Vergelijking tussen Kepler-7b (links) en Jupiter (rechts). credit: NASA/JPL-Caltech/MIT
Astronomen hebben voor het eerst het wolkendek van een exoplaneet in kaart gebracht. Hiertoe is gebruik gemaakt van waarnemingen die zijn verricht met de Kepler- en Spitzer-ruimtetelescopen. Het gaat om de verzengende Jupiterachtige wereld Kepler-7b, die blijkbaar bedekt wordt door een diep wolkendek aan het westelijke halfrond. Het oostelijke halfrond is echter grotendeels wolkenvrij.Kepler heeft meer dan 150 exoplaneten ontdekt, waarvan Kepler-7b één van de eerste is. Helaas heeft de telescoop een probleem met z’n reactiewielen, waardoor Kepler geen nieuwe planeten meer zal ontdekken. Niet getreurd: astronomen hebben nog vier jaar aan verzamelde gegevens om te verwerken.Eerdere waarnemingen van Kepler-7b hebben geleid tot een ruwe kaart, waarop een heldere vlek aan het westelijke halfrond zichtbaar was. Het was echter niet duidelijk of het hier ging om gereflecteerd sterlicht, of om het gloeien van de planeet zelf. De Spitzer-telescoop is van cruciaal belang geweest bij het beantwoorden van deze vraag.Aan de hand van de Spitzer-waarnemingen blijkt de temperatuur van Kepler-7b zo’n 1100 tot 1300 graden te bedragen. Dat is relatief koel voor een planeet die zo dicht bij z’n moederster staat (de onderlinge afstand bedraagt slechts 0,06 keer de afstand tussen de aarde en de zon). Dat is te koel om de bron te vormen van het door Spitzer waargenomen licht. Dat betekent dat het feitelijk moet gaan om sterlicht dat weerkaatst wordt door een dik wolkendek. Verder blijkt het wolkendek van Spitzer-7b relatief onveranderlijk te zijn. Dat betekent dat de planeet een opmerkelijk stabiel klimaat moet hebben. Bron: NASA.
