Het ‘weer’ in de interplanetaire ruimte is van grote invloed op het functioneren van geostationaire satellieten – kunstmanen die zich op 36.000 kilometer afstand van de aarde bevinden, op een vast punt boven de evenaar. Zulke satellieten worden onder andere gebruikt voor communicatiedoeleinden.
De ruimte tussen zon en aarde is niet leeg: de zon blaast voortdurend elektrisch geladen deeltjes het heelal in, die in de omgeving van de aarde tal van verstoringen kunnen veroorzaken. De intensiteit en de samenstelling van deze zonnewind varieert in de loop van de tijd nogal (zo vertoont de zon zelf een 11-jarige activiteitscyclus), en astronomen spreken dan ook wel van ‘ruimteweer’ (space weather).
Wetenschappers van het Massachusetts Institute of Technology hebben nu in samenwerking met satellietbeheerder Inmarsat uitgebreid onderzoek gedaan naar een mogelijke relatie tussen het uitvallen van satellieten (of belangrijke componenten) en het ruimteweer. Daaruit bleek dat maar liefst 26 ‘uitvalverschijnselen’ die in de loop van 16 jaar optraden in acht geostationaire satellieten plaatsvonden tijdens periodes waarin vooral de hoeveelheid energierijke elektronen in de zonnewind erg groot was.
Eerder werd aangenomen dat de geomagnetische activiteit in de omgeving van de aarde de beste indicator was voor mogelijke problemen met kunstmanen. De resultaten zijn gepubliceerd in het vakblad Space Weather. De hoop is dat een beter begrip van de gevoeligheid van satellietelektronica voor bepaalde aspecten van het ruimteweer tot betere voorzorgsmaatregelen en dus tot kostenbesparing zal leiden.
Bron: Astronomie.nl
Het volledige onderzoek kan hier teruggelezen worden.
Speak Your Mind