De satellietstelsels van de Melkweg en Andromeda blijken niet te gehoorzamen aan het standaardmodel van de kosmologie, zo blijkt uit onderzoek.
Volgens het zogenaamde “lamda cold dark matter model” zouden satellietstelsels talrijk moeten zijn en een enigszins bolvormige verspreiding moeten hebben rondom grote spiraalstelsels. Bovendien zouden de stelsels in willekeurige richting moeten draaien.
Dat is echter niet wat wordt waargenomen. Het blijkt namelijk dat satellietstelsels in werkelijkheid veel minder talrijk zijn en allemaal in hetzelfde vlak draaien – bovendien allemaal in dezelfde richting (ongeveer zoals de planeten die rondom de zon draaien). De kans dat dit op toeval berust is 1 op 100.000.
De standaardtheorie van kosmologie kan dit helemaal niet verklaren, ondanks verwoede pogingen van de heren natuurkundigen om het gedrag van dwergstelsels in het standaardmodel te proppen. Mogelijk moeten alternatieven, zoals MOND, dan tóch serieus genomen worden. Bron: Phys.org.
Satelietstelsels van de zichtbare materie draaien de ene kant om, die van de donkere materie de andere.
Dit komt overeen met mijn volgende theorie.
Er is een Natuurwet die luidt: Al het abstracte heeft een tegenpool met tegengestelde kenmerken, behalve het hiearchisch hoogst abstracte.
Tussen gelijksoortige materie is wél wisselwerking.
Tussen ongelijksoortie materie is niet wisselwerking.
Dus stop maar met het meten en zoeken van onzichtbare (donkere) materie.
Dat is jouw eigen mening, op geen enkele manier gebaseerd op bewijs. Waar zijn de berekeningen die jouw standpunt ondersteunen? Zolang je die niet hebt, nemen wij dergelijke HTK-kosmologie niet serieus.
Het is niet mijn mening maar het resultaat van reeks van stellingen op allerlei gebieden die consistent zijn.
Kom maar met één voorbeeld van het tegendeel.
De wetenschap hanteert de top-down benadering met bewijslast bij de bron (met berekeningen).
De filosofie hanteert de down-top benadering met bewijslast bij de bestemming (zonder berekeningen).
Bedenk dat beide benaderingen gelijkwaardig zijn.
Als het gaat om fundamentele kennis van de natuur heeft de wetenschap tot nu toe gefaald.
Het is in ieder geval een theorie waarvan voorspellingen uitkomen.
Bedenk ook dat bijvoorbeeld zowel de natuur- als de meetkunde uitsluitend op axioma’s berusten.
HTK-kosmologie, dus. Niet serieus te nemen.
Dus discriminatie van aanpak
Zo. Ik word beschuldigd van discriminatie. 🙁
Op déze lijst (ik heb er eerder naar verwezen):
http://math.ucr.edu/home/baez/crackpot.html
scoor je een behoorlijk aantal punten. Ik zie, bijvoorbeeld,:
(14) 10 points for each new term you invent and use without properly defining it.
(Wat is “gelijksoortige materie”?)
(26) 20 points for talking about how great your theory is, but never actually explaining it.
(33) 40 points for comparing those who argue against your ideas to Nazis, stormtroopers, or brownshirts.
(Je trekt de “Discriminatie!”-kaart.)
(37) 50 points for claiming you have a revolutionary theory but giving no concrete testable predictions.
Produceer, om te beginnen, eens een testbare hypothese die in tegenspraak is met de huidige theorieën.
Zolang je dat niet doet: HTK (huis-tuin-keuken) kosmoloog.
Ik ben bang dat je me niet begrijpt.
Gelijksoortige materie is alle materie waarvan de subatomaire deeltjes spin +1/2 hebben.
Ongelijksoortige materie is materie waarvan de spin verschillend is (+1/2, – 1/2).
Een testbare hypothese is de voorspelling dat subatomaire deeltjes, zoals een electron rond is.
Wim,
Ik snap het niet echt, wanneer valt een deeltje met spin +1/2 onder gelijksoortige materie en wanneer valt een deeltje met spin +1/2 onder ongelijksoortige materie?
Een elektron, positron, proton, anti-proton hebben allemaal een spin van +1/2 maar is het nu gelijksoortige materie of ongelijksoortige materie?
Kan je voorbeelden geven van deeltjes die onder gelijksoortige materie vallen en kan je voorbeelden geven van deeltjes die onder ongelijksoortige materie vallen?
En er is ook nog een groep deeltjes die bosonen worden genoemd, deeltjes die een heeltallige spin hebben, dus S = 0 , 1 , 2 , hoe zit het met deze deeltjes?
Rudiev,
Als voorbeeld:
Een elektron behorend tot de zichtbare materie heeft lading – en positron +.
Beide hebben macrospin +1/2 en zijn dus gelijksoortig.
Een elektron behorend tot de onzichtbare materie heeft lading + en positron -.
Kort door de bocht:
Een sterrencluster bestaand uit zichtbare materie stoot een andere sterrencluster bestaand uit de onzichtbare materie af.
Mbt bosonen:
Bosonen hebben in het zichtbare domein +0, +1, +2 ….
Bosonen hebben in het onzichtbare domein -0, -1, -2 ….
Nu zal je mbt nul beginnen te steigeren.
Een wél neutrale nul is een rekengetal die wel gekoppeld kan worden aan een getallenlijn.
Een niét neutrale nul is een telgetal die niet gekoppeld kan worden aan een getallenlijn.
In die zin is +/-0, +/-oneindig klein.
Dit zul je ongetwijfeld niet begrijpen, maar het is wel het resultaat van het geheel aan stellingen van het ‘Als waar is:’ type.
De overige telgetallen kunnen wel aan een getallenlijn worden gekoppeld (dit zijn dan ook de natuurlijke getallen).
@ Wim: Jij schreef: “Dit zul je ongetwijfeld niet begrijpen, maar het is wel het resultaat van het geheel aan stellingen van het ‘Als waar is:’ type.”
Het is tot daar aan toe dat je als HTK-astronoom van alles verzint en tot waarheid verklaart, maar zou je je willen onthouden van schamperende opmerkingen tegenover anderen? De opmerking dat Rudiev het niet zal kunnen begrijpen komt nogal aanmatigend over…
groet,
Gert (Enceladus)
Gert (Enceladus),
Ik realiseer me dat het aanmatigend overkomt, en biedt dan ook daarvoor mijn excuses aan.
Met die opmerking probeerde ik een discussie over het getal nul te voorkomen.
De natuurwet heb ik losgelaten op de rekenkunde.
Wat blijkt:
Er zijn 12 rekenregels.
Ze komen overeen met de bestaande, uitgezonderd regels mbt het neutrale getal nul.
Voor neutraal getal nul geldt: Rekenkundige bewerking met zichzelf is verboden.
Bijvoorbeeld 3*0 is verboden.
Dit houdt in dat onze calculators eigenlijk aangepast zouden moeten worden.
Om dit te begrijpen zou je mijn beoogde artikelen moeten raadplegen en die zijn juist (zoals eerder vermeld) uiterst ontoegankelijk.
Onder andere het bestaan van complexe getallen is op basis van mijn theorie bevestigd (wanneer ik dat 100 jaar geleden had voorspeld hadden ze mij als HTK-wiskundige bestempeld).
Bovenstaand is alweer een voorbeeld van een toetsbare theorie (zie ook mijn reactie op 7 juni 2014).
Bedankt voor je terechtwijzing.
mvg, Wim
🙁
🙁
Huis, tuin en keuken kosmologie, dus (HTK). Ik kan er geen andere term voor bedenken.
Wim, jij gaat er van uit dat gewone materie en donkere materie met elkaar in evenwicht zijn, maar de realiteit is anders. Het heelal bestaat voor 4,9% uit gewone materie, 26,8% uit donkere materie en 68,3% donkere energie (metingen Planck-satelliet). De effecten van donkere materie zijn dus veel groter dan van gewone materie, derhalve zou zo’n tegengestelde beweging (“Satelietstelsels van de zichtbare materie draaien de ene kant om, die van de donkere materie de andere”) meetbaar moeten zijn m.b.v. bijvoorbeeld lenseffecten. Die effecten zijn echter nooit gemeten, derhalve klopt je stelling niet.
Iwald, deDenk aan wat ik al geschreven heb:
Tussen gelijksoortige materie is wél wisselwerking.
Tussen ongelijksortige materie is niét wisselwerking.
Wanneer fotonen van beide soorten materie elkaar ontmoeten, doven ze uit omdat ze in tegenfase zijn.
Iwald, ik ga juist niet uit van evenwicht.
Hoeveelheid van voorkomen in de natuur is een kenmerk van zichtbare materie.
Volgens de Natuurwet geldt:
Als waar is: Zichtbare materie komt in mindere mate voor.
Is ook waar: Onzichtbare materie komt in meerdere mate voor.
Nog iets:
Als waar is: Er is zichtbare materie.
Is ook waar: Er is onzichtbare materie.
Als waar is: Gelijksoortige materie trekt elkaar aan.
Is ook waar: Onzichtbare materie stoot elkaar af.
Als waar is: Gelijksoortige materie heeft macrospin +1/2.
Is ook waar: Onzichtbare materie heeft macrospin -1/2.
Wim, met al deze kenmerken en telkens nieuw opborrelende termen – dit keer macrospin – is er geen touw meer aan vast te knopen. Alleen al de vorm van “als waar is… dan is ook waar”, hetgeen ook inhoudt “als iets niet waar is… dan is ook niet waar” geeft aan dat je er alle kanten mee uit kunt. Met andere woorden, je kunt er niets zinnigs over zeggen. Ik zou het ook bij de huis-tuin-en-keuken-kosmologie willen plaatsen… en dat heeft voor alle duidelijkheid NIETS met discriminatie te maken. Ja, ‘onderscheid makend’ dat wel, in de wetenschappelijke aanpak, die toetsbare voorspelingen doet, en de totaal niet toetsbare ideeën van de HTK.
Rudiev,
Sorry!
De stelling zou eigenlijk van het volgende format moeten zijn:
1 Als waar is:
o ………
o Er is een Natuurwet (dit laat ik gemakshalve weg).
2 Is ook waar:
o …..
3 Conclusie:
o ……
Het omgekeerde gaat dus niet, mits je mij daar een voorbeeld van kan geven.
Ook mijn aanpak leidt tot toetsbare voorspellingen (volg mijn reacties maar vanaf 7 juni 2014). en kom er daarna maar op terug.
Wat vage termen betreft:
Ik onderzoek het fundamentele en daar horen nu eenmaal andere termen bij.
Dit is niet om interessant of vaag over te komen, maar strikt noodzakelijk. Het is niet anders.
Wim, je introduceert voortdurend nieuwe termen en vragen die we stellen worden weer met nieuwe termen beantwoord. Misschien handig om eerst eens even bestaande termen te verduidelijken, onder andere deze, die je in menig reactie gebruikt hebt:
* het ‘hiërarchisch hoogst abstracte’
* gelijksoortige en ongelijksoortige materie
* enkelvoudig Planckdeeltje (zijn er ook meervoudige Planckdeeltjes?)
* macrospin (anders dan gewone spin?)
* zichtbare en onzichtbare domein
* een neutrale nul en een niet neutrale nul
Arie,
Het hiërarchisch hoogst abstracte is: Wetgever.
Het verschil tussen gelijksoortige en ongelijksoortige materie heb ik al uitgelegd.
Een enkelvoudig Planckdeeltjes is niét met zichzelf samengevoegd. Een meervoudig wél (begrensd dan wel onbegrensd).
Bolvormige subatomaire deeltjes kunnen niét met zichzelf worden samengevoegd, Planckdeeltjes wél!
Macrospin is de spin van een subatomair deeltje, microspin is de spin van een Planckdeeltje.
Het zichtbare en onzichtbare domein is het domein van de zichtbare en onzichtbare materie.
Een neutrale nul het ons bekende getal nul.
Een niet neutrale nul is, om het eens plastisch te zeggen, het kleinste deel (onbegrensd klein) van een doormidden geknipte rekenkundige getallenlijn.
Nu kan je ook vragen of er een tegenpool is van een rekenkundige getallenlijn.
Ja, die is er.
Dat is een telkundige getallenlijn.
Hier wil het verder bij laten.
