14 december 2024

40 cm klassieke truss Dobson, de bouw van…..

40 cm Dobson, het maken van de verschilende onderdelen

40 cm Dobson, het maken van de verschilende onderdelen

In dit, hopelijk niet al te giga, astroblogje wil ik ingaan op de technische kant van het project “HerniJanus”….het in de wereld brengen van een heuse dikke vette geweldige 40 cm Klassieke Truss Dobson. Over de filosofische kant van dit hele project heb ik het voorgaande blogje al uitgebreid gedelibereerd.  Nu dus de technische kant van “hoe het allemaal zo is gekomen”. Laat vooral één ding heel duidelijk zijn….het bouwen van zo’n groot precisie-instrument als een 40 cm Newtontelescoop op een Dobsonmontering is iets wat je heel serieus moet benaderen….een optisch en mechanisch katje welke absoluut niet zonder handschoenen benaderd dient te worden……….want als je dat niet doet bijt dit katje zonder pardon je kop van je romp!! Alles is groot, heel groot en alles is zwaar…als je voor het eerst die joekel van een 40 cm hoofdspiegel in je handen neemt dan..eh..eh..nou ja..laten we dat dan maar omschrijven als een om valium schreeuwende ervaring en dat is nog maar het begin!Omdat een Dobsontelescoop een telescoop en montering in één is, moet ie als ie klaar meteen aan twee hele belangrijke eisen voldoen,  te weten:  Hij moet perfect in evenwicht zijn. Bij een “gewone telescoop”….kan je na het op het statief/de montering plaatsen van de kijkerbuis de boel  balanceren door de het heen en weer schuiven van de kijkerbuis…..iets wat bij een Dobson dus  NIET mogelijk is.  Als je gereedgekomen Dobson niet meteen in evenwicht is kan je wellicht nog “iets” doen middels  het aanbrengen van contragewichten, maar dat staat eigenlijk gelijk aan toegeven dat je…eh…danwel een heftig reken/weeg danwel een heftig constructiefoutje hebt gemaakt. Afgezien van het feit dat dan liever met een geknakt ego en alleen nog maar een zak over je kop naar een starparty durft te  gaan is het ook gewoon niet nodig,  mits je maar braaf je meet/weeg en rekensommetjes doet VOORDAT je de decoupeerzaag ter hand neemt! Dit gezegd hebbende staat er wel in alle  “how to built a proper Dobson”-literatuur aangegeven dat als je moet “kiezen” tussen topzwaar of tailhappy als het gaat om een evenwichtsprobleem, je nieuwbakken Dobsonnetje dan liever “tailhappy” (de neiging hebben om langzaam acherover te zakken) mag zijn omdat die narigheid nog relatief makkelijk te corrigeren valt middels het op de “bovenkant” plaatsen van een  grotere/zwaardere danwel extra zoeker o.i.d……..Een iets zwaardere zoeker geplaatst op die lange afstand van het evenwichtspunt (kracht x arm) doet vaak wonderen.  Een topzware Dobson echter kan alleen met heel veel zware contragewichten (korte arm x zwaar gewicht) geplaatst achter de hoofdspiegelhouder in (niet) bedwang gehouden worden….niet leuk!! Ofwel………..dit “papieren voorwerk”  MOET  echt in orde zijn wil een jouw Dobson een ECHTE Dobson zijn. In het eerder genoemde boek “The Dobsonian telescope” staat al dit belangrijke meet/weeg en rekenwerk uitgebreid beschreven….enne….ik heb dat gedeelte wel tig keren doorgespit en ik heb er samen met duimstok en weegschaal  heel veel rekenkladjes  doorheen gejaagd voordat ik uberhaupt met bouwen ben begonnen!!De tweede belangrijke eis waar een goede Dobson aan moet voldoen is iets waar trouwens ALLE telescopen in principe aan moeten voldoen en dat is dat de optische componenten zodanig in het construct moeten zijn geplaatst dat ze, goed gefixeerd en wel, er voor zorgdragen dat het beeldje gemaakt door de (in het geval van een Newtontelescoop) hoofdsspiegel, welke ontstaat in het brandpunt, precies in het MIDDEN van de focuceerinrichting terecht komt en ook nog eens  zo ongeveer 1.5 a 2 cm boven de focuceerinrichting in z’n meest lage stand.  Alleen DAN, als alle optische assen correct zijn uitgelijnd en het brandpunt zich net iets boven de focuseerinrichting bevindt,  kan met behulp van een (goed) oculair genoten worden van een aangenaam optisch plaatje.Helaas zit hier in “Dobsonland” een heel naar bijtgraag katje in het hoge gras omdat zogenaamde kortfocus/snelle Newtontelescopen, Newtons met een F-waarde kleiner dan..pak hem beet…F6…(en dat zijn de meeste Dobsontelescopen. De mijne is bijvoorbeeld F4.5…oeps)…….optisch HEEL GEVOELIG zijn als het gaat om hun optische prestaties in relatie tot negatieve afwijkingen van die eerder genoemde optische assen. Een 40 cm F4.5 (Brandpuntsafstand is 40 x 4.5 = 180 cm) moet echt heel precies uitgelijnd zijn en blijven om plaatjes te leveren van een goede kwaliteit.  Ofwel.. ook hier aan dient VOOR het bouwen heel veel aandacht aan besteed en tijdens het bouwen  strak en nauwkeurig geconstrueerd te worden. Ik zou natuurlijk voor een hogere F-waarde kunnen kiezen….Newtons  met een F-waarde van bijvoorbeeld F-8 of nog hoger, zogenaamde planetaire Newtons,  zijn vele malen vergevingsgezinder als het gaat om die akelige en ozo belangrijke optische uitlijning……..maarre…. dan heb je bijvoorbeeld bij een 40cm F8  kijker eigenlijk geen telescoop meer nodig want zo’n kreng wordt dan zo lang/hoog (40 x 8 = 3.20 meter!!) dat je met je laddertje zo zelf de hemel  in kunt  klimmen…enne…lekker ontspannen naar de Orionnevel loeren,  balancerend op een ladder van 3 meter hoog is er dan echt niet meer bij en zelfs ronduit gevaaarlijk. Vandaar die lage F-waardes bij grotere Dobsonkijkers.OK……als er gerekend/ gemeten en gewogen is kan er uiteindelijk geconstrueerd worden en HOE je je Dobsonnetje bouwt dat maakt eigenlijk helemaal niet zo veel uit. Keuze van materialen (houtsoorten, aluminium, metaal …etc…etc…etc) en toegepaste constructies,  mits binnen de wetten en regels van de “Dobsonreligie”, is  eigenlijk geheel een kwestie van  persoonlijke smaak,  aanwezige gereedschappen en vaardigheden. Ik heb er bijvoorbeeld voor gekozen om  de standaard Meade vangspiegelhouder meteen in de bak te mikken en zelf een heavy duty variant in elkaar te lassen. Het origineel werkte in principe best wel redelijk maar  ik wilde beter. En zo bedenk je steeds maar weer eigen technische oplossingen die je dan maar zo goed en zo kwaad als maar kan “met je eigen handjes” probeert te construeren…..spannend maar ook, als het gelukt is,  heel veel voldoening gevend.Op een gegeven moment, na de nodige uren/dagen/ maanden (?) van obsessief zagen, lijmen lassen etc..etc…  komt dan toch “la moment supreme”  van “zou het allemaal wel ECHT werken” wat ik gebrouwen heb?? Op dit moment zit het optisch gedeelte van de Dobson helemaal in elkaar….spiegeldoos, trussconstructie en lichtekooi. Zou het evenwichtspunt op de plek liggen waar ik hem berekend heb en kan ik hem focuceren????  Dit eerste bepaal ik altijd met de gevreesde uiterst nauwkeurige “bezemsteelproef” (zie fot0). Ik leg het hele gevaarte horizontaal op de grond op een bezemsteel en schuif net zolang tot ie op het evenwichtspunt heen en weer kan wippen als een…wipwap! Gelukkig bleek er in mijn geval slechts een afwijking in te zitten van  1 centimeter…oh yeah!!! Al die avonden piekeren hebben nut gehad!! Bij het testen van de optische uitlijning en zo heb ik het gevaarte op een heldere avond naar buiten gesleurd en onder een hoek van 45 graden tegen mijn fraaie gietijzeren hek geplaats en braaf gewacht totdat er een sterretje in beeld verscheen….and loo and behold…..precies  op 2cm focusuitdraai en haarscherp!

De gevreesde bezemsteel-test en de firstlight-test

De gevreesde bezemsteel-test en de firstlight-test

Toen dit stadium succesvol bereikt was….ja toen werd het eigenlijk pas echt leuk….het monster was in evenwicht en optisch was het ook “feest”…..er kon aan aan de eindconstructie begonnen worden, hoera!! Deze eindconstructie omvatte o.a. het maken van de definitieve bevestigingsmechanieken van de aluminium truss constructie. Ik ben persoonlijk niet zo’n fan van al die fancy klemmethodes en dus heb ik, mede omdat ik niet echt vies ben van het moeten vasthouden van ring en steeksleutels, gekozen voor een bouten en moeren bevestiging. Dit houd in dat ik om mijn Dobson in elkaar te zetten ik  twaalf moeren moet aanbrengen en vastzetten. Iets waar ik heel goed mee kan leven, te meer omdat het hele opzetten en gereedmaken van deze 40 cm Dobson mij nu ongeveer slechts een klein half uurtje kost. Verder heb ik de hoogtelagers bevestigd. Deze hoogtelagers (18 mm multiplex, diameter 44 cm en bekleed met ebony star formica ) kwamen nog van de vorige dobsonversie van vriendje Wim en deze voldoen prima! Het laatste constructieklusje was het fabriceren van de zogenaamde “schommeldoos”. De schommeldoos draagt als het ware de hele telescoop en zorgt voor de zowel de horizontale  als voor de verticale bewegingen.  In tegenstelling tot de spiegeldoos, welke ik van OSB vloerplatenhout heb gemaakt (mooie textuur en  sterk genoeg), heb ik  hiervoor een bikkelsterke multiplexsoort  gebruikt omdat er nogal wat gewicht op komt te staan. De essentiele formica (ebony star 1782) en teflon-Dobson lagering waren al gedeeltelijk door Wim aangebracht en dat was dus “a piece of cake”…..en als laatste mechanische klusje heb ik natuurlijk weer,  als eigen handelsmerk,  een oud koppelingsdruklager ener Citroën 2cv (een telescoop zonder 2cv onderdelen is in mijn perverse opinie namelijk simpelweg geen telescoop..ha..ha..!!) aangebracht voor het horizontale draaipunt.KLAAR!!!!Nou ja…..toch nog niet helemaal, want het “Dobson-toetje” in de vorm van de “Bling bling-fase” kon beginnen……lekker het vriendelijke grote maar nog kale verfloze monster “optutten” tot een verleidelijke  “astronomische diva”….leuk..leuk..leuk!!

De afbouw en bling bling fase van het "HerniJanus-project"

De afbouw en bling bling fase van het “HerniJanus-project”

