Onderzoek gedurende vijf jaar aan maar liefst 200.000 sterrenstelsels – zich uitstrekkend tot zeven miljard lichtjaar afstand tot de aarde – heeft bevestigd dat zich in het heelal een mysterieuze donkere energie bevindt, die verantwoordelijk is voor de versnelling in de uitdijing van het heelal. Voor die bevestiging werden twee instrumenten gebruikt: de Galaxy Evolution Explorer (GALEX), een ultraviolet-satelliet van de NASA en op aarde de Anglo-Australian Telescope (AAT) op de Siding Spring Mountain in Australië. Sinds 1998 heeft men het vermoeden dat de expansie van het heelal – sinds de oerknal 13,7 miljard jaar geleden gaande – steeds sneller gaat. Dat vermoeden kreeg men door waarnemingen aan supernovae die in ver weg staande sterrenstelsels werden geobserveerd. De nieuwe waarnemingen waarmee die van 1998 werden bevestigd zijn gebaseerd op een opmerkelijk fenomeen: geluidsgolven in het vroege heelal zouden ‘paren’ van sterrenstelsels hebben opgeleverd, die telkens volgens een soort van kosmische standaardlineaal van 500 miljoen lichtjaar uit elkaar gelegen zijn, gevisualiseerd in de volgende afbeelding:
Links zie je de standaard-methode, waarbij gebruik wordt gemaakt van supernovae van type Ia, rechts de nieuwe methode met de paren sterrenstelsels. Met GALEX en de AAT kon men een 3D-kaart van de sterrenstelsels in het heelal maken en daaruit kwam de bevestiging naar voren dat zo’n 8 miljard jaar na de oerknal de afstotende werking van de donkere energie het langzaam maar zeker won van de aantrekkende zwaartekracht van de (donkere) materie. :bron: Bron: NASA/JPL.