnelling is men de oorzaak gaan zoeken in de natuurkunde. Misschien klopt er gewoon iets niet aan de zwaartekrachtswetten van Newton, die de basis vormen van de berekeningen over de banen van de vaartuigen. Onlangs is door Mike McCulloch geopperd dat de oorzaak de zogenaamde Unruhstraling zou kunnen zijn. Het Unruh-effect, genoemd naar Bill Unruh (Universiteit van British Columbia) die het in 1976 ontdekte, wil zeggen dat lichamen die een versnelling ondergaan een soort van electromagnetische straling ondervinden. Bij lage versnellingen is de golflengte van die straling groter dan de afmeting van het gehele heelal (de Hubble-afstand genaamd). Maar in het geval van grote versnellingen, zoals het geval als de ruimtevaartuigen door de Aarde een gravitationele zwieper krijgen, wordt die golflengte van de straling kleiner dan de Hubble-afstand en het uiteindelijke effect is een extra versnelling van het vaartuig. Afgezien van de versnelling in de NEAR kunnen met McCulloch’s suggestie alle waargenomen versnellingen worden verklaard. McCulloch’s artikel is hier te lezen. Bron: UniverseToday.com.
FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten