Site pictogram Astroblogs

Melkwegcentrum toch geschikt voor planeten?

Op deze artistieke weergave is te zien hoe de planeetvormende schijf (rood) wordt losgerukt en uiteengetrokken door het zwarte gat. Credit: David A. Aguilar (CfA)

Het centrum van het Melkwegstelsel lijkt een onlogische plaats te zijn voor de vorming van planeten. Door de hoge sterdichtheid kunnen sterren elkaar op korte afstand passeren. Verder is het aantal supernovae in dit gebied relatief hoog, hetgeen resulteert in vele schokgolven en intense straling. Tot slot zorgt het supermassieve zwarte gat voor krachtige getijden en verstoringen in het weefsel van de ruimtetijd. Nu blijkt echter uit onderzoek dat zelfs deze ongastvrije omstandigheden de vorming van planeten niet in de weg hoeven te staan.De onderzoekers baseren hun bewering op een langgerekte wolk van waterstof en helium die richting het centrale zwarte wordt getrokken (en vermoedelijk in 2013 opgeslokt zal worden). Deze zou volgens de onderzoekers namelijk bestaan uit de restanten van een planeetvormende schijf die van zijn moederster is losgetrokken. Jonge sterren worden immers omringd door een roterende schijf van gas en stof, die na verloop van tijd samenklonteren tot planeten. Als zo’n ster in de buurt van het centrale zwarte gat zou komen, zou deze gemakkelijk van zijn omringende schijf gestript kunnen worden – zelfs als de ster zelf de passage van het zwarte gat zou overleven.De bron van de ster in kwestie zou bestaan uit een ring van sterren, die op een afstand van 1/10de lichtjaar rond het centrale zwarte gat draait. Deze ring bestaat uit tientallen jonge, heldere sterren van het O-type (blauwe superreuzen), vermoedelijk aangevuld met vele honderden kleinere, zonachtige sterren. Als gevolg van interacties tussen deze sterren, zou er gemakkelijk één naar binnen kunnen worden geslingerd – samen met zijn planeetvormende schijf. Dat betekent dat sterren die in de ring blijven, hun schijven kunnen behouden en dus planeten kunnen vormen. Bron: Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics.
FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten