Site pictogram Astroblogs

Onze kennis van de verre ijsbal Quaoar is behoorlijk veranderd

Quaoar

Credit: NASA and G. Bacon (STScI).

Pluto zou niet moeten klagen. Okee, het is geen planeet meer, maar het is wél de geliefde Koning der Dwergen. Het leven is minder gemakkelijk voor Quaoar, nog zo’n ijsbal voorbij de baan van Neptunus. Begin jaren 2000 stond Quaoar midden in de belangstelling: het was namelijk, na Pluto, het grootste object voorbij Neptunus. Helaas werden steeds grotere objecten ontdekt en werd de diameter van Quaoar (“kwawar”) naar beneden bijgesteld. De ijsdwerg was bijna vergeten – maar niet voor de wetenschap.Wetenschappers hebben namelijk een aantal opmerkelijke zaken ontdekt over Quaoar. De ijsdwerg is genoemd naar een Indiaanse scheppingsgod en staat op een afstand van 6,5 miljard kilometer van de zon. Hierdoor kan het object nauwelijks waargenomen worden door de Hubble-ruimtetelescoop. Desondanks dachten wetenschappers dat Quaoar en z’n maan Weywot opvallend veel gesteente zouden bevatten voor een object uit de Kuipergordel. Qua samenstelling zou er een overeenkomst zijn met de manen van Uranus.

Nieuwe waarnemingen hebben uitgewezen dat Quaoar helemaal niet op de manen van Uranus lijkt. Ook is z’n dichtheid overschat: de ijsdwerg blijkt “gewoon” vooral uit ijs te bestaan en helemaal niet veel gesteente te bevatten. Bovendien blijkt Quaoar een bijzondere vorm te hebben: het object is helemaal niet rond, maar heeft de vorm van een ei! Daarnaast blijkt dat Quaoar geen atmosfeer heeft. Dat lijkt logisch (op die afstand van de zon bevriest zo’n beetje alles), maar is het niet. Andere dwergplaneten, zoals Pluto en Eris, blijken wel degelijk een dun atmosfeertje te hebben. Sterker nog: onze kennis van de chemische processen in de Kuipergordel dicteren zelfs het bestaan van een dun luchtlaagje rondom de grotere objecten! Het blijkt echter dat een zuivere methaanatmosfeer bij Quaoar niet uitgesloten kan worden. Toekomstige waarnemingen moeten uitsluitsel geven. Mocht zelfs geen methaanlaag gevonden worden, dan begrijpen we schijnbaar helemaal niets van de processen in de buitenwijken van het zonnestelsel. Bron: New Scientist.

FacebookTwitterMastodonTumblrShare
Mobiele versie afsluiten