7 oktober 2024

Hoe de gele hyperreus HR 8752 de ‘gele evolutionaire leegte’ doorliep

De oppervlaktetemperatuur van de gele hyperreus HR 8752 de afgelopen decennia. Credit: A. Lobel ROB.

Hij heeft de respectabele leeftijd van 91 jaar, maar aan ophouden met werken lijkt hij nog lang niet te denken: Cornelis (Kees) de Jager. Waar leeftijdgenoten al lang achter de geraniums zitten is hij nog actief met onderzoek aan sterren, met name onze eigen zon. Vandaag verscheen een bericht op zijn eigen website, waarin melding wordt gemaakt van het verschijnen van een wetenschappelijk artikel over de gele hyperreus HR 8752, waaraan hij met zeven andere sterrenkundigen heeft gewerkt. Die reusachtige ster kennen we ook als V509 Cassiopeiae, 4500 lichtjaar van ons vandaan in het gelijknamige noordelijke sterrenbeeld Cassiopeia. In amateur-telescopen en verrekijkers kunnen we  HR 8752 al zien, want z’n schijnbare helderheid is +5,2m. De Jager en z’n collegae hebben die ster dertig jaar lang onderzocht. Waar het hen om ging was om te kijken op welke wijze de ster een gedeelte van het Hertzsprung-Russell diagram doorloopt dat de ‘gele evolutionaire leegte’ wordt genoemd. Sterrenkundigen gebruiken dat HR-diagram om de evolutie van sterren weer te geven. Op de y-as wordt de absolute helderheid van sterren weergegeven, op de x-as hun oppervlaktetemperatuur, of de afgeleide daarvan, hun kleur.

Klein is V509 Cassiopeiae (=HR 8752) niet te noemen. Sirius – rechtsonder – is twee keer zo groot als onze zon.

In dat diagram komt bij temperaturen tussen 5000 en 12000 K een gebied voor dat in theorie een aantal hyperreuzen zou moeten bevatten, maar dat in de praktijk ‘leeg’ blijkt te zijn. Dat is de gele evolutionaire leegte. Uit het onderzoek komt naar voren dat HR 8752 deze leegte daadwerkelijk doorlopen heeft, maar dat het er zeer kortstondig is geweest. De ster blijkt sinds 1985 een hogere oppervlaktetemperatuur te hebben gekregen, van 5000 K naar 8000 K. Ook is de straal van de hyperreus gekrompen, in een periode van 20 jaren van 750 keer naar 400 keer zo groot als de zon. HR 8752 is bezig in snel tempo z’n buitenlagen weg te stoten, hetgeen geleid heeft tot het verlies van ongeveer een zonmassa in vijftig jaar tijd. De eindfase van deze evolutie is niet bekend: HR 8752 zou kunnen evolueren tot een blauwe superreus of een lichtsterke blauwe variabele, maar het zou ook dramatisch in een supernova kunnen eindigen. Hieronder het ‘embedded’ persbericht van Kees de Jager.

Bron: Homepage Kees de Jager.

Share

Comments

  1. Olaf van Kooten zegt

    Respect voor die man! Op die leeftijd nog druk bezig met z’n vak, dat is niet iedereen gegeven.

  2. Ik zie dit met veel belangstelling aan, als een geoloog, die zich in zijn pensioenjaren bezig houdt met klimaat onderzoek, vnl. de directe en indirecte invloed van de zon op het aardse klimaat, sinds de eerste dagen vier en een half miljard jaar geleden. De oorzaken van veranderingen in de zonneactiviteit – en daarom in sterren in het algemeen – is dus een belangrijk onderwerp. Het spreekt vanzelf dat ik niet aan een CO2 oorzaak geloof. Zie http://www.friendsofscience.org , onze website.

    Met betrekking tot klimatologie is er het werk, gedetailleerd door Ivanka Charvatova, dat voortspruit uit de eerdere studies van Jose en anderen. Zij ziet een 179 jaar cyclus in Solar Inertial Movement (SIM) om het barycentrum van het zonnestel, die goed correleert met de temperatuur minima van de “Little Ice Age”. Het zou gekoppeld zijn aan de orbits van de grote planeten.
    Kees de Jager moet daar niet veel van hebben. Zijn werk aan het gevecht tussen de toroidal en polaire magnetische velden is van groot belang, en in zoverre dat het te correleren is met de solar cycle komen we terecht bij Svensmark’s solar flux-variabele cosmic ray ionisatie van condensatie kernen in de atmosfeer en Cloud Cover.

    De vraag is nog steeds waarom dit allemaal gebeurt. Is er een connectie tussen de passage van die planeten met magnetische velden langs de zon in hun orbit dat de zonnedynamo beinvloedt? Kees zegt “Nee”.
    Is de wisseling van het magnetische veld dan chaotisch? Hoe komt het dan dat aardse oscillaties van zeeniveau (AMO, PDO,) en de LOD te correleren zijn met klimaat cycli en met zonneactiviteit?
    Dieper in dit argument ligt de vraag van de innere samenstelling van de zon, die, van wat ik hier hoor, nog steeds een kwestie van discussie is.

    Wie van U kan mij helpen aan een objectieve beschouwing van de huidige stand van zaken?

    Groeten uit Calgary, waar de sneeuw dit jaar al vroeg in mijn tuin ligt.
    What Global Warming?

Speak Your Mind

*