4 oktober 2024

Atmosfeer Betelgeuze vertoont verrassend hete plekken

Betelgeuze plus Zonnestelsel

De nieuwe opname van Betelgeuze, met (ter vergelijking) de omloopbanen van de binnenplaneten van ons zonnestelsel. Credit: University of Manchester

Astronomen hebben een nieuwe opname gemaakt van de buitenste atmosfeer van de bekende ster Betelgeuze, een rode superreus in het sterrenbeeld Orion. Deze ster is gemakkelijk te herkennen: het is de heldere rode ster op de “schouder” van Orion de Jager. Op de nieuwe opname, gemaakt met behulp van een netwerk van radiotelescopen in Engeland, zijn onder meer verrassend hete gebieden te zien.In vergelijking met onze zon is Betelgeuze een kolos: hij is maar liefst duizend keer zo groot. Maar ondanks zijn relatief kleine afstand van 650 lichtjaar is hij vanaf de aarde gezien slechts een piepklein lichtpuntje. Alleen door de beeldinformatie van meerdere telescopen – in dit geval radiotelescopen – te combineren kunnen details van de ster en zijn omgeving worden vastgelegd. Aan weerszijden van Betelgeuze zijn nu twee plekken in de sterk opgezwollen steratmosfeer ontdekt die een temperatuur van 4000 tot 5000 graden hebben. Dat is beduidend heter dan het zichtbare ‘oppervlak’ van de ster, dat een temperatuur van iets meer dan 3000 graden heeft. De aard van de hete plekken is nog onduidelijk. Het zouden gebieden kunnen zijn waar gas hoog in de steratmosfeer is verhit door het optreden van schokgolven. Maar het is ook denkbaar dat de atmosfeer ter plaatse simpelweg transparanter is dan elders, waardoor we een dieper, heter deel van de ster te zien krijgen. Op ruime afstand van Betelgeuze (7,4 miljard kilometer, vergelijkbaar met de afstand tussen de zon en Pluto) is een boog van gas waargenomen die met een temperatuur van meer dan honderd graden onder nul juist heel koud is. Waarschijnlijk betreft het gas dat in een recent verleden door de pulserende ster is uitgestoten. Aangenomen wordt dat Betelgeuze binnen een miljoen jaar als supernova zal ontploffen.

Bronnen: Astronieuws en University of Manchester.

Share

Speak Your Mind

*