Uit waarnemingen gedaan door sterrenkundigen van de Universiteit van Michigan blijkt dat de meest zware sterren in principe overal kunnen ontstaan, óók op geïsoleerde plekken in het heelal. Dit is tegenstrijdig met het tot voor kort gangbare model dat dergelijke sterren alleen kunnen ontstaan in clusters van sterren. Het team van sterrenkundigen keek met behulp van de Hubble ruimtetelescoop naar acht zware sterren, met massa’s tussen 20 en 150 zonmassa’s, die zich in de Kleine Magelhaense Wolk bevinden, een dwergstelsel van het Melkwegstelsel. Bij vijf van de acht sterren bleken geen naburige sterren te staan, voorzover Hubble kon zien, hetgeen wijst op een geïsoleerd bestaan van deze zware jongens. De drie resterende sterren liggen temidden van kleine clusters – met minder dan tien sterren. Tot voor kort dacht men dat zware sterren een product zijn van grote clusters. Alleen grote clusters zouden dicht en zwaar genoeg zijn om megasterren te vormen. Maar de recente waarnemingen aan de acht sterren wijzen op het tegendeel. Het zou natuurlijk kunnen dat de vijf sterren zich nu bevinden op een andere lokatie dan waar ze ontstaan zijn en in twee gevallen heeft men aanwijzingen inderdaad met zo’n ‘runaway-star’ te maken te hebben. Maar bij de andere sterren heeft men gas gevonden, dat een soort van overblijfsel van hun ontstaan is, een soort kosmische geboortekoek, en dat wijst er op dat ze zich letterlijk in geïsoleerde toestand op de plek van geboorte bevinden. Bron: Science Daily.
Speak Your Mind