Alles in het heelal heeft spin, zo ook subatomaire deeltjes met spin is nul. De spin is + of – onbegrensd klein.
Wetgever? Is dat een andere naam voor God of zo?
Je hebt alle recht om in een opperwezen te geloven, maar ik hoop wel dat je inziet dat religie niets met wetenschap te maken heeft.
groet,
Gert (Enceladus)
Gert (Enceladus),
Ik geloof nergens in.
gr. Wim.
O? Leg dan s.v.p. even uit wat je met ‘Wetgever’ bedoelt!
Het strooien met termen en begrippen die voor jou gesneden koek zijn (omdat je ze vermoedelijk zelf verzonnen hebt), maar die bij anderen alleen maar vraagtekens oproepen, zorgt op zijn zachtst gezegd voor gefronste wenkbrauwen…
groet,
Gert (Enceladus)
Wim, je zegt nergens in te geloven. Maar ondertussen geloof je toch wel dat er een hiërarchisch hoogst abstracte is, de Wetgever genaamd, mét hoofdletter. Geloof je nou wel of niet, dit is allemaal een tikkeltje welles-nietes.
Iwald, Ik heb gezegd wat ik heb gezegd.
Wat haal ik nu weer over mij heen.
Het hoogst hiearchisch abstracte in de juiste context is (weer een ander voorbeeld): Getal.
Getal kan je onderverdelen in twee tegenpolen met tegengestelde kenmerken: Positief en negatief getal.
Positief getal kan weer onderverdeeld worden in geheel en gebroken getal, en zo voort.
Gr. Wim
Wat die wetgever betreft ga ik met Enceladus mee en heb ik de vrees dat we meteen de religieuze kant op gaan. Wat de andere termen betreft: het klopt dat je het verschil tussen gelijksoortige en niet-gelijksoortige materie hebt uitgelegd. Maar dat levert direct iets op wat feitelijk onjuist is. Even een citaat van de door jou gegeven omschrijvingen van de termen: “Gelijksoortige materie is alle materie waarvan de subatomaire deeltjes spin +1/2 hebben. Ongelijksoortige materie is materie waarvan de spin verschillend is (+1/2, – 1/2).” en vervolgens deze: “Tussen gelijksoortige materie is wél wisselwerking. Tussen ongelijksoortige materie is niét wisselwerking.” Je stelt hier dus dat tussen deeltjes met verschillende spin geen wisselwerking is. Op deeltjes met gehele spin ga je helemaal niet in, maar dat is geloof ik al eerder door iemand opgemerkt. Maar de stelling dat deeltjes met verschillende spin niet met elkaar in wisselwerking zijn is pertinent onjuist. Deeltjes met gehele spin zijn bosonen en daarvan zijn de fotonen, gluonen, gravitonen en W+ en Z-bosonen de dragers van de vier natuurkrachten (wisselwerkingen), deeltjes met niet-gehele spin zijn fermionen en die reageren via de bosonen met elkaar.
Arie,
Ik heb het kort en daardoor kennelijk onduidelijk weergegeven.
Hier de volledige versie:
Subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin + halftallig heeft niét wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met niét lading en spin + halftallig of andersom.
Subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin + halftallig heeft wél wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin + halftallig of andersom.
Subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin + halftallig heeft niét wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met niét lading en spin – halftallig of andersom.
Subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin + halftallig heeft wél wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin – halftallig of andersom.
Subatomaire wisselwerkingsdeeltjes en spin + heeltallig heeft wél wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin + halftallig of andersom.
Subatomaire wisselwerkingsdeeltjes en spin + heeltallig heeft niét wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met niét lading en spin + halftallig of andersom.
Subatomaire wisselwerkingsdeeltjes en spin + heeltallig heeft zowel niét als wel wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met niét lading en spin – halftallig of andersom.
Subatomaire wisselwerkingsdeeltjes en spin + heeltallig heeft niét wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin – halftallig of andersom.
Arie,
Ik heb het kort en daardoor kennelijk onduidelijk weergegeven.
Hier de volledige versie:
Subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin + halftallig heeft niét wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met niét lading en spin + halftallig of andersom.
Subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin + halftallig heeft wél wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin + halftallig of andersom.
Subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin + halftallig heeft niét wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met niét lading en spin – halftallig of andersom.
Subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin + halftallig heeft wél wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin – halftallig of andersom.
Subatomaire wisselwerkingsdeeltjes en spin + heeltallig heeft wél wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin + halftallig of andersom.
Subatomaire wisselwerkingsdeeltjes en spin + heeltallig heeft niét wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met niét lading en spin + halftallig of andersom.
Subatomaire wisselwerkingsdeeltjes en spin + heeltallig heeft zowel niét als wel wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met niét lading en spin – halftallig of andersom.
Subatomaire wisselwerkingsdeeltjes en spin + heeltallig heeft niét wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met wél lading en spin – halftallig of andersom.
Aanvulling
Fout:
Subatomaire wisselwerkingsdeeltjes en spin + heeltallig heeft zowel niét als wel wisselwerking met subatomaire materiedeeltjes met niét lading en spin – halftallig of andersom.
Er zijn nog meer varianten tussen subatomaire wisselwerkingsdeeltjes met spin + heeltallig en subatomaire wisselwerkingsdeeltjes met spin – heeltallig.
OK, vier varianten die mogelijk zijn. Ik neem aan dat je onder lading de electrische lading verstaat. Maar dan nu de lakmoesproef – ’the proof is in eating the pudding’ zeggen ze: pas nou je overzicht eens toe op werkelijk bestaande deeltjes, fotonen, quarks, gluonen, neutrino’s, Higgs bosonen, etc.. Noem mij eens werkelijk bestaande deeltjes, die in jouw schema ‘subatomaire wisselwerkingsdeeltjes en spin + heeltallig’ zijn. Want zodra je het gaat concretiseren in werkelijke deeltjes kom je volgens mij in de knoei.
Arie,
Je hebt gelijk.
Ik ben bezig het gedetailleerd uit te werken en dan neem ik ook het Higssboson mee.
Arie,
Het kan eenvoudiger, op voorwaarde dat de berekeningen kloppen met het feit dat subatomaire deeltjes met massa, bolvormig zijn.
Als dat waar is dan zijn subatomaire deeltjes zonder massa spiraalvormig (het voert te ver om het waarom uit te leggen).
Hieruit volgt: Al wat bolvormig is trekt elkaar aan.
Bolvormige zichtbare materie heeft zowel spin = + 0,5 als = +1.
Bolvormige onzichtbare materie heeft zowel spin = – 0,5 als = -1.
Anders geformuleerd.
Als waar is: Materie met uitsluitend positieve spin, doet elkaar aantrekken (is uitsluitend de zichtbare materie).
Dan is volgens de Natuurwet ook waar: Materie met zowel negatieve spin als positieve spin, doet elkaar afstoten (is de onzichtbare in combinatie met de zichtbare materie).
Conclusie: Er is wisselwerking tussen de onzichtbare en zichtbare materie.
Merk op dat in dit verhaal alle subatomaire deeltjes zijn meegenomen (ook het Higgs) uitgezonderd het graviton. Het graviton bestaat niet (is een denkresultaat).
Ik kan de omschrijving ‘Massa is een natuurkundige grootheid’ niet accepteren.
Leuk verzonnen en je kan er goed mee rekenen, dat is waar.
Uitsluitend de wet van Coulomb komt in aanmerking voor de zwaartekracht.
De bolvorm van subatomaire deeltjes is verantwoordelijk voor de bewegingsenergie.
Arie,
Het kan eenvoudiger, op voorwaarde dat de berekeningen kloppen met het feit dat subatomaire deeltjes met massa, bolvormig zijn.
Als dat waar is dan zijn subatomaire deeltjes zonder massa spiraalvormig (het voert te ver om het waarom uit te leggen).
Hieruit volgt: Al wat bolvormig is trekt elkaar aan.
Bolvormige zichtbare materie heeft zowel spin = + 0,5 als = +1.
Bolvormige onzichtbare materie heeft zowel spin = – 0,5 als = -1.
Anders geformuleerd.
Als waar is: Materie met uitsluitend positieve spin, doet elkaar aantrekken (is uitsluitend de zichtbare materie).
Dan is volgens de Natuurwet ook waar: Materie met zowel negatieve spin als positieve spin, doet elkaar afstoten (is de onzichtbare in combinatie met de zichtbare materie).
Conclusie: Er is wisselwerking tussen de onzichtbare en zichtbare materie.
Merk op dat in dit verhaal alle subatomaire deeltjes zijn meegenomen (ook het Higgs) uitgezonderd het graviton.
Het graviton bestaat niet (is een denkresultaat).
Ik kan de omschrijving ‘Massa is een natuurkundige grootheid’ niet accepteren.
Leuk verzonnen en je kan er goed mee rekenen, dat is waar.
Uitsluitend de wet van Coulomb komt in aanmerking voor de zwaartekracht.
De bolvorm van subatomaire deeltjes is verantwoordelijk voor de bewegingsenergie.
Arie, Om het verhaal compleet te maken.
Als waar is:
Voor zichtbare materie geldt: Elektronen rondom atoomkern hebben lading negatief.
Voor onzichtbare materie geldt: Elektronen rondom atoomkern hebben lading positief.
Voor zichtbare materie geldt: Met fotonen reist een elektrostatische spanningsgolf mee met lading positief.
Voor onzichtbare materie geldt: Met fotonen reist een elektrostatische spanningsgolf mee met lading negatief.
Ongelijksoortige lading doet elkaar aantrekken.
Is ook waar:
Elektron-negatief als deel van een atoomkern in zichtbaar domein heeft uitsluitend wél wisselwerking (trekkracht) met elektron-negatief als deel van een atoomkern in zichtbaar domein.
Elektron-negatief als deel van een atoomkern in zichtbaar domein heeft uitsluitend wél wisselwerking (duwkracht) met elektron-positief als deel van een atoomkern in onzichtbaar domein.
Elektron-positief als deel van een atoomkern in onzichtbaar domein heeft uitsluitend wél wisselwerking (trekkracht) met elektron-positief als deel van een atoomkern in onzichtbaar domein.
Quote: “Voor zichtbare materie geldt: Elektronen rondom atoomkern hebben lading negatief. Voor onzichtbare materie geldt: Elektronen rondom atoomkern hebben lading positief.” Dus volgens jou zijn er twee soorten elektronen, de zichtbare versie en de onzichtbare versie? Sorry hoor, maar nou wordt het helemaal onoverzichtelijk. Mijn vraag was om de bestaande elementaire deeltjes, zoals fotonen, quarks, neutrino’s, elektronen en muonen te rubriceren volgens de vierdeling die jij zelf hebt gedefinieerd en in plaats daarvan krijg ik dan weer geheel nieuwe indelingen. Helaas, maar ik kan het niet meer volgen.
Nabrander.
Een elektrostatische spanningsgolf wordt naarmate de tijd verstrijkt steeds kleiner, maar nooit nul.
Nog een nabrander.
Een foton is een subatomair deeltje waarbij het Planckdeeltje spiraalsgewijs heen en weer beweegt. In het midden bevindt zich een centrum (gezien als dwarsdoorsnede).
Het Planckdeeltje draait met de lichtsnelheid rondom een centrum.
Plastisch weergegeven:
Neem een timmermanshamer en wikkel een touwtje spiraalsgewijs rondom de steel. Doe dit vanaf de hamer tot het einde van de steel, en weer terug. Houd een spoed van ongeveer 3 cm aan. Het Planckdeeltje volgt de baan van het touwtje.
Houd de steel horizontaal op ooghoogte. Je ziet dan een sinusgolf.
Als waar is: Bij een bolvormig subatomair deeltje beweegt uitsluitend het Planckdeeltje (van binnenuit gezien).
Is ook waar: Bij een spiraalvormig subatomair deeltje beweegt zowel het centrum als het Planckdeeltje (van binnenuit gezien).
De voorwaartse beweging van een foton plastisch weergegeven:
Sta met beide voeten naast elkaar.
Stap met de linkervoet één pas vooruit.
Plaats de rechtervoet weer naast de linkervoet.
Stap met de linkervoet één pas vooruit, en zo voort.
De linkervoet is het Planckdeeltje. De rechtervoet is het centrum.
Dit is nu de voorwaartse beweging van een foton.
Een foton heeft geen bewegingsenergie (massa) doordat zowel het centrum als het Planckdeeltje de lichtsnelheid niet overschrijdt (dit is voer voor natuurkundigen).
Als waar is: Het inwendige van een foton is elektromagnetisch.
Is ook waar: Het uitwendige van een foton is elektrostatisch.
Als waar is: Het elektromagnetische component van een foton is stabiel.
Is ook waar: Het elektrostatische component van een foton is instabiel (het wordt minder maar nooit nul).
Als waar is: Een foton behorend tot het zichtbare domein genereert een positief elektrostatisch veld.
Is ook waar: Een foton behorend tot het onzichtbare domein genereert een negatief elektrostatisch veld.
En nog een.
Als waar is:
o De geschiedenis wijst uit dat tot nu toe alle theorieën vervangen worden door nieuwe.
o Tot nu toe zijn alle theorieën niét gebaseerd op de Natuurwet.
Is ook waar: Een theorie niét gebaseerd op de Natuurwet is vergankelijk.
Is ook waar: Een theorie wél gebaseerd op de Natuurwet is onvergankelijk.
De Natuurwet laat dikwijls twee mogelijkheden toe.
Dat blijkt niet uit mijn stellingen (dan word ik langdradig).
Mijn reactie in Astroblog ‘Binnen 20 jaar ontdekken we buitenaards leven, op 22 mei 2014‘ geeft weer hoe ik tewerk ga.
Zowel voor de tel- als rekenkunde gelden 12 regels, en die zijn dan ook onvergankelijk (telkunde = meetkunde).
De telregels bevatten ondermeer de axioma’s van Euclides.
Correctie:
Subatomaire deeltjes met spin is nul komt niet voor.
Subatomaire deeltjes met spin is nul is voor de zichtbare materie plus onbegrensd klein en voor de onzichtbare materie min onbegrensd klein.
Quote: “Subatomaire deeltjes met spin is nul komt niet voor.” Dit klopt ook niet. Higgs bosonen hebben spin 0 en ze komen voor, ergo je stelling klopt niet. Tenzij je gaat beweren dat Higgs bosonen geen subatomaire deeltjes zijn, maar dan meen ik te mogen constateren dat we ons op een glijdende schaal bevinden, omdat je alles gewoon anders definieert als men in de natuurkunde doet. En als dat het geval is kunnen we net zo goed ophouden met discussiëren.
Arie,
1, 2, … zijn telgetalen.
Er is nul als rekengetal. Nul als rekengetal is neutraal
Er is nul als telgetal is. Nul als telgetal is positief of negatief.
In jouw optiek worden reken- en telgetallen in één reeks gecombineerd.
In mijn optiek bestaat de reeks uitsluitend uit telgetallen.
Aanvulling:
Een ander verschil mbt de aanpak van fundamentele zaken in de natuur is:
De wetenschappelijke aanpak begint met eerst te rekenen en daarna te filosoferen.
Voorbeelden zijn:
o Graviton.
o Higgsveld.
o Snaren.
De filosofische aanpak begint met eerst te filosoferen en daarna te rekenen.
Een voorbeeld is de samenstelling van subatomaire deeltjes.
Nu heb ik een probleem. Ik kan alleen een beetje tellen.
Ik ben dom geboren, suf gewiegd en heb nooit bijgeleerd.
De parameters om mijn theorie te toetsen zijn in mijn reacties weergegeven.
Ik zou zeggen,’Hup, ga er mee aan de slag, niet lullen maar poetsen’ (eventueel ontbrekende parameters zal ik naar vermogen alsnog verstrekken).
Aanvulling:
De benodigde informative staat in ‘Astroblog ‘Draaikolken in het zwaartekrachtveld …’
Reactie: Wim van Kampen op 13 juni 2014.
Beste Wim,
Ik volg deze discussie al een tijdje, maar duidelijk wordt het me niet. Er is al een paar keer om artikelen gevraagd. Je geeft (als ik me goed herinner) aan dat die moeilijk toegankelijk zijn en dat je ze daarom niet beschikbaar maakt. Toch zou het denk ik helpen. Er komen wel vaker moeilijk toegankelijke stukken voorbij. Maar daar weten denk ik heel wat lezers van dit blog wel raad mee. En het helpt de discussie vooruit. Daarom: is het mogelijk jou artikelen met de basis van je ideeen te delen?
Groet Marco
Goede vraag. Ik vrees, echter, aan dovemansoren gericht. Een antwoord in volstrekt onbegrijpelijke taal zal het gevolg zijn.
Niet voor niets heb ik, in de Astrocorner, “Wim+van+Kampen” met stip voorgedragen als HTK-kosmoloog.
Verder heeft dhr. Van Kampen zijn email-adres bij Planet.nl (?) niet goed afgeschermd.
Marco,
Ik weet zeker dat het niet helpt.
Een van mijn uitkomsten heb ik uiteengezet in de Astroblog ‘Draaikolken in het zwaartekracht…’
Hier kan je uitrekenen of mijn theorie klopt, ook mbt bewegingsenergie.
Dit bespaart veel discussie.
Tot nu toe heb ik geen enkel rekenresultaat mogen ontvangen.
Groet, Wim.
Tot nu toe heb ik geen enkel rekenresultaat mogen ontvangen.
Quote van Wim : “Het hiërarchisch hoogst abstracte is: Wetgever. ”
😀 Humor van de bovenste plank.
Alle phenomenen die wij kennen, én diegene die we nog niet kennen voldoen aan natuurwetten.
Maar dan moet er natuurlijk ook een (natuur-)wetgever zijn. 😀
Hola… dat zal toch niet een godheid zijn? En al helemaal niet die brave borst van de lokale #1 religie?
Wim zegt dat ook niet! Maar hoevelen lezen dat wel? 😕
T’is al net als vorige week met die “touwtjes aan fotonen”…
Je kunt dat interpreteren hoe je wilt, maar ik dacht direct aan de elektromagnetische kracht. (Er zijn er nog 3. Ik denk dat Wim morgen gaat vertellen dat al die krachten touwtjes zijn van verschillende kleuren…..?)
—-
De wijze les: laat je niet meteen op ruien als Dhr, van Kampen andere woorden gebruikt voor zaken waar wij ‘vaste omschrijvingen’ voor gebruiken….
Alhoewel, gun Wim ook zijn fijne dag…. 😀
Paul,
Dank je wel.
Lees en herlees mijn reacties dan kom je tot de conclusie dat het touwtje één kleur heeft, nl elektrostatische lading.
Gr. Wim
Het valt niet mee om de kar in het gareel te houden.
Dit heb ik aan mij zelf te danken als je met kennis van drie jaar geleden aankomt.
Inmiddels ben ik er wel achter dat de belangstelling voornamelijk uit ga naar het grote.
Het gevoel bekruipt mij dat ik met een stel plaatjes kijkende mannen te maken heb.
Uit mijn reacties blijkt dat ik een beetje kan denken. Laat maar eens zien dat jullie kunnen rekenen.
Hop, hop hop, paardje in gallop.
@ Arie: Ik ben bang dat het de meeste HTK-astronomen er helemaal niet om begonnen is dat wij hen kunnen volgen. Zij zien Astroblogs als een mooi platform om hun ideeën te spuien. En als er lastige vragen komen, die hun genie mogelijk zelfs in twijfel trekken, dan introduceren zij ‘gewoon’ nieuwe termen. Termen waarover men vervolgens hoogst verbaasd reageert als wij (dom volk) die niet direct lijken te begrijpen of accepteren…
Ik sta open voor nieuwe ideeën en het siert Astroblogs dat er ruimte is voor mensen die een andere dan de gangbare mening hebben over hoe het universum werkt. Prima zelfs, want ooit komt er iemand met werkelijk een geniaal idee en is er sprake van een heuse paradigma shift!
Maar ik krijg op zijn zachtst gezegd kriebel van ‘de Natuurwet’ en ‘Wetgever’. Dit riekt bijna naar het stichten van een sekte. Sorry hoor…
groet,
Gert (Enceladus)
Hop hop hop hop, paardje in gallop.
@Arie,
19 juni 2014, 14:58
In de subdraad kan ik niet meer reageren. Vandaar maar hier.
Ik kan, en wil, al heel lang Wim+van+Kampen niet meer volgen. Die quasi-logische breisels kosten me teveel tijd. Het is gewoonweg onwetenschappelijke wartaal. Bijvoorbeeld:
– Hij houdt zich niet aan de gebruikelijke nomenclatuur uit de fysica
– Hij definieert zijn termen niet (telgetal, rekental, …., …)
– Zijn voorbeelden (“Neem een timmermanshamer en …, …) zijn onwetenschappelijk, en eigenlijk nogal primitief
– Hij past de betekenis van zijn termen voortdurend aan
– Hij reageert niet op kritiek, en ook niet opvragen om uitleg
– Een serieuze website van dhr. van Kampen heb ik nog niet gezien.
– Hij meldt: “Tot nu toe heb ik geen enkel reken resultaat mogen ontvangen”
Knappe wetenschapper (m/v) die met de “gegevens” van dhr. Van Kampen uit de voeten kan.
– Wim+van+Kampen meldt:
“Uit mijn reacties blijkt dat ik een beetje kan denken. Laat maar eens zien dat jullie kunnen rekenen.”
Hm. Een zelfbenoemde deskundige. Arrogantie ten top!
Het bekende spreekwoord gaat hier op:
“Één HTK kosmoloog kan meer vragen stellen dat tÃén (amateur)-deskundigen op Astroblogs kunnen
beantwoorden”
Ik ben het met mijn voornaamgenoot eens. Zie mijn reactie van 16:22 uur.
groet,
Gert (Enceladus)
Hop hop hop hop hop, paardje in gallop.
Helemaal mee eens, Enceladus! Natuurlijk! ðŸ‘
Je reactie van 19 juni, 16:22 uur, was mij eerder ontgaan omdat ik toen mijn éigen reactie aan het schrijven was.
Arie,
Voor de zichtbare materie geldt: Elektron heeft -1 lading (spin van Planckdeeltje is -1).
Voor de onzichtbare materie geldt: Elektron heeft +1 lading (spin van Planckdeeltje is +1).
Voor de zichtbare materie geldt: Proton heeft +1 lading, bestaand uit 2 Up-quark en 1 Down-quark.
Up bestaat uit 2 Planckdeeltjes + 1 en 1 Planckdeeltje – 1 (is +2/3 lading).
Down bestaat uit 2 Planckdeeltjes – 1 en 1 Planckdeeltje + 1 (is -1/3 lading).
Voor de onzichtbare materie geldt: Proton (ik noem het latron) heeft -1 lading, bestaand uit 1 Up-quark en 2 Down-quark.
Up bestaat uit 2 Planckdeeltjes – en 1 Planckdeeltje + (is -2/3 lading).
Down bestaat uit 2 Planckdeeltjes + en 1 Planckdeeltje – (is +1/3 lading).
Voor de zichtbare materie geldt: Neutron heeft lading +0, bestaand uit 2 Down-quark en 1 Up-quark.
Voor de onzichtbare materie geldt: Neutron heeft lading -0, bestaand uit 1 Down-quark en 2 Up-quark.
Hoe een proton en neutron aan zijn gehele lading komt is ook gebaseerd op de Natuurwet (hier wil ik in dit stadium nog niet verder ingaan).
Het bovenstaande is slechts een voorbeeld.
Samengevat: Bij onzichtbare materie is alles tegengesteld aan de zichtbare materie.
Dit brengt mij op het volgende.
Als waar is:
o Voor zichtbare materie geldt: Antimaterie komt in mindere mate voor.
Is ook waar:
o Voor onzichtbare materie geldt: Antimaterie komt in meerdere mate voor.
Wat het rubriceren betreft.
Beschouw mijn reactie op 16 juni 2014 als vervallen.
Mijn aanpak om jouw vraag te beantwoorden is niet de juiste (blijkt ook uit mijn correctie van 26 juni 2014 op 21:20).
Ik heb daar toch geen goed gevoel bij (is de wisselwerking nu een duw- of trekkracht?).
Ook subatomaire deeltjes met niét lading kunnen massa hebben, kortom weg ermee.
Aanvulling.
Mijn reactie op 20 juni 2014 op 09:12 is een antwoord op de reactie van Arie Nouwen op 19 juni 2014 op 14:58.
Wim,
Ik quote je even:
[quote=Win+van+Kampen]
Voor de zichtbare materie geldt: Proton heeft +1 lading, bestaand uit 2 Up-quark en 1 Down-quark.
Voor de onzichtbare materie geldt: Proton (ik noem het latron) heeft -1 lading, bestaand uit 1 Up-quark en 2 Down-quark.
…
Voor de zichtbare materie geldt: Neutron heeft lading +0, bestaand uit 2 Down-quark en 1 Up-quark.
Voor de onzichtbare materie geldt: Neutron heeft lading -0, bestaand uit 1 Down-quark en 2 Up-quark.
[/quote]
Wat is het verschil, kijkende naar de quarks, tussen een proton in de zichtbare materie en een neutron in de onzichtbare materie als beide uit 2 up-quarks en 1 down-quark bestaan? En hoe kan het dat het proton in de zichtbare materie met deze quarkconfiguratie een +1 lading heeft en het neutron in de onzichtbare materie met deze quarkconfiguratie een -0 lading heeft?
Wat is het verschil, kijkende naar de quarks, tussen een proton (jij noemt het latron) in de onzichtbare materie en een neutron in de zichtbare materie als beide uit 1 up-quark en 2 down-quarks bestaan? En hoe kan het dat het proton (jij noemt het latron) in de onzichtbare materie met deze quarkconfiguratie een -1 lading heeft en het neutron in de zichtbare materie met deze quarkconfiguratie een +0 lading heeft?
Rudiev,
Er is wel degelijk een verschil, kijkend naar de quarks, tussen een proton in de zichtbare materie en een neutron in de onzichtbare materie.
Over je vraag hoe een quark aan zijn lading komt, het volgende:
1 Als waar is:
o Voor het zichtbare domein geldt; er is een quark(X) met twee gelijke ladingen 1/3Q, waarbij de derde lading -1/3Q niét verrekend is.
 De totale lading is +2/3Q.
2 Is ook waar:
o Voor het zichtbare domein geldt; er is een quark(Y) met twee gelijke ladingen -1/3Q, waarbij de derde lading +1/3Q wél verrekend is.
 De totale lading is -1/3Q.
o Voor het zichtbare domein geldt; er is een antiquark(X) met twee gelijke ladingen -1/3Q, waarbij de derde lading +1/3Q niét verrekend.
 De totale lading is -2/3Q.
o Voor het zichtbare domein geldt; er is een antiquark(Y) met twee gelijke ladingen +1/3Q, waarbij de derde lading -1/3Q wél verrekend is.
 De totale lading is +1/3Q.
o Voor het onzichtbare domein geldt; er is een quark(X) met twee gelijke ladingen -1/3Q, waarbij de derde lading +1/3Q niét verrekend is.
 De totale lading is -2/3Q.
o Voor het onzichtbare domein geldt; er is een quark(Y) met twee gelijke ladingen +1/3Q, waarbij de derde lading -1/3Q wél verrekend is.
 De totale lading is +1/3Q.
o Voor het onzichtbare domein geldt; er is een antiquark(X) met twee gelijke ladingen +1/3Q, waarbij de derde lading -1/3Q niét verrekend is.
 De totale lading is +2/3Q.
o Voor het onzichtbare domein geldt; er is een antiquark(Y) met twee gelijke ladingen -1/3Q, waarbij de derde lading +1/3Q wél verrekend is.
 De totale lading is -1/3Q.
3 Conclusie:
o In beide domeinen heeft een quark de lading +1/3Q, -1/3Q , +2/3Q of -2/3Q.
Q is het aantal malen dat een Planckdeeltje met zichzelf is samengevoegd.
De hoeveelheid met zichzelf samengevoegde Planckdeeltjes hangt af van het soort quark.
Ik zal één uitwisselingsproces tussen quarks plastisch beschrijven, en wel van een proton.
Proton bestaat uit twee Up- en één Down-quark.
Elke quark bestaat uit drie Planckdeeltjes (PD) rondom een primair centrum (pc).
Up-quark 1 bevat twee PD+ en één PD-.
Up-quark 2 bevat twee PD+ en één PD-.
Down-quark bevat twee PD- en één PD+.
Tussen de drie quarken van een proton bevindt zich een secundair centrum (sc).
Elk pc is ontevreden over zijn toegewezen PD’s (het wil drie PD’s hebben met gelijke polariteit, ofwel een gehele lading).
Het sc weet dat en wil iedereen tevreden stellen.
Het sc vraagt aan pc van Down-quark één PD+ af te staan.
Het sc vraagt het dan en slechts dan alleen wanneer zo’n pc over minimaal twee PD’s beschikt.
Het pc van het Down-quark stemt onder protest toe (het is immers ontevreden).
Het ontvangende pc van Up-quark 1 (getransporteerd via een gluon) is daar blij mee, en is nu tevreden.
De andere twee pc’s blijven ontevreden.
Het sc vraagt nu aan pc van Up-quark 1 één PD+ af te staan aan pc van Up-quark 2.
Nu is pc van Up-quark 2 tevreden, maar pc van Up-quark 1 ontevreden.
Het sc vraagt nu aan pc van Up-quark 2 één PD+ af te staan aan pc van Up-quark 1, en zo voort.
Voor mesonen geldt: Een pc is slechts tevreden als de som van zijn drie quarken een halve lading heeft (is conform de Natuurwet).
Met deze informatie is het mogelijk het uitwisselingsproces tussen quarks van zowel baryonen als mesonen te beschrijven.
Ik zou zeggen, “Leef je uitâ€.
Wim, HTK-gedoe graag in het daarvoor bestemde draadje in de Astro-corner.
Alvast dank voor je medewerking.
groet,
Gert (Enceladus)
ðŸ‘
Aanvulling:
Rudiev,
Als je dat gedaan hebt, kom je tot de conclusie dat een proton vier uitwisselingsmogelijkheden heeft en dat een delta baryon acht mogelijkheden heeft.
Er is niet een hadron dat meer uitwisselingsmogelijkheden heeft!
Bedenk dan nu dat deze acht mogelijkheden het maximaal aantal soorten gluonen weerspiegelt.
En hoppa weer een nieuwe term er bij, “uitwisselingsmogelijkheden” tussen deeltjes. Wim, bedoel je gewoon natuurkracht of wisselwerking, de termen die iedereen hanteert, of is dit weer iets nieuws? Altijd verrassend, die Wim.
Iwald,
Ook voor jou geldt: ‘Leef je uit, dan zal je het begrijpen’.
Ik word ontzettend kriegel van deze ‘Ik-snap-het-als-enige-en-jullie-stervelingen-moeten-heel-erg-je-best-doen-en-dan-maak-je-een-kansje-om-te-begrijpen-waarover-ik-het-heb’-houding!
gegroet,
Gert (Enceladus)
PS: HTK-ers worden dringend verzocht hun bijdragen hier te posten en niet langer als reactie op blogs: http://www.astroblogs.nl/forum/topic/het-grote-htk-astronomen-draadje/
Jongens, kunnen jullie deze discussie niet voortzetten op het forum? Als andere lezers vragen willen stellen via de reacties, raken ze direct ondergesneeuwd.
De Astrocorner, bedoel je? Dat lijkt mij een goed idee.
Open daar één HTK-draadje, waarin alle Profeten, Waarheidsprekers, Natuurwetkenners, Kenners, Deskundigen, Wetgevers en alle Superieuren die ik nog vergeten heb te noemen lekker hun gang kunnen gaan.
Weet je wat, ik open dat draadje meteen even.
groet,
Gert (Enceladus)
Top 🙂 (ook namens Gert1904, ik had zijn reactie per ongeluk verwijderd 🙁 )
ðŸ‘
Olaf van Kooten,
In het tabblad ‘Reacties zag ik dat Arie Nouwens op mijn reactie van 21 juni 2014 op 18:07 in wil gaan.
Dit lijkt mij een leuk idee, maar wel op dezelfde wijze als alle andere artikelen.
Laat Arie Nouwens zo’n artikel aanmaken met een thema wat aansluit op mijn reactie.
Wim, Ik heb bij mijn weten geen reactie gegeven op jouw reactie van 21 juni om 18:07 uur. Wat ik wel heb gedaan is om één aspect in de Astrocorner te brengen, namelijk dat ik diverse malen in jouw reacties geconstateerd heb dat je denkvermogen toekent aan materie, zie: http://www.astroblogs.nl/forum/topic/het-grote-htk-astronomen-draadje/#post-55623 Het verzoek van Olaf – en ik steun hem daarin – is om dáár de discussie voort te zetten. Zo’n forum leent zich beter voor discussies, dan commentaren op een blog. Wat die koepelkerk betreft; ja dat was zeker een mooie plek om het over donkere materie te hebben. Maar ik bestrijd dat er sprake is van intolerantie bij sommigen, eerder dat niet begrepen wordt hoe jouw model er uit ziet. En ik ben eerlijk gezegd ook inmiddels afgehaakt, want vragen die ik eerder had werden beantwoord door de introductie van nieuwe, verwarrende termen. Als voorbeeld: in de beantwoording van de vraag van Rudiev over de gelijkenis van protonen in de zichtbare wereld en neutronen in de onzichtbare wereld kom je aan met “waarbij de derde lading -1/3Q niét verrekend is.” ja, denk ik dan ‘wat is dat nou weer voor iets, het verrekenen van een lading’?
Volgens mij is het niet verrekenen van de derde lading een soort quantum-korting! 😉
groet,
Gert (Enceladus)
Arie,
Die reactie in de Astrocorner bedoelde ik ook.
De natuur is ook moeilijk te begrijpen. Het zit vol paradoxen.
Focus je op de stellingen waarbij ladingen wel verrekend zijn. Ze komen exact overeen met de bestaande subatomaire deeltjes. Dit geldt ook voor de stellingen waarbij de ladingen niet verrekend zijn!
DAT is nu gevolg geven aan de Natuurwet en is rekenkundig niet te verklaren. Daar moeten wij het mee doen.
Met iets niet begrijpen heb ik geen moeite. Ik zal dit naar vermogen uitleggen.
Je hebt kennelijk mijn reactie op 21 juni 2014 op 18:07 niet helemaal doorgrond.
Hieruit blijkt dat het secundaire centrum niet alleen kan denken, maar ook kan communiceren.
Dit zeg ik om je meer munitie voor jouw komend artikel te geven.
Advies: Houd de wetgever erbuiten.
Ik wacht met belangstelling je artikel af.
Gr. Wim
Advies: Zet deze discussie voort binnen het speciale draadje in de Astrocorner. Niet wetenschappelijke, zelf-verzonnen ‘Wetgevers’ en ‘Natuurwetten’ zijn HTK-gedoe en horen niet thuis in reacties op blogs.
groet,
Gert (Enceladus)
Ik sprak hier zondag met Arie over (ik was óók op het publiekssymposium). Volgens Arie zouden diverse personen zich onder de noemer HTK “weggezet” voelen, en daarom niet reageren in de speciaal gestarte draad in de Astrocorner.
Dat begrijp ik wel, maar als mensen met alternatieve theoriën weigeren om hun ideeën wetenschappelijk te laten toetsen, dan is wat zij doen helaas vergelijkbaar met kwakzalverij.
Als ze echt overtuigd zouden zijn van hun ideeën, dan zouden ze maling moeten hebben aan de plaats waar ze hun opvattingen kwijt kunnen. Nu dat kennelijk toch een probleem blijkt, kan ik niet anders dan de conclusie trekken dat het misschien dan toch niet voornamelijk om de ideeën gaat, maar meer om de ego’s achter die ideeën. Jammer…
groet,
Gert (Enceladus)
Helemaal mee eens.
Mensen, aan het verzoek om de discussie voort te zetten in de Astrocorner wordt geen gevolg gegeven, dus dan is er maar één mogelijkheid en dat is de discussie hier te sluiten. Dat doe ik dus zo meteen. Wel één verzoek aan Wim: er ontstaat continue verwarring omdat je nieuwe termen introduceert die niemand kent. Hou je aan de afgesproken nomenclatuur van de sterrenkunde en natuurkunde, dan weet iedereen waar je het over heeft. En over het toontje waarmee je anderen aanspreekt ga ik volledig mee met Enceladus, daar zal je weinig begrip mee kweken.