Er zijn heel wat soorten supernovae, sterren die met een enorme kracht exploderen en die tot miljarden lichtjaren afstand vanaf Aarde te zien zijn. Ik heb eens op een rijtje gezet welke typen supernovae worden onderscheiden (met de twee meest bekende supernovae vet weergegeven):
Type | Veroorzaker | Eigenschappen | Voorbeeld |
---|---|---|---|
Ia ('thermonuclear supernovae') | Twee botsende witte dwergen óf een witte dwerg en een begeleidende gewone ster | Geen waterstof (H I), wel geïoniseerd silicium (Si II), nikkel en ijzer | SN 2003fg |
Ib ('stripped core-collapse supernovae') | Zware Wolf-Rayet ster in dubbelstersysteem, die het waterstof in z'n buitenlagen aan de begeleider kwijtraakt voordat hij explodeert | Geen H-I, wel niet-geïoniseerd helium (He I), geen absorptielijn Si II. | SN 2008D |
Ic ('stripped core-collapse SNe', wellicht 'pair instability SNe') | Nog zwaardere ster dan van Ib, ook in dubbelstersysteem, die waterstof én helium kwijtraakt aan z'n begeleider. M > 140 zonmassa, dan 'pair instability SNe'. | Geen waterstof (H I), zwakke of geen He I, geen Si II. | SN 2007bi |
Ipec (type I peculiar) | Zware Wolf-Rayet ster. Heeft z'n buitenlagen van waterstof en helium verloren. | Supernovae van het type I die niet in de andere categorieën passen. | SN 1885A |
IIb ('core-collapse supernova') | Zware ster (minimaal 8 zonmassa's). Het is de heliumkern van een rode superreus, die explodeert. | Drie maanden na het maximum wordt helium zichtbaar (transparant). Lijkt op Ib supernovae, is een soort tussenvorm tussen type II en Ib. | CAS A (1680) |
II-L ('core-collapse supernova') | Zware ster (minimaal 8 zonmassa's) | Geen plateau in de lichtcurve, maar lineaire daling helderheid | SN 1979C |
IIn ('core-collapse supernova') | Zware ster (minimaal 8 zonmassa's) | Geen brede maar nauwe absorptielijnen (type IIn, 'n' voor narrow) | SN 2005gl |
II-P ('core-collapse supernova') | Zware ster (minimaal 8 zonmassa's) | Kenmerkend door het plateau in z'n lichtcurve (type II-P, de 'P' staat voor plateau). Brede absorptielijnen. | SN 2004dj |
IIpec (type II peculiar) | Zware ster (minimaal 8 zonmassa's) | Supernovae van het type II die niet in de andere categorieën passen, ter vervanging van Fritz Zwicky's SN III, SN IV en SN V. | SN 1987A |
Best wel veel, nietwaar? Misschien dat ik de tabel nog wel eens uitbreidt met een kolom ‘restant’, d.w.z wat er precies overblijft in de kern na de supernova. Soms is dat een neutronenster, soms een zwart gat, soms helemaal niets. Ik heb de gegevens overigens uit allerlei bronnen gehaald, o.a. Wikipedia. Wie aanvullingen en/of opmerkingen heeft: laat het even weten, kunnen we ‘m aanpassen of aanvullen. Je zegt ’t maar. 🙂
Speak Your Mind