Site pictogram Astroblogs

Een 40 cm F 4.5 klassieke TrussDobsontelescoop in 4 weken! (deel 1)

De kakelverse 40 Dobson in de Biesbos tijdens de "first light ceremonie"

De kakelverse 40 Dobson in de Biesbos tijdens de “first light ceremonie”

Ofwel het geheime project “HernieJanus” , de bouw van een dikke vette 40 cm klassieke Dobsontelescoop, mag dan eindelijk, na een dikke vier weken onder een steen stiekum te hebben zitten zwoegen,  het nacht EN het daglicht zien!! Ja…uw nedrig astroblogscribent heeft de afgelopen paar maanden weer behoorlijk de smaak te pakken gehad als het gaat om de edele ATM….amateur telescope making….sport!  Twee zelfbouw-projecten (de 20 cm Schrootscope was die andere) achter elkaar in slechts 5 maanden tijd.. enne… beide projecten waren absoluut NIET doelbewust geplande ondernemingen. De bron van dit 40 cm project, zelfbouwproject nummer zes alweer(!!),  was wederom astrovriendje Wim….tegenwoordig mijn “hofleverancier”als het gaat om “links en rechts doelloos rondslingerende tweedehands telescoop-onderdelen! Jaren en jaren geleden ben ik eens samen met hem naar het zonnige Limburgse zuiden, Heerlen (Hmmm, trouwens een stad met nog meer “astronomisch schoons”…Hanny!!),  getogen om aldaar een mislukt 40 cm Meade Starfinder Dobson-geval op de kop te tikken. De Meade 16 inch Starfinder is in zijn originele vorm een hopeloos onelegante en mechanisch waardeloze mastodont van een “oerDobson”……..een grote lompe bak gemaakt van veel te slap wit meubelplaat met simpelweg NIET functioneerde lagers met daarin gehangen een evenzo lompe grote en ontilbaar zware kartonnen optiekpijp…..ofwel…..typisch een gevalletje van prima optiek bewaren en de rest subiet wegdonderen! Het probleem met dit soort monstertelescopen is dat ze meestal na slechts een enkele ruggenbrekende waarneempogingen heel rap weer ergens ongebruikt  in de schuur belanden,  omdat in de praktijk kleinere lichte  telescopen zijn nu eenmaal WEL gebruiksvriendelijk zijn! Die paar mooie superzwakke nevelvlekjes wegen nu eenmaal niet op tegen zware pijn in je rug de volgende ochtend. In een poging om hier wat aan te doen heeft Vriendje Wim een paar jaar later geprobeerd een compleet uitgeklede hyperlichtgewicht versie van de oorspronkelijke Starfinder te maken. Op zich een loffelijk idee maar het eindresultaat was toch niet helemaal om over naar huis te schrijven o.a. vanwege een “ernstig evenwichtprobleem”……een klein maar dodelijk meet en weegfoutje…waardoor “het kreng” nogal topzwaar bleek en dat moest dan weer gecompenseerd worden met vele kilo’s aan lomp contragewicht…oeps. En aldus verdween “ie” weer ongebruikt in de schuur, tot Vriendje Wim een paar weekjes geleden mij vroeg of ik wellicht zin had om er eens mijn vingers aan te branden??Enne aangezien ik  een immer diepgewortelde softspot heb voor alles wat maar naar “groot, optisch, Newton, Dobson” ruikt ben ik toen maar aan de derde poging begonnen om “dit nukkige zooitje zware optische onderdelen” om te smeden tot een ECHTE goedwerkende klassieke Trussdobsontelescoop!!Onder een klassieke Truss-Dobsontelescoop versta ik de Dobson-variant die beschreven wordt in de Dobson-bijbel “The Dobsonian Telescope” geschreven door David Kriege en Richard Berry.Bij een klassieke Trussdobson wordt de ouderwetse ronde kijkerbuis vervangen door een ondergedeelte, de spiegeldoos, en een bovengedeelte, de zogenaamde “lichtekooi” waar de vangspiegel in huist, welke aan elkaar worden verbonden door een stelsel van in een driehoeksvorm geplaatste aluminium buizen. Deze open constructie is vele malen lichter dan een conventionele gesloten kijkerbuis en is heel makkelijk in en uit elkaar te halen voor transport. David Kriege is een voormalig tandarts (brrrrr….enge man!!) die deze manier van Dobsons bouwen, oorspronkelijk ontworpen door ene Ivar Hamberg, tot een groot commerciel heeft weten te maken middels zijn bedrijf die de wereldberoemde en bepaalde niet goedkope Obsession Dobsontelescopen in velerlei formaten, tot en met ware astrohormonen prikkelende  1 meter Dobsonmonsters, produceert. De in dit waanzinnige boekwerk beschreven stijl van Dobsontelescopen zijn de meer gesloten uit hout en aluminium vervaardigde,  niet perse lichtgewicht,  versies van het Dobsonprincipe, een manier van bouwen die we nu “klassiek” zouden kunnen noemen, omdat er hedentendage met de regelmaat van de klok heel opengewerkte superlichtgewicht Dobsonversies “in de bladen” verschijnen,  gebouwd van allerlei moderne “composiet materialen. Hoe verleidelijk, mooi en lekker licht die ook moge zijn, ik heb het maar gewoon braaf en veilig bij de oude vertrouwde materialen zoals hout, ijzer en aluminium gehouden. Wat ik ook een voordeel vind van zo’n zware meer omsloten Dobsonvariant is het feit dat de hoofd en vangspiegel in het vochtige lichtvervuilde nederlandse waarneemklimaat minder last hebben van beslaan en van strooilicht. Een niet te lichte constructie heeft dan toch vooral weer als voordeel dat je bakbeest van een monstertelescoop niet als een op hol geslagen levengevaarlijke windvaan aan het rondtollen slaat bij iedere lichte scheet gelaten door Moeder Natuur.  Een prettig feit welke ik bij de “first light ceremonie” mocht constateren want toen stormde het bekant en kon er toch gewoon redelijkerwijze heel genoegelijk waargenomen worden!!Afijn tot zover enige gedachtenspinsels welke geleid hebben tot vier weekjes heel intensief edoch zeer aangenaam ATM knutselplezier, resulterende in een werkelijk bovenverwachting goed functionerende 40 cm Dobsontelescoop waar ik zeer gelukkig mee ga worden.In het tweede deel hoop ik een beetje een beeld te scheppen van het fabricageproces en alle daarbij behorende  “do’s and don’t-s  voor eventuele toekomstige Dobsonbouwers…..want..eh…trust me, het is echt een meer dan een geweldig gevoel als je dan uiteindelijk na al die vele uren piekeren en ploeteren met je “EIGEN bloed , zweet en tranen- telescoop” de hemelse wereldzeeën mag gaan bevaren!!!

FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten