29 maart 2024

Ons zonnestelsel is niet ontstaan door een supernova

planeetvormende schijf

De jonge zon, omgeven door een planeetvormende schijf en ingebed in een kleurrijke nevel. Credit: NASA

Een nieuwe studie heeft uitgewezen dat het ontstaan van het zonnestelsel niet is beïnvloed door een nabije ontploffende ster. Het blijkt namelijk dat het zonnestelsel arm is aan ijzer-60 (een belangrijke aanwijzing voor een supernova). Bij de studie wordt gekeken naar restanten van ontploffende sterren in meteorieten. Sommige van deze restanten zijn radioactieve isotopen: instabiele, energierijke atomen die na verloop van tijd vervallen. Aanvankelijke werd een grote hoeveelheid ijzer-60 aangetroffen in meteorieten – een belangrijke aanwijzing dat een supernova heeft plaatsgevonden in de nabijheid van het jonge zonnestelsel. Nu is gebleken dat de detectiemethodes die in het verleden zijn gebruikt een zeer hoge foutmarge hebben. Een team van de Universiteit van Arizona heeft een geheel nieuwe methode gebruikt om de hoeveelheid ijzer-60 in meteorieten te bepalen. Dit heeft geheel andere uitkomsten tot gevolg gehad: de onderzoekers vonden juist een lage hoeveelheid ijzer-60 – met andere woorden, volgens de Universiteit van Arizona heeft helemaal geen supernova plaatsgevonden in de nabijheid van het jonge zonnestelsel.

young stars infrared

Pasgeboren sterren gloeien als paarse lichtjes in deze infraroodopname van Spitzer. De zon is waarschijnlijk in een soortgelijke omgeving geboren. credit: NASA/JPL-Caltech/UT Austin

Nu zijn de meteorieten die het team heeft onderzocht dus arm aan ijzer-60 – maar ze bevatten er wel een kleine hoeveelheid van. Nu kan ijzer-60 alleen maar geproduceerd worden door supernova-explosies. Hoe is dit ijzer-60 dan in het zonnestelsel terecht gekomen? Waarschijnlijk is dit ijzer-60 gewoon afkomstig vanuit het interstellaire medium, alwaar het terecht is gekomen vanuit de assen van vele supernovae in het verre verleden. Toch loert er nog een adder onder het gras: de meteorieten die getest zijn met de nieuwe methode, laten wél een overschot aan aluminium-26 zien – een isotoop dat óók geproduceerd wordt door massieve sterren. Modellen van stellaire evolutie hebben echter uitgewezen dat aluminium-26 bij sterren zwaarder dan 20 zonnemassa’s dicht aan het oppervlak van een ster terecht kan komen, terwijl het ijzer-60 in de kern blijft. Dit wijst op het volgende scenario: een massieve ster is vlak langs het zonnestelsel gevlogen. Door de krachtige sterrewind van de ster is het zonnestelsel “ingezaaid” met aluminium-26. De “voorbijganger” is echter veel verder weg supernova gegaan: op deze manier kan verklaard worden waarom het zonnestelsel rijk is aan aluminium-26, maar arm is aan ijzer-60. Bron: University of Arizona.

Share

Speak Your Mind

*