“Sommigen overleven die botsingen en blijven groeien, dankzij het aantrekken van stof in hun omgeving en zo kunnen in de loop van 100 miljoen jaar planeten ontstaan.”
Ik heb dit altijd een zwak punt in de theorie gevonden. Het lijkt mij zeer onwaarschijnlijk dat planetoïden een botsing met ongeveer even grote rotsblokken zouden kunnen overleven, gezien de grote snelheden waarmee ze rond hun ster draaien. Hoe meer planetoïden er ronddraaien in een stofschijf, des te waarschijnlijker dat ze allemaal kapot gaan door onderlinge botsingen, lijkt me. Heeft iemand hier een goed artikel over, dat uitlegt hoe er ondanks die botsingen toch een groeiende planetoïde kan blijven bestaan? Gaarne met een wiskundig model waarin de waarschijnlijkheid van botsingen/vernietiging c.q. overleven van planetoïden wordt berekend.
Je denkt te moeilijk, waarschijnlijk door onbekende wiskundige factoren die we beide niet kennen het object wat zoveel meer heeft overleeft. Net als in de natuur, de sterkste overleeft.
Bedankt, het lijkt me een interessant boek.
Toch wordt er niet echt beredeneerd waarom botsingen tot extra aanwas van massa zou leiden bij planetoïden.
Er wordt wel iets gezegd over hoe stofdeeltjes aan elkaar plakken en hoe planetesimalen van groter dan 1 km door de zwaartekracht hun omgeving gaan bepalen. Maar dat botsingen tot accretie leiden i.p.v. tot fragmentatie wordt niet verder beargumenteerd, lijkt mij.
Sterker nog, er wordt gesteld dat objecten van 1 meter en groter last krijgen van ‘drift’: dat ze afgeremd worden door de planetaire nevel en daardoor richting de zon afdrijven.
“Sommigen overleven die botsingen en blijven groeien, dankzij het aantrekken van stof in hun omgeving en zo kunnen in de loop van 100 miljoen jaar planeten ontstaan.”
Ik heb dit altijd een zwak punt in de theorie gevonden. Het lijkt mij zeer onwaarschijnlijk dat planetoïden een botsing met ongeveer even grote rotsblokken zouden kunnen overleven, gezien de grote snelheden waarmee ze rond hun ster draaien. Hoe meer planetoïden er ronddraaien in een stofschijf, des te waarschijnlijker dat ze allemaal kapot gaan door onderlinge botsingen, lijkt me. Heeft iemand hier een goed artikel over, dat uitlegt hoe er ondanks die botsingen toch een groeiende planetoïde kan blijven bestaan? Gaarne met een wiskundig model waarin de waarschijnlijkheid van botsingen/vernietiging c.q. overleven van planetoïden wordt berekend.
Je denkt te moeilijk, waarschijnlijk door onbekende wiskundige factoren die we beide niet kennen het object wat zoveel meer heeft overleeft. Net als in de natuur, de sterkste overleeft.
Kijk hier maar eens:
http://tinyurl.com/qbot3ve
Bedankt, het lijkt me een interessant boek.
Toch wordt er niet echt beredeneerd waarom botsingen tot extra aanwas van massa zou leiden bij planetoïden.
Er wordt wel iets gezegd over hoe stofdeeltjes aan elkaar plakken en hoe planetesimalen van groter dan 1 km door de zwaartekracht hun omgeving gaan bepalen. Maar dat botsingen tot accretie leiden i.p.v. tot fragmentatie wordt niet verder beargumenteerd, lijkt mij.
Sterker nog, er wordt gesteld dat objecten van 1 meter en groter last krijgen van ‘drift’: dat ze afgeremd worden door de planetaire nevel en daardoor richting de zon afdrijven.
Als beide planetoïden een beetje dezelfde richting hadden om de centrale ster. Zal na een tijd, eentje wat groter worden, lijkt me.