Er zijn inmiddels zo’n 307 exoplaneten bekend, planeten die rondjes draaien om andere sterren dan onze eigen Zon. Je zou de indruk kunnen krijgen dat ons eigen zonnestelsel met acht planeten en nog wat Plutoïden (dwergplaneten) lijkt op die andere ontdekte planetenstelsels en dat we daarmee in een ‘gewoon’ stelsel wonen. Maar uit computersimulaties uitgevoerd door Edward Thommes en z’n collegae blijkt dat ons planetenstelsel, dat om de Zon draait, helemaal niet zo doorsnee is als tot nu toe wordt verondersteld. Zouden de omstandigheden tijdens het ontstaan van het planetenstelsel bijna vijf miljard jaar geleden een tikkeltje anders zijn geweest dan zou het er héél anders hebben uitgezien als nu het geval is. Grosso modo kan je zeggen dat ons planetenstelsel twee componenten kent: een binnenzone met kleine aardachtige, vaste planeten en een buitenzone met grote, gasachtige planeten. De vorming van een planetenstelsel is een complex gebeuren, waarin in de protoplanetaire schijf rondom de proto-Zon gas en stof én planeten in wording, de planetisemalen, elkaar beïnvloeden. De berekeningen van Thommes et al, beschreven in een artikel vorige week in Science verschenen, laten zien dat in de meeste gevallen de gasreuzen in een planetenstelsel naar binnen migreren richting centrale ster. Maar dat is in het geval van ons planetenstelsel niet het geval. Ook hebben alle acht planeten in ons stelsel stabiele banen en dat is ook een uitzondering. Daar komt de waarneming bij dat die 307 ontdekte exoplaneten in geen enkel geval deel uitmaken van een planetenstelsel dat lijkt op het planetenstelsel om de Zon. Conclusie: we wonen in een vrij uniek planetenstelsel! Oeps, dat is toch in tegenspraak met het Copernicaanse principe! Werk aan de winkel voor de theoretici. Bron: NRC-Handelsblad, 9 augustus 2008.
Speak Your Mind