28 maart 2024

Manen bij dubbelsterren hebben grotere kans op leven

credit: NASA Ames/JPL-Caltech/T. Pyle

Manen in binaire zonnestelsels hebben een betere kans op leven dan hun soortgenoten in stelsels met een enkele moederster, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Dubbelsterren hebben vaak een kalmerende invloed op elkaars straling en sterrewinden, waardoor de leefbare zone bij deze sterren groter kan worden.

Hoewel zo’n 1700 planeten bij andere sterren ontdekt zijn, zijn nog geen exomanen aan de wetenschap bekend. Toch hebben enkele wetenschappers een serie berekeningen gedaan, om te bepalen welke zonnestelsels de grootste kans hebben op levensvatbare manen. Jonge sterren zijn vaak hyperactief en zenden gevaarlijke straling uit. Als je echter twee jonge sterren bij elkaar zet, dan houden ze elkaar rustiger.

Dubbelsterren bestaan in allerlei configuraties. Sommige staan op flinke afstand van elkaar – in dat geval gedraagt iedere ster zich als een eigen zonnestelsel. Planeten rondom zo’n ster functioneren dus op soortgelijke wijze als planeten rondom een enkelvoudige ster. Andere dubbelsterren staan op superkleine afstand van elkaar, en kunnen elkaar zelfs raken.

In het onderzoek heeft men vooral gekeken naar sterren die in 10 tot 60 dagen rondom elkaar heen draaien, waarbij een planeet rondom beide sterren draait – een zogenaamde circumbinaire planeet. De twee sterren oefenen getijdenkrachten op elkaar uit, waardoor de rotatie van de sterren gesynchroniseerd wordt. Dit zorgt voor een afname van de hoeveelheid gevaarlijke straling. Bovendien wordt de sterrewind (een stroom geladen deeltjes die door iedere ster wordt uitgezonden, ook door de zon) getemperd. Een snelle sterrewind kan de dampkring van een maan wegblazen en dat is slecht nieuws voor het leven.

Tegelijkertijd zorgt het gecombineerde licht van het tweetal ervoor dat de zogenaamde “leefbare zone” (de zone waarin vloeibaar water kan bestaan aan het oppervlak van een hemellichaam) groter wordt. Daarnaast komt deze zone ook op groter afstand van de sterren terecht. Planeten en manen die zich in deze “uitbreiding” bevinden, hebben minder last van schadelijke effecten van de moedersterren.

Conclusie: in zonnestelsels waarbij twee centrale sterren om elkaar heen draaien (met een periode van 10 tot 60 dagen) wordt de kans op leven bij een exomaan groter dan bij zonnestelsels met een enkele moederster.

Bron: io9

Share

Speak Your Mind

*