Het houtwerk heb ik om te beginnen in drie lagen blanke vernis gezet. Nou ja…niet helemaal blank…omdat één van mijn huurders toevallig een hele goede antiekrestaurateur is heeft die mij geholpen met het fraai lichtelijk zwoelrood mahonie-kleurig maken van die desbetreffende blanke lak…..KWIJL!!! De binnenkant van de spiegelbak en de lichtekooi heb ik matzwart gespoten en de buitenkant van de lichtekooi in metalic hamerite. OK…toegegeven, zoiets is altijd  iets persoonlijks….”beauty is in the eye of the beholder and all that”….maar voor mij is het visuele eindresultaat een waar feest voor het oog geworden. Iets wat trouwens ook geldt voor praktische eindresultaat. Het in en uit elkaar halen gaat hartstikke makkelijk. Na het in elkaar zetten is de uitlijning tot op heden  steeds weer spot on gebleken en gebleven. Het bakbeest beweegt echt heerlijk en verbazigwekkend soepeltjes…..heb het o.a. voor elkaar gekregen om het razendrappe ISS met een vergroting van 70 keer (echt gluren bij de buren!!_ in beeld te krijgen en te houden…prima..prima..prima.  Hoewel echte “waarneemwerk” vanwege de, op dit moment, nog niet astronomisch donkere nachten nog een beetje in het verdomhoekje zit,  ben ik over de optische prestaties van deze gevoelige Dobson nu al best wel happy….De aanblik van vele en vele oogstrelende kleine ster-diamantjes in het centrum van de bolvormige sterrenhoop M13 in Hercules deden mij pardoes van pure optischen jolijt in den ouden Maas springen….eh…bij wijze van spreke!Minpuntjes….? ja natuurlijk….mensen met een zwakke rug moeten echt ver blijven van  zoiets als zo’n zwaar bakbeest als dit. Vooral de  de spiegeldoos is onhandig te hanteren en bepaaldelijk niet licht (25 kg)  te noemen en vereist absoluut een verantwoorde tiltechniek ……eh…tot ik daar een “leuke mechanische oplossing” voor gevonden heb.  Niet ieder transportmiddel is geschikt om zo’n bakbeest verantwoord mee te nemen. Het naar een donkere plek transporteren van zoiets als dit vereist een ruim, makkelijk toegankelijk en zacht en spiegeluitlijning-vriendelijk geveerd voertuig.  Hmmm, laat ik nou al vele  vele jaren in het gelukkige bezit zijn van zo’n ideaal Voiture!!  Nu snap ik heus wel dat niet iedereen zich de weelde van zo’n fraaien BestelEend kan permiteren,  maar er zijn gelukkig ook nog wel een paar andere (bestel) auto’s op de markt die zich enigszins redelijkerwijze van deze zware taak kunnen kwijten….maar het blijft zonder BestelEend natuurlijk altijd wel een beetje behelpen! Wat nou…ha…ha….?????Waar je ook heel erg rekening mee moet houden zijn zaken zoals “afkoeltijd” en “gevoeligheid voor lichtvervuiling”. Zo’n grote dikke spiegel heeft nu eenmaal behoorlijk wat tijd nodig om zich aan te passen aan de omgevingstemperatuur voordat ie echt kan laten zien waar ie toe in staat is.  Zijn allerlei trucjes en ventilatoren voor waarvan gewoon  “geduld” heel vaak de meest effectieve is. Gevoeligheid voor lichtvervuiling zou ik als laatste nadeel willen benoemen.  Zo’n “fotonen-emmer” komt pas echt tot z’n recht onder een pikdonkele lichtvervuilingsvrije nachthemel, punt uit! Natuurlijk is dan zuid franrijk het eerste wat je aan  denkt maar ook in Nederland zijn dit soort “Dikke Dobsonvriendelijke plekjes” (o.a. aan de zeeuwse kust en in Drente) best nog wel te vinden…en zelfs de Biesbos is zo’n slechte plek nog niet om met dit geweldige monster verantwoorde waarneem-leut te hebben. Conclusie: het bedenken van en het maken van deze 40 cm Klassieke truss Dobson was me een waar genoegen en met het langs de sterrenhemel dansen met deze schonen optischen dame komt het ook wel goed!!!’, ’40 cm klassieke truss Dobson, de bouw van…..

Share
Over Jan Brandt

Comments

  1. Dat is een mooi verslag Jan. Wil er ook graag eens door heen kijken. En je hebt alinea’s gebruikt, ha ha.

  2. Supermooi verslag, ik heb het met veel genot kunnen lezen!

  3. Mijn nieuwe naam is dan ook vanaf nu : “AlineJan”…ha…ha….maarre…nooit te oud om iets bij te leren! groetjezzz vanuit een luie hangmat in Kent!

Speak Your Mind

*