Site pictogram Astroblogs

Leuk hoor, nou weten we nog minder van donkere materie dan eerst

Impressie van een dwergstelsel, bekeken vanaf een denkbeeldige exoplaneet. Credit: David A. Aguilar (CfA)

Nou, daar schieten we wat mee op. Sterrenkundigen onderzochten de verdeling van donkere materie rondom twee nabije dwergsterrenstelsels – de Fornax en Sculptor stelsels om precies te zijn – en hoopten daarbij een bevestiging te krijgen van het gangbare model van donkere materie. Dat model gaat uit van langzame deeltjes van donkere materie, die in het centrum van zo’n dwergstelsel meer opgehoopt zouden zijn dan verder weg. Maar wat blijkt: de verdeling van donkere materie is heel gelijkmatig, niks centrale opeenhoping. Aldus het resultaat dat Matt Walker (Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics) en z’n collega Jorge Peñarrubia verkregen. Donkere materie is – zoals de naam al doet vermoeden – niet te zien en derhalve onzichtbaar voor telescopen. Maar de beweging van sterren in de dwergstelsels verraadt de aanwezigheid van donkere materie en door heel specifiek de locatie en beweging van 1500 tot 2500 sterren te volgen konden Walker en Peñarrubia de verdeling van donkere materie in beide dwergstelsels zien. Als zo’n stelsel vergelijkbaar is met een perzik, dan zou volgens het ΛCDM-model, het model dat een combinatie inhoudt van donkere energie (Einstein’s Kosmologische Constante Λ) en koude donkere materie (op z’n Engels afgekort als CDM), de donkere materie opeengehoopt door de gravitatiekracht de pit zijn. Maar helaas pindakaas, daar klopt dus niets van. Kortom, klopt het ΛCDM-model wel? Vragen, vragen, vragen. Het zou een keertje niet ingewikkeld zijn. Bron: CfA.
FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten