
Kepler ziet planeten doordat ze, gezien van de aarde, voor het oppervlak van hun moederster langstrekken. Credit: Kepler/NASA.
Door te zoeken naar “zonnevlekken” aan het oppervlak van de ster, kon de oriëntatie van de rotatie-as vastgesteld worden. Vervolgens heeft men gekeken naar de precieze “timing” van de “transits” van de planeten die rond de ster draaien. Bij een dergelijke “transit” trekt de planeet voor voor het oppervlak van de ster langs, ongeveer vergelijkbaar met de recente Venus-overgang. Hieruit kon men vaststellen dat de planeten uit het Kepler-30 stelsel inderdaad in hetzelfde vlak rond hun zon draaien. De onderzoekers van MIT zijn nu van plan om meerdere voorbeelden te vinden van dergelijke “geordende” planetenstelsels, om zo hun theorie beter te staven.

Artistieke weergave van de planeet Kepler-30c, die precies voor een “sterrevlek” langstrekt. Men heeft deze “sterrevlekbedekkingen” gebruikt om vast te stellen dat de planeten uit dit stelsel allemaal in hetzelfde vlak draaien, en bovendien in dezelfde richting als de rotatie van de moederster. Credit; Cristina Sanchis Ojeda.
Olaf, zitten er in het stelsel Kepler-30 ook nog planeten in de “bewoonbare zone”, dus de zone rondom de ster waarin water in vloeibare toestand kan voorkomen? Dan zou het wel heel erg op ons eigen zonnestelsel lijken.
He? Mijn reactie is weg (?). Nogmaals dan maar: ik heb gezocht naar “lijsten met planeten in de bewoonbare zone die door Kepler ontdekt zijn†– en daar komt geen planeet uit het Kepler-30-stelsel in voor.
Is op zich ook logisch: Kepler-30 heeft 99% de massa van de zon en 95% de diameter. De bewoonbare zone zou dus op een vergelijkbare plek moeten liggen als bij ons zonnestelsel (0.7 – 1,5 AU). De drie planeten bij Kepler-30 staan echter op 0.18, 0.3 en 0.5 AU