Wetenschappers van het beroemde Fermilab in Chicago hebben een gigantische camera gebouwd, waarmee men de donkere energie wil gaan bestuderen, het mysterieuze goedje dat bijna driekwart van de gehele massa-energie van het heelal vormt en dat ervoor zorgt dat het heelal versnelt uitdijt. De camera telt 74 grote, blauwgetinte CCD’s, lichtgevoelige sensoren die ook in de fotocamera’s zitten die wij voor onze vakantiekiekjes gebruiken. Eén verschil: de Dark Energy Camera (DEC) – zoals ze ‘m gedoopt hebben – telt maar liefst 570 megapixels, terwijl die van ons hooguit 12 Mpx op de pixelweegschaal telt. De camera wordt binnenkort verscheept naar Chili, waar hij later dit jaar achter de 4 meter Blancotelescoop in het Chileense hooggebergte komt te hangen. Nee, zelfs met die camera kan men donkere energie niet direct ‘zien’, daar leent de donkere energie zich niet voor. Maar wat ze wél willen zien is welk effect de donkere energie precies heeft op de expansie van het heelal en daarom gaat men met de DEC pakweg 300 miljoen sterrenstelsels bestuderen tot afstanden van 6 á 7 miljard lichtjaar afstand, da’s ongeveer de helft tot driekwart van het gehele heelal. De donkere energie werd in 1998 ontdekt door studie van supernovae in ver weg gelegen sterrenstelsels. Met DEC gaat men proberen de afstand tot die 300 miljoen sterrenstelsels nog preciezer te bepalen dan tot nu toe gedaan is en dat levert dan een beeld op van de mate waarin de expansie van het heelal de afgelopen 7 miljard jaar veranderd is. Bron: NPR.
driekwart van de gehele massa-energie en wij kunnen het niet zien.
Yep, raar maar waar. Sterker nog, van die massa-energie bestaat ongeveer 73% uit donkere energie, 23% uit donkere materie en 4% uit gewone materie. Ook die donkere materie is nog nooit direct waargenomen. Kortom, we kunnen maar 4% echt zien, hoewel óók daarvan een deel nog niet gevonden is door sterrenkundigen.