29 maart 2024

SMA onthult een enorme stercluster in de maak: W49A

Credit: Roberto Galván-Madrid (ESO), Hauyu Baobab Liu (ASIAA, Taiwan), Tzu-Cheng Peng (ESO)

Het is één van de best bewaarde geheimen van de gehele Melkweg: de stervormingsregio genaamd W49A, een enorme gaswolk in de Melkweg, 36.000 lichtjaar van ons vandaan, 100 keer zo lichtsterk als de bekende Orionnevel. Die laatste kunnen we op heldere en donkere avonden al met ons blote oog zien. Waarom zien we W49A dan niet? Nou simpel, omdat ‘ie voor ons niet zichtbaar is vanwege donkere stofwolken, die in de weg zitten. Van de aarde uit gezien staat W49A aan de ‘andere kant van de Melkweg’. Maar met de Smithsonian’s Submillimeter Array (SMA) – een speciale telescoop op de Mauna Kea op Hawaï, die in het submillimeter gedeelte van het spectrum kan kijken – hebben ze W49A wel kunnen zien. En wat blijkt: de gaswolk zit al propvol met pas gevormde sterren, wel 100.000 (!) in een gebied van 10 x 10 x 10 lichtjaar. Vergelijk dat eens met de dichtheid van sterren rondom de zon in een gebied van dezelfde omvang: pakweg 10! Niet zo gek dat de sterrenkundigen denken dat hier een bolvormige sterrenhoop in de maak is, die over enkele miljoenen jaren gereed is. Tussen de sterren van W49A is nog heel veel gas en daarin heeft de SMA drie grote stromen ontdekt, waarbij gas met een snelheid van zo’n 2 km/sec richting het centrum van de wolk/cluster gaat. De hoeveelheid gas is genoeg om nog zo’n miljoen sterren te vormen, dus voorlopig zal de stervorming in W49A nog wel even doorgaan. Bron: CfA.

Share

Comments

  1. Olaf van Kooten zegt

    Okee, dit is dus de tweede supersterrencluster in de Melkweg? (na Westerlund 1)

  2. Beste Arie,

    Je schrijft:

    “Niet zo gek dat de sterrenkundigen denken dat hier een bolvormige sterrenhoop in de maak is, die over enkele miljoenen jaren gereed is”.

    Het bronartikel meldt echter:

    “In a few million years, the giant star cluster in W49A will be almost as crowded as a globular cluster.”.

    Ik dacht dat bolvormige sterhopen zeer oud zijn, en (vooral) voorkomen in de halo van melkwegstelsels. Bijvoorbeeld onze Melkweg.

    Natuurlijk wil ik dit soort reacties ook wel via de knop “kontakt” op de hoofdpagina geven, als jullie dat liever hebben.

  3. Beste Gert, tsja dit neigt naar een soort van semantische kwestie – een gigantische stercluster die op een gegeven net zo dichtbevolkt is als een bolhoop, kunnen we dat een bolhoop noemen of niet? Wel als het er uit ziet als een bolhoop en dezelfde ontwikkeling meemaakt, niet als we van bolhopen zeggen dat ze alleen in de halo van de Melkweg mogen voorkomen en oud zijn. Tsja, misschien hebben we hier een mix van open stercluster en bolhoop: een jonge bolhoop in het vlak van de Melkweg. Prima overigens dat je dit soort dingen hier gewoon meldt, zodat ook de andere lezers er kennis van nemen en mee kunnen discussiëren.

  4. OK.

  5. Olaf van Kooten zegt

    Sterrenkundige beschouwen supersterrenclusters zoals deze inderdaad als jonge bolhopen.

    • Ah. Dat wist ik niet. Dank voor de info.

      Volgens mijn (verouderde ?) kennis bevinden bolvormige sterhopen zich vooral in de halo van melkwegen. Ze zijn zéér oud. 12+ miljard jaar.

      • Olaf van Kooten zegt

        Voor de meeste bolhopen geldt dat inderdaad. Er zijn echter ook jongere bolhopen bekend, weliswaar niet bij de Melkweg, maar ik heb ooit gelezen over een 4 miljard jaar oude bolhoop bij een dwergstelsel. De meeste bolhopen zijn ontstaan voordat de schijf gevormd is, vandaar dat in de halo staan. Jonge bolhopen in schijfstelsels zullen inderdaad niet in de halo staan. Wat dat betekent voor het verdere evolutie weet ik niet. Bij onregelmatige stelsels zullen jonge en oude bolhopen op vergelijkbare plaatsen staan, er is immers geen schijf aanwezig.

        Overigens is het verband tussen supersterrenclusters en bolhopen nooit met honderd procent aangetoond – sommige sterrenkundigen stellen in plaats daarvan een verband voor tussen bolhopen en sferoidale dwergstelsels. (dat ze twee zijden van dezelfde munt zijn).

Laat een antwoord achter aan Olaf van Kooten Reactie annuleren

*