28 maart 2024

Nee, type Ia supernovae ontstaan niet in systemen met twee witte dwergen

Voorstelling van een type Ia supernova, met een witte dwerg én gewone ster. Credit: LBL.

Aan supernovae van het type Ia hebben sterrenkundigen veel te danken: de ontdekking in 1998 van de versnelling in de uitdijing van het heelal door de invloed van de mysterieuze donkere energie is gedaan dankzij de nauwkeurige meting van de afstand van dergelijke supernovae, gelegen op verre afstanden. Basis voor dergelijke waarnemingen is de absolute lichtkracht van type Ia supernovae: ze vertonen heel weinig variatie in hun absolute helderheid, de helderheid die een ze zouden hebben als ze zich op de overeengekomen afstand van exact 10 parsec zouden bevinden. Maar stel nou dat type Ia supernovae zich vroeger – lees: verder weg in het heelal – anders gedroegen dan nu, dan kan die lichtkracht wellicht variëren in de loop van de tijd, toch? Vandaar dat sterrenkundigen graag willen weten hoe een dergelijke type supernova precies ontstaat. En da’s meteen het probleem, want tot voor kort waren er twee modellen: in het single-degenerate model is sprake van een dubbelstersysteem, met een witte dwerg en een gewone ster, waarbij de witte dwerg een thermonucleaire explosie ondergaat als door voeding met massa van de begeleider een kritische massa wordt overschreden. In het concurrerende double-degenerate model is sprake van twee witte dwergen, die elkaar in één geweldige explosie vernietigen. Recent onderzoek aan 41 supernovae van dit type laat nu zien dat het laatste model in de prullenbak kan. Men heeft natrium waargenomen in de uitdijende restanten van de supernovae en dat natrium kan alleen ontstaan zijn in nabije gewone sterren. Bron: Space.com.

Share

Speak Your Mind

*