28 maart 2024

Aha, NSV 11749 blijkt ook een VLTP te zijn geweest

De lichtcurves van de drie bekende VLTP’s. Credit: David Williams

Ja ja mensen, we zijn weer bij de afdeling cryptotitels. “NSV 11749 blijkt ook een VLTP te zijn geweest“, tsja, daar valt natuurlijk geen touw aan vast te knopen. En dan te bedenken dat we het hebben over iets dat zich meer dan honderd jaar geleden heeft afgespeeld, ergens tussen 1899 en 1914. Is dat interessant, nu anno 2011? Yep, dat is het zeker. Laat mij het even uitleggen. NSV 11749 is een ster die in 1899 plotseling op fotografische platen opdook, op een plek aan de hemel waar voor die tijd niets te zien was. In die tijd was er niemand die deze ‘nieuwe’ ster opviel, maar dat gebeurde wel in 2005 toen David Williams, lid van de American Association of Variable Star Observers (AAVSO) foto’s bestudeerde uit de Harvard College Astronomical Plate collectie, welke gemaakt waren in de periode 1885 – 1993. NSV 11749 leek op een nova, maar z’n verloop in lichtkracht was nogal grillig (zie de afbeelding, bovenste grafiek). Nu pas blijkt waar dat grillige verloop door werd veroorzaakt: er is geen sprake van een nova, maar van een zogenaamde Very Late Thermal Pulse (VLTP), vrij vertaald een zeer late thermische puls. Het gaat om een witte dwerg, een ster met een massa ongeveer gelijk aan die van de zon, gepropt in een volume ter grootte van de aarde. Bij zo’n VLTP komt waterstof uit de buitenlagen van de witte dwerg door convectie terecht in het binnenste van de ster en komt er nog een laatste stuiptrekking van waterstofverbranding. Berekeningen laten zien dat gemiddeld één keer per jaar in de Melkweg een witte dwerg z’n buitenlagen uitstoot en een planetaire nevel vormt. Slechts 10% zou daarbij een VLTP ondergaan, dus dat zou in principe iedere 10 jaar te zien moeten zijn. Er zijn op dit moment drie VLTP’s bekend: V605 Aql die in 1919 werd ontdekt, V4334 Sgr, die in 1996 werd ontdekt en naar nu dus blijkt ook NSV 11749, die in 1899 voor het eerst te zien was. Om het ingewikkeld te maken heeft men ook verschillen ontdekt in de eigenschappen van de drie VLTP’s, maar die zijn waarschijnlijk terug te voeren naar de verschillen in massa van de witte dwergen.

Over de AAVSO en novae gesproken

Gisteravond was er niet alleen een mini-ALV bij sterrenkundevereniging Chr. Huygens – een mini-algemene ledenvergadering, eentje die letterlijk en figuurlijk mini was, want hij duurde slechts tien minuten – maar er was ook een zeer enerverende presentatie door André van der Hoeven over het waarnemen van veranderlijke sterren en exoplaneten vanuit je achtertuin. In die presentatie ging het onder andere over de AAVSO, die kaarten publiceert van veranderlijke sterren, waartoe ook de novae en VLTP’s behoren. André heeft over zowel het waarnemen van veranderlijke sterren als van exoplaneten op de Astroblogs geschreven, dus voor de details verwijs ik je naar die blogs. Bron: Universe Today.

Share

Comments

  1. Ja, ik heb Andre zijn presentatie op de astrofotografiedag te Mijdrecht aandachtig gevolgd. Het is geweldig wat je als amateur astronoom kan bereiken in een sterk lichtvervuild gebied bij Rotterdam.

  2. Ja, dat kon je je vroeger toch niet indenken, dat je onder de rook van Rotterdam in staat zou zijn om variaties in de lichtcurve te meten met een precisie die André weet te bereiken en dat je daarmee ook nog eens planeten die om andere sterren draaien kan detecteren. André is meer een soort 'ama- prof'. 🙂

Speak Your Mind

*