Pink Floyd zong ’t ooit: Is anybody out there? Het antwoord is denk ik: Yep. Bron: Astroengine.
Yep, ’t is een feit: de Aarde is niet uniek
op zoek is naar aardachtige planeten in de Zomerdriehoek. Sasselov hield een TED-lezing, hieronder te zien, en daarin liet hij het statistische bewijs zien dá t de meeste exoplaneten aardachtig zijn. Het gaat om de grafiek hiernaast, waarin op de horizontale as de straal (R) van de exoplaneten staat , gemeten in aardstralen, en op de vertikale as het aantal door Kepler ontdekte planeten. Wat je ziet is verbluffend simpel: hoe kleiner de straal des te meer planeten. Eind juni werd bekendgemaakt dat Kepler al 706 kandidaat-exoplaneten heeft ontdekt, waarvan de verificatie volgend jaar februari zal volgen. Welke van die 706 planeten Sasselov opgenomen heeft in zijn grafiek weet ik niet, maar het zal ongetwijfeld een dwarsdoorsnede zijn, want anders kan ‘ie een andere baan gaan zoeken. Sasselov schat overigens in z’n TED-praatje in dat er in onze Melkweg naar schatting 100 miljoen bewoonbare planeten zijn, aardachtige planeten waar de omstandigheden gunstig zijn om leven te laten ontwikkelen.
Het hoge woord is er uit: de Aarde is niet de enige aardachtige planeet in het Melkwegstelsel, er zijn meer planeten die de grootte van de Aarde hebben. Sterker nog: de meeste exoplaneten zijn aardachtig. Ergo: het Copernicaanse Principe dat de Aarde geen vooraanstaande positie inneemt geldt niet alleen voor de lokatie van de Aarde – niet centraal in het zonnestelsel, maar nederig in een baantje draaiend om de Zon, welke op haar beurt geen bijzondere positie in het Melkwegstelsel inneemt – maar ook voor de uniciteit van de Aarde, die er namelijk niet is. Het hoge woord kwam begin deze maand van Dimitar Sasselov, de sterrenkundige die betrokken is bij Kepler, de satelliet die sinds 2009