Site pictogram Astroblogs

Is de lichtsnelheid wel constant?

Is de lichtsnelheid wel constant?

Credit: João Magueijo

De lichtsnelheid is de snelheid waarmee het licht en andere elektromagnetische straling zich voortplant en de waarde ervan bedraagt in vacuüm 299 792 458 m/s. Van de lichtsnelheid c wordt aangenomen dat ‘ie constant is en dat is ook het belangrijkste uitgangspunt van de speciale relativiteitstheorie van Albert Einstein. Niet alle natuurkundigen zijn er echter van overtuigd dat de lichtsnelheid echt constant is. Herman Weyl vroeg zich dat in 1917 al af en na hem nog een hele schare anderen, waaronder in 1992 de Canadees Johan Moffat. In 1998 kwam daar de Portugese natuurkundige João Magueijo met z’n varying speed of light (VSL) theorie bij [1]Hier een gezamelijk artikel van Moffat én Magueijo., die hij samen met Andreas Albrecht opstelde. Volgens Magueijro zou de lichtsnelheid ten tijde van de oerknal wel 60 ordes van grootte groter zijn geweest dan de huidige lichtsnelheid. Wat precies de snelheid van het licht is zou volgens Magueijo afhankelijk zijn van de energiedichtheid van het heelal. Daarbij zou een exponentiële expansie van het vroege heelal, zoals door het inflatiemodel voorgesteld, niet meer aan de orde zijn. De inflatietheorie geeft een oplossing voor het zogenaamde horizonprobleem [2]Het horizonprobleem houdt in, dat niet verklaard kan worden waarom de temperatuur van de kosmische achtergrondstraling uit tegenovergestelde richtingen gelijk is, nl. 2,73K. Vanuit de aarde gezien … Lees verder, maar met een hogere lichtsnelheid ten tijde van de oerknal is de inflatieperiode niet nodig. Over z’n theorie heeft Magueijo in 2003 een boek geschreven, Faster than the Speed of Light, waarvan je de voorkant hierboven ziet. Ik heb Vincent Icke op een lezing wel eens horen zeggen dat wie kan bewijzen dat de lichtsnelheid echt constant is (of juist niet) gegarandeerd de Nobelprijs voor de natuurkunde wint. Zover is Magueijo nog niet, het is slechts een hypothese. Wordt vervolgd. 🙂 Bron: Daily Galaxy.

Voetnoten

Voetnoten
1 Hier een gezamelijk artikel van Moffat én Magueijo.
2 Het horizonprobleem houdt in, dat niet verklaard kan worden waarom de temperatuur van de kosmische achtergrondstraling uit tegenovergestelde richtingen gelijk is, nl. 2,73K. Vanuit de aarde gezien liggen die uitersten op een afstand van ongeveer 13 miljard lichtjaar, ten opzichte van elkaar is dat 26 miljard lichtjaar. Omdat die afstand te groot is om in de tijd sinds de oerknal door het licht te overbruggen is het een probleem om te verklaren waarom die gebieden op zo’n grote afstand toch eenzelfde temperatuur hebben. Bron: Wikipedia.
FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten