Het prachtige spiraalstelsel hierboven is M106, nummer 106 in de door Charles Messier in de 18e eeuw opgestelde lijst van objecten die op kometen lijken. Hij ligt iets meer dan 20 miljoen lichtjaar van ons vandaan – voor sterrenkundigen is dat praktisch in de achtertuin – en hij is gefotografeerd door de Hubble ruimtelescoop én twee amateur-sterrenkundigen, Robert Gendler en Jay GaBany. Ja je leest het goed, juweeltjes van astrofoto’s maken is tegenwoordig niet meer louter het domein van professionele instrumenten, in de foto zitten ook gegevens verwerkt die Gendler en GaBany vanaf aarde hebben vergaard van M106. En dat heeft inzicht opgeleverd in het geheim van dit spiraalstelsel, namelijk hoe het komt dat het niet twee, maar vier spiraalarmen heeft. De twee ‘gewone’ spiraalarmen zie je op de foto als de blauwe armen, die vol sterren zitten, hier en daar doorspekt met rozegekleurde gebieden, enorme gaswolken, waar sterren ontstaan. Maar je ziet vanuit de kern van M106 ook nogal vaagjes twee rode spiraalarmen ontspringen, in het engels ‘anomalous arms’ genoemd, welke bestaan uit heet gloeiend gas. In röntgen- en infraroodlicht zijn die twee armen veel prominenter te zien, op deze foto die een mix is van waarnemingen met Chandra en Spitzer:
Het blijkt dat de motor van die twee bijzondere armen het superzware zwart gat in het centrum van M106 is. Dat zwarte gat is met een massa van 30 miljoen zonmassa’s een stuk zwaarder dan z’n collega in onze eigen Melkweg, die ruim 4 miljoen zonmassa op de weegschaal is, maar hij is ook veel actiever. De gewone spiraalarmen worden niet in stand gehouden door het zwarte gat, maar de rode armen wel. Men denkt dat het iets te maken heeft met de energierijke straalstromen, die vanuit de accretieschijf rondom het zwarte gat naar twee kanten worden uitgespuwd, die op hun beurt weer ontstaan als er materiaal richting het zwarte gat valt. In de video hieronder Hubblecast #62 over het spiraalstelsel met een geheim, M106.
Bron: Hubble + Bad Astronomy.