Credit: University of Colorado at Boulder
Het nu volgende bericht is al een paar weken oud, maar tot nu toe kwam het er niet van (lees: ik had geen zin) om er iets over te schrijven. Maar ik liep er nou weer tegenaan, dus dacht ‘kom, laat ik er toch maar iets over annonceren’. Het gaat over onderzoek van een stel Indische wetenschappers van de Indian Space Research Organization (ISRO), waarmee aangetoond is
dat zich in het bovenste gedeelte van de stratosfeer van de aardse dampkring drie unieke soorten bacteriën bevinden. Ding dong, dat is nogal wat. Die stratosfeer bevindt zich ergens tussen 17 en 50 km hoogte, dus die bacteriën komen ergens rond de 50e km boven het aardoppervlak voor. Vijftig km! 😯 Het is ongeveer -50 °C op het laagste punt van de stratosfeer en tussen de 0 en 30 °C op het hoogste punt. Aha, dat laatste is dus levensvriendelijk om het zo maar te noemen. De Indiërs vonden middels apparatuur die onderaan een ballon hing in de stratosfeer in totaal twaalf kolonies van bacteriën en zes soorten schimmels. Negen van die bacteriekolonies bleken ook op Aarde zelf voor te komen. Drie kolonies waren echter compleet uniek en dit waren ook bacteriën die een hoge weerstand bleken te hebben tegen ultraviolette straling van de Zon. Omdat ze voor het eerst ontdekt werden hebben de Indiërs ook maar gelijk namen bedacht voor de bacteriën:
Janibacter hoylei, naar Fred Hoyle,
Bacillus isronensis, naar de Indische organisatie ISRO en tenslotte
Bacillus aryabhata, naar de Indische wiskunde en sterrenkundige Aryabhata (476-550 na Chr.). Bron:
Living the Scientific Life.