Deel 3 (en slot) van de reeks Is de maan het gevolg van een enorme kernexplosie?
Deel 2 is hier te lezen.
Deel 1 is hier te lezen.
Het idee luidt dat de een merkwaardige uitlijning van de zon, de aarde en de maan een situatie kan creëren dat een evectie-resonantie wordt genoemd. Hierdoor raakt de maan gevangen in z’n omloopbaan, zodat het langzame wegdrijven van de aarde tijdelijk tot een halt wordt geroepen. Een dergelijke situatie kan zo’n 100.000 jaar voortduren. Al die tijd zijn de aarde, de zon en de maan verwikkelt in een gravitatie-trio, waarbij het overschot van hoekmoment van de aarde wordt overgeheveld naar de maan, en vervolgens naar de zon. Uiteindelijk is de maan hier uitgebroken, waarna onze enige natuurlijke satelliet weer langzaam van de aarde is weggedreven, een proces wat nog altijd aan de gang is. Dit idee blijkt goed te werken. Dankzij dit mechanisme kan de aarde vroeger sneller om z’n as gedraaid hebben, waardoor een kleinere knal noodzakelijk is geweest om de maan in een omloopbaan te slingeren. In plaats van een inkomend object ter grootte van Mars, is een object ter grootte van Mercurius plotseling voldoende. Ook is een “schampshot” niet meer noodzakelijk voor de Grote Smak. In plaats daarvan kan het inkomende object zich diep in onze aarde geboord hebben. Computersimulaties hebben uitgewezen dat hierbij net voldoende energie vrijkomt om een pluim van zuiver aards gesteente de ruimte in te slingeren – het resultaat is dan een maan die isotopisch niet van de aarde te onderscheiden is. Een ander soort “grote inslag” is voorgesteld door de planetaire wetenschapper Robin Canup. Volgens haar zijn twee planeten, beide half zo groot als de aarde, met elkaar in botsing gekomen. Bij deze samensmelting is onze aarde ontstaan, terwijl de restjes van deze botsing de maan gecreëerd hebben. Hierdoor zijn beide objecten gevormd uit exact dezelfde ingrediënten.
Deze twee modellen zijn zeer verschillend, maar hebben één oveenkomst: het grote inslag model is gered, waardoor de noodzaak van een enorme kernreactor niet langer van toepassing is. Van Westrenen blijft hier rustig onder. Hij wijst erop dat dankzij het evectie-resonantie-model de hoeveelheid energie die noodzakelijk is om de maan te vormen vanuit een kernexplosie eveneens lager is!Van Westrenen heeft een voorstel om zijn idee te testen. Omdat kernreactors in staat zijn om het ene element om te zetten in het andere, zou hierdoor de hoeveelheid xenon-136 in het weggeblazen materiaal moeten zijn toegenomen. Dit isotoop wordt alleen gevormd bij gewelddadige astrofysische processen zoals supernovae, of door het readioactieve verval van uranium en/of plutonium. Als de hoeveelheid xenon in maanrotsen groter is dan dat van meteorieten (die geacht worden om een onvervuilde “oersamenstelling” te hebben), zou dat bewijs vormen dat nucleaire processen van belang zijn geweest bij de geboorte onze satelliet. In principe zou het xenongehalte in de toekomst bepaald kunnen worden door maanboringen te verrichten.Dit soort uitgravingen zullen pas over decennia uitgevoerd kunnen worden. In de tussentijd zal de strijd tussen de verschillende verklaringen van de herkomst van de maan rustig voortduren. Het goede nieuws is dat er geen tikkende tijdbom onder onze voeten ligt. De meeste isotopen die van belang zijn voor de “Van Westrenen-explosie” zijn inmiddels vervallen. Dus misschien is de aarde 4,5 miljard jaar geleden ontploft – misschien ook niet. Het is wel zeker dat we het niet nogmaals mee zullen maken. Bron: New Scientist.