Het topje van de piek van de uitbarsting van SGR1806-20 staat niet in beeld. Zou je die top willen zien dan zou je monitor 300 meter groot moeten zijn. 😯 Nee, niet gelogen, zo energierijk was die uitbarsting. Het werd allemaal veroorzaakt door een zogenaamde hyperflare op het oppervlak van de magnetar SGR 1806-20, een soort van beving in de korst van de magnetar. In feite is een magnetar een neutronenster, maar dan eentje met een bijzonder krachtig magneetveld. Ná de krachtigste uitbarsting zie je in de grafiek een serie kleinere uitbarstingen, met tussenpozen van 7,56 seconden. Dat is de rotatieperiode van SGR 1806-20, de periode waarin dit object – wiens diameter zo’n 20 km is, één keer om haar as draait. De tsunami van 26 december 2004 werd veroorzaakt door een zeebeving met een kracht van 9,3 op de schaal van Richter. De beving in de korst van SGR 1806-20 zou op diezelfde schaal (die logaritmisch is!) 32 zijn geweest. 😯 Bij de uitbarsting kwam in 1/10e seconde net zoveel energie vrij als de Zon in 100.000 jaar uitstraalt. Dá t we dit allemaal kunnen navertellen is te danken aan het feit dat SGR1806-20 plaatsvond op een – voor ons veilige – afstand van maar liefst 50.000 lichtjaar. Zou de magnetar tien keer dichterbij hebben gestaan dan zouden de gevolgen veel ernstiger zijn geweest. Hieronder een voorstelling van de uitbarsting van SGR 1806-20.
Eh… een collega-magnetar van SGR 1806-20, genaamd 1E 1048.1-5937, staat op slechts 9.000 lichtjaar afstand. Als die zich maar koest houdt. Bron: Bad Astronomy.
Voetnoten
↑1 | SGR staat voor soft gamma repeater. |
---|---|
↑2 | “It was the brightest event known to have been sighted on this planet from an origin outside our solar system.”, lees ik op Wikipedia